web analytics

Hélène Rousselet (1901-2001)

Zo begint het manuscript dat Hélène Rousselet naliet aan haar familie. In vertaling: ‘Hierbij dan mijn herinneringen aan de tijd van vroeger voordat ze in vergetelheid verzinken. Ik draag ze op aan de jongeren van de familie, opdat ze weten uit wat voor zuiver boerengeslacht ze stammen. En dat ze er trots op mogen zijn.’

Hélène Rousselet was de vorige eigenares van ons huis. Toen we er in 2003 kwamen wonen, was ze al anderhalf jaar dood, maar uit de verhalen van de dorpsbewoners werd algauw duidelijk dat het een bijzondere vrouw was geweest, hartelijk en ontwikkeld. En ze bleek dus een boek te hebben geschreven, waarvan een verre nicht ons wel een (handgeschreven) exemplaar wilde lenen.… > Lees verder

Tirade 24: Blecquenecques

Terug van weggeweest. Veel wind in Noord-Frankrijk, 5 à 6 op de schaal van Beaufort. Dat was zwaar fietsen, maar de stranden aan de Côte d’Opale waren weids en leeg. En wij altijd moe genoeg om lekker te slapen – in de tent, in trekkershutten, in hotelletjes of in wat een ‘mobilhome’ werd genoemd, in dit geval een aftandse caravan op een camping in Audinghen.

Op dagen dat de weersomstandigheden ons tot immobilisme dwongen, kon ik me wijden aan mijn favoriete vakantielectuur: regionale bladen. Thuis zou ik die geen blik waardig keuren, maar op vakantie vormen ze een van mijn vaste geneugten.… > Lees verder

Negenennegentig dingen die ik het einde vind

  1. Allerlei kleine genoegens die in kitsch veranderen zodra je ze beschrijft (zie Philippe Delerm).
  2. In het donker door de heuvels van de Morvan naar huis rijden over de D980, die beter D960 had kunnen heten, naar Schuberts laatste pianosonate.
  3. De herinnering aan de ijskoude winter van 2003, toen we elke dag in slaapzakken naar het weerbericht van Arte keken.
  4. De vliegentapper van de tweetalige kleuter Nathalie.
  5. Onze buren hoger op de heuvel, die altijd thuis zijn en die we nooit horen.
  6. De bemoste appelbomen achter in de tuin.
  7. De inmiddels geasfalteerde appelboomgaard van mijn opa.
  8. Het hebben van een visueel geheugen (denk ik, want zelf ben ik zuiver auditief).
> Lees verder

De zichtbare vertaler 10: Trots Op Nederland

Vertalers zijn culturele bemiddelaars, zegt het een dezer dagen verschenen Vertaalpleidooi. Daar kan ik van meepraten. Ik bemiddel me rot, ren van hot naar her om culturen met elkaar in contact te brengen, ga onversaagd de interculturele dialoog aan en probeer tussen de bedrijven door nog wat te vertalen, want er moet tenslotte ook brood op de plank komen.

Laatst bemiddelde ik in Slovenië. Daar zijn ook vertalers, en net als in alle andere kleine taalgebieden vertalen die er lustig op los: een kwart van alle nieuwe boeken is overgezet uit het buitenlands (bij ons ongeveer een derde). En net als in alle andere landen, klein en groot, vormen de vertaalkosten er een sluitpost op de begroting (maar er is geen werkbeurzensysteem zoals bij ons).… > Lees verder

Zeshoekige literatuurgeschiedenis

Franc Schuerewegen en Marc Smeets zijn respectievelijk hoogleraar en universitair docent aan de universiteit van Nijmegen. Samen hebben zij nu hun beider passie, de Franse literatuur, voor uitgeverij Bert Bakker in een notendop geperst. Ze hebben daarbij ‘bewust geopteerd voor een hexagonale literatuurgeschiedenis’, waarmee ze waarschijnlijk bedoelen dat alleen échte Franse schrijvers mogen meedoen. Immers, Frankrijk heeft een vorm die in de verte aan een zeshoek doet denken, zoals geoefende kaartlezers weten.

Overigens worden er in het boekje wel degelijk twee Belgen behandeld, Amélie Nothomb en Jean-Philippe Toussaint, maar die zijn ook in Frankrijk bekend, zozeer zelfs dat er best een aantal echt belangrijke, echt Franse schrijvers (La Bruyère, La Rochefoucauld, Gide, Valéry, Queneau, Artaud, Perec) en een belangrijke beweging (het surrealisme) voor mochten sneuvelen.… > Lees verder

Het standpunt van Mandelstam

Vrije beroepen kennen geen vrije tijd. Die stelling gaat misschien niet voor alle kleine zelfstandigen in gelijke mate op, maar voor vertalers zeker wel. Ik ken er voor wie zestien uur werken per dag geen uitzondering is, en zelf heb ik, toen ik nog vrijgezel was, ook monachale periodes gekend waarin het leven zich weken, maanden achtereen volledig verengde tot het smalle pad van de volgende zin. Vertalers zijn thuiswerkers die voorbeeldig tegemoetkomen aan de belangrijkste voorwaarde die in het huidige economische bestel aan de factor arbeid wordt gesteld: flexibiliteit. De vertaler, die zijn eigen productienormen en werkrooster vaststelt, delft in het onderhandelen met zichzelf steevast het onderspit.… > Lees verder