web analytics

Georges Simenon, Manesteek, nawoord

In de zomer van 1932 maakte Georges Simenon een reis van drie maanden door Afrika, van Egypte langs de evenaar in westelijke richting. Hij bracht onder meer vijf dagen door in Matadi, aan de monding van de Congo, waar zijn jongere broer Christian havenmeester was.

Nog datzelfde najaar verscheen, in de stijl van grote reporters als Albert Londres en Joseph Kessel, een zesdelige reportage in het geïllustreerde tijdschrift Voilà, getiteld ‘L’heure du nègre’, met als ondertitel: L’Afrique vous parle: elle vous dit merde. Simenons biografen hebben gesuggereerd dat de bijtende toon van die artikelenreeks mogelijk was ingegeven door broedernijd; alsof Georges zijn jongere broer, de lieveling van moeder Henriette, op zijn nummer wilde zetten door weer te geven hoe treurig diens leven in werkelijkheid was.… > Lees verder

Alain Robbe-Grillet, Gummetjes (fragment)

In het schemerdonker van het café zet de kroegbaas de tafels en de stoelen, de asbakken, de spuitflessen op hun plaats. Het is zes uur in de ochtend.

Hij heeft nauwelijks licht nodig, hij weet niet eens wat hij doet. Hij slaapt nog. Oeroude wetten dicteren tot in elk detail zijn gebaren, die voor één keer niet onderhevig zijn aan de weifelachtigheid van menselijke intenties. Elke seconde markeert een pure beweging: een stap opzij, de stoel op dertig centimeter afstand, drie vegen met het lapje, halve draai rechts, twee stappen naar voren, elke seconde is een volmaakt, gelijkmatig, vlekkeloos merkteken. Eenendertig.… > Lees verder

De mythe van de neutrale blik

Volgend jaar wordt hij tachtig: Alain Robbe-Grillet, de man die het Franse literaire establishment een halve eeuw lang tergde met zijn eigenzinnige experimenten. De man ook die de mooiste pr-stunt van de recente Franse literatuurgeschiedenis bedacht: de Nouveau Roman, een vaandel dat een groepje volstrekt verschillende schrijvers (Claude Simon, Nathalie Sarraute, Marguerite Duras en nog een paar) in staat stelde hun eigen stijl verder te ontwikkelen onder de beschermende paraplu van de kleine uitgeverij Minuit.

Die man, die in 1994 zijn pseudo-autobiografische trilogie Romanesques voltooide en daarmee zijn oeuvre dacht te hebben afgerond, kwam dit jaar plotseling nog op de proppen met een nieuw boek, veelzeggend La Reprise geheten.… > Lees verder

De asbakken van Georges Perec

‘L’écriture contemporaine a oublié l’art d’énumérer’
Georges Perec, ‘Notes concernant les objets qui sont sur ma table de travail'[1. ‘In het hedendaagse schrijven is de kunst van de opsomming in vergetelheid geraakt.’]

Er is een foto van Perec waarop hij ietwat droevig glimlachend de camera inkijkt, zijn hoofd steunend op zijn rechterhand, een dunne cigarillo tussen middel- en ringvinger. Die handgewoonte, wellicht ontstaan uit een dagelijkse schrijfpraktijk, wordt in hoofdstuk 52 van La vie mode d’emploi toegeschreven aan Grégoire Simpson, een vereenzaamde student, dezelfde die ook de anti-held was van een van Perecs eerste romans, Un homme qui dort; in dat boek maakt de hoofdfiguur elke ochtend op dezelfde minuut, op dezelfde plek, op dezelfde manier het zelfklevende strookje papier los dat zijn dagelijkse pakje Gauloises afsluit en streeft hij ernaar, om de drie kwartier een sigaret op te steken.… > Lees verder