web analytics

Mug of olifant – dankwoord bij de aanvaarding van de Dr. Elly Jaffé Prijs 2018

Beste aanwezigen,

Ergens half maart ging bij mij thuis in Bourgogne de telefoon. Meestal is dat reclame voor beleggingsproducten of verwarmingsketels, dus ik zette me al in de snelle-afweermodus, maar nee, het was Jeroen Thijssen van de Auteursbond, die belde namens de aanhangende Dr. Elly Jaffé Stichting. Mijn hart sloeg over, want dat kon maar één ding betekenen: dat ik de gelijknamige vertaalprijs had gewonnen! De winnaar wordt namelijk altijd half maart bekendgemaakt, en ik wist dat 2018 een Jafféjaar was. ‘Hartelijk gefeliciteerd!’ zei Jeroen. ‘Je bent genomineerd voor de Elly Jaffé Prijs – wat natuurlijk niet meteen betekent dat je hem ook wint.’… > Lees verder

Jean Echenoz, 14, fragment

Screenshot 2015-01-16 15.06.46Zo’n mug als daar, om dertien uur, zich voordoet in de normaal blauwe nazomerlucht boven het departement Marne.

Laten we dat insect eens tegemoet schieten: naarmate we dichterbij komen wordt het geleidelijk groter, om uiteindelijk te veranderen in een klein vliegtuig, een tweepersoonsdubbeldekker van het type Farman F37 met twee mannen aan boord, een piloot en een waarnemer, die achter elkaar in primitieve stoelen zitten, amper beschut door twee rudimentaire windschermen. Gegeseld door de wind van de vlucht, zonder te worden beschermd door een dichte cockpit zoals die er later zullen komen, lijken ze wel op een smal panoramisch terras te zitten van waar je het uitzicht over het prille conflict kunt bewonderen: colonnes van vrachtwagens en marcherende soldaten, exercitievelden en kampementen.… > Lees verder

Jean Echenoz, Flitsen, fragment

Flitsen_omslagMaar ja, de duif.

De duif, saai, dom, ijdel, leeg, laf, vaag, vals, vuil, vuig. De miezerige duif en zijn stompzinnige stemgeluid, nimmer roerend, door en door affectloos. Zijn klapperende vlucht. Zijn doffe oogopslag. Zijn absurde gepik. Zijn hersenloze schedel met die intrieste knikbeweging. Zijn gênante besluiteloosheid, zijn stuitende seksualiteit. Zijn parasitaire roeping, zijn gebrek aan ambitie, zijn grandioze nutteloosheid.

Niet te vergelijken met de mus, die iets innemends heeft, met de merel, die zijn stem weet te gebruiken, met de raaf, die niet van klasse gespeend is, met de ekster, die stijl heeft, erger dan de aasgier, die tenminste een doel heeft in het leven, even sensueel als een rat, even hoogstaand als een horzel, minder elegant dan een worm, nog stommer dan de catoblepas.… > Lees verder

Jean Echenoz, Ravel, fragment

Je vindt het wel eens spijtig om uit bad te moeten. Ten eerste is het jammer om het behaaglijke zeepwater, waarin verloren haren zich om bellen slingeren tussen de cellen losgewreven huid, te moeten verruilen voor de meedogenloze lucht van een slecht verwarmde woning. Bovendien is het, ingeval je klein van stuk bent en die badkuip op griffioenpoten een hoge rand heeft, altijd een hele klus om een been buitenboord te steken en met een aarzelende teen naar de gladde tegels van de badkamervloer te tasten. Voorzichtigheid is geboden, wil je je kruis niet stoten of dreigen uit te glijden en een lelijke smak te maken.… > Lees verder

Zo groot als een jockey

In Élucidation, een niet onprettig intellectueel blablatijdschrift zoals ze alleen in Frankrijk worden gemaakt, verscheen in het voorjaar van 2004 een opmerkelijk sober tekstje, getiteld ‘Maurice Ravel, buitenkant van de miniatuur’. De auteur, Jean Echenoz, schetst met een paar pennenstreken een portret van de beroemde componist en laat zijn lezer dan een beetje verdwaasd achter: het is werkelijk prachtig, maar wat heeft deze miniatuur te beduiden?

Nu is er Ravel, een iets langere maar nog altijd korte tekst van dezelfde schrijver over hetzelfde onderwerp, en dezelfde vraag dringt zich op. Wat wil Echenoz zeggen over de componist ‘die zo groot was als een jockey, dus als Faulkner’ (1 meter 65)?… > Lees verder

De lach van de leegte (2)

Een roman die zich afspeelt tussen twee identieke zinnetjes. Dat is Ik ben weg, waarmee Jean Echenoz in 1999 de Prix Goncourt won (de jury vervroegde de bekendmaking zelfs om een andere jury voor te zijn). Twee identieke zinnetjes: ‘Ik ben weg.’ Na 250 bladzijden zijn we nog even ver. In de romans van Jean Echenoz wil het niet zo vlotten.

Toch kun je niet zeggen dat daarin geen voet wordt verzet. Iedereen is juist voortdurend onderweg – maar waarheen. Neem nu Ferrer, de held van Ik ben weg. Hij reist naar de Noordpool om een kunstschat op te halen, raakt die kwijt, gaat de dief achterna en krijgt hem inderdaad bij de kladden.… > Lees verder