Zo begint het manuscript dat Hélène Rousselet naliet aan haar familie. In vertaling: ‘Hierbij dan mijn herinneringen aan de tijd van vroeger voordat ze in vergetelheid verzinken. Ik draag ze op aan de jongeren van de familie, opdat ze weten uit wat voor zuiver boerengeslacht ze stammen. En dat ze er trots op mogen zijn.’
Hélène Rousselet was de vorige eigenares van ons huis. Toen we er in 2003 kwamen wonen, was ze al anderhalf jaar dood, maar uit de verhalen van de dorpsbewoners werd algauw duidelijk dat het een bijzondere vrouw was geweest, hartelijk en ontwikkeld. En ze bleek dus een boek te hebben geschreven, waarvan een verre nicht ons wel een (handgeschreven) exemplaar wilde lenen.
Het lezen ervan was een ontroerende ervaring. Niet alleen vanwege de inhoud (een beschrijving van het leven in de Morvan in de eerste helft van de vorige eeuw), maar vooral ook vanwege de intentie die eraan ten grondslag ligt, en natuurlijk het aura van dat prachtige handschrift.
Zouden de jongeren van de familie het boek nog lezen?