web analytics

De heuvels van het archief

Surfend op Hof/Haan stuitte ik onlangs op een stuk uit 2008 (hier) waarin Hof de essaybundel Het doek van Milan Kundera aanhaalt. Zich afzettend tegen de auteur van De ondraaglijke lichtheid, die schrijvers aanspoort om op hun schrijfsels de ‘moraal van het wezenlijke’ toe te passen en alleen echt waardevolle teksten in hun officiële oeuvre op te nemen, breekt mijn kompaan een lans voor ‘de moraal van het archief’ (die volgens Kundera leidt tot de ‘zoete gelijkheid van een gigantisch massagraf’). Hof:

Vanuit het perspectief van de lezer is de moraal van het wezenlijke niet wezenlijker dan de moraal van het archief. Teksten hoeven geen literair kunstwerk te zijn om de leeshonger te stillen, als de auteur ervan die leeshonger door zijn oeuvre gaande heeft gemaakt.

Het is moeilijk om dat onderscheid niet op onze eigen website te betrekken. Alles wat we in onze letterkundige loopbaan hebben geschreven moet er uiteindelijk op komen te staan (we zijn nu ongeveer op driekwart), en het is onvermijdelijk dat daar stukken bij zitten die we nu minder geslaagd of misschien wel ronduit gênant vinden. Hadden we die niet beter weg kunnen laten?

Kundera moet niets hebben van internet, want dat is bij uitstek de plaats waar de nivellerende moraal van het archief heerst, een hangplek voor grafomanen. Daar valt niets tegen in te brengen – niets, behalve het tamelijk verrassende ervaringsfeit dat juist de volledige, permanente beschikbaarheid en doorzoekbaarheid van het digitale archief structuur aanbrengt in ons bescheiden ‘oeuvre’ (als die naam al van toepassing zou zijn op een verzameling van een paar honderd grotendeels beschouwende tekstjes), niet door middel van selectie maar door middel van onvermoede inkijkjes, zijdeurtjes en dwarsverbanden.

Nee, we hadden die mindere of achterhaalde stukken niet beter kunnen weglaten. Juist die stukken zorgen voor het nodige reliëf. En de lezer is oud en wijs genoeg om in dat heuvellandschap zelf zijn weg te vinden.

Print Friendly, PDF & Email