web analytics

Wikipedia voor vertalers (3)

Het heeft even geduurd (vertalers moeten soms ook vertalen), maar hier is dan de derde en laatste aflevering in de miniserie ‘Wikipedia voor vertalers’. In de eerste twee afleveringen (hier en hier) bespraken we al hoe vertalers zich nuttig kunnen maken door vertalersnamen toe te voegen in bestaande artikelen over buitenlandse auteurs en door zelf nieuwe artikelen over belangrijke buitenlandse auteurs op te zetten. De laatste stap voor vertalers die de smaak te pakken hebben en alle schroom hebben afgelegd, ligt dan voor de hand: het aanmaken van een artikel over hun eigen auteurschap of dat van een collega-vertaler.… > Lees verder

Wikipedia voor vertalers (2)

Vertalers die iets willen doen aan de opmerkelijk schamele aanwezigheid van hun beroepsgroep op Wikipedia (zie deel 1 van dit reeksje), hoeven zich niet te beperken tot het toevoegen van vertalersnamen in de bibliografieën van hun (of andermans) auteurs. Vaak zullen ze namelijk ontdekken dat er aan hun auteurs nog geen Nederlandse pagina is gewijd, en wat ligt in dat geval meer voor de hand dan er zelf een te beginnen? Daarmee kunnen ze niet alleen hun eigen zichtbaarheid vergroten, maar ook die van ‘hun’ taalgebied. Tegelijk helpen ze op die manier de ondervertegenwoordiging wegwerken van artikelen op het gebied van literatuur, die op Wikipedia een relatief veel kleiner aandeel hebben dan bijvoorbeeld de artikelen over sport.… > Lees verder

Wikipedia voor vertalers (1)

De ‘vrije encyclopedie Wikipedia’ heeft zich in haar tienjarige internetbestaan ontwikkeld tot een vraagbaak voor zo ongeveer alles, en ook informatiebehoeftige vertalers maken er op grote schaal gebruik van. Die vertalers zelf schitteren in de encyclopedie echter door afwezigheid. Er bestaan vrijwel geen aan buitenlandse auteurs gewijde pagina’s waar vertalersnamen worden vermeld in de bibliografie. Sowieso is het aantal aan buitenlandse auteurs gewijde lemma’s onthutsend klein. En de categorie ‘Nederlands vertaler’ bevat maar een schamele handvol hedendaagse vertalers. Ter vergelijking: de lijsten van Nederlandse en Vlaamse schrijvers op Wikipedia zijn indrukwekkend – om nog maar te zwijgen over de schier onafzienbare lijsten van Nederlandse en Belgische voetballers.… > Lees verder

Marcel Proust, ‘De grafstenen in de kerk van Combray’

Maar is er dan niet een Muze die de sporen van het zo vluchtige mensenbestaan alsnog liefderijk terugvindt in de dingen? Aan maar weinig levens gaat zij geheel onopgemerkt voorbij. Op een dag openbaart ze zich. Op een dag, en juist op plaatsen waar we haar nog nooit hadden gezien, komt ze ons tegemoet wanneer het einde nadert. Uiteindelijk leren we haar kennen juist op plaatsen waar we zo vaak hebben gedaan alsof we haar niet zagen. Het is de Geschiedenis! Op een dag hebben we in de oude kathedraal niet genoeg meer aan de schoonheid, aan de eeuwige gedachte die wordt uitgedrukt in de gewelven, de standbeelden, in de kerkramen.… > Lees verder

Marcel Proust, Tegen Sainte-Beuve, fragment

Dat smalle reepje boven de gordijnen vertelt me door zijn mate van helderheid wat voor weer het is en deelt nog voor het me dat vertelt de stemming ervan aan me mee. Maar ik heb het niet eens nodig. Al lig ik nog naar de muur gekeerd, en al is het reepje nog niet eens verschenen, aan het geluid van de naderende eerste tram en aan zijn bel kan ik horen of hij lijdzaam in de regen rijdt of op weg is naar het blauw van de hemel. Want niet alleen elk seizoen, maar ook elk weertype biedt hem zijn atmosfeer aan als een variërend instrument waar hij het altijd eendere deuntje van zijn geratel en zijn bel op kan spelen; en niet alleen klinkt datzelfde deuntje anders als het opgalmt en uitstraalt in de lege, sonore lucht van een heldere, ijzige winterdag, in plaats van tussen geuren zijn weg te zoeken in de al met warmte vermengde lucht van een zomerochtend die zich opmaakt voor het stollen van het middaguur, het krijgt ook een andere kleur, een andere betekenis, en drukt een heel ander gevoel uit wanneer het als een trom door mist wordt omfloerst, wanneer het vloeibaar wordt en zingt als een viool in de grenzeloze, ijle atmosfeer, waarin de wind, inmiddels helemaal klaar om die gekleurde, ijle orkestratie te ontvangen, zijn beekjes laat stromen, of wanneer het met de priem van een piccolo door het blauwe ijs van zonnig, koud weer heen breekt – de eerste straatgeluiden brengen me de lusteloosheid van de regen waarin ze verkleumen, het licht van de ijzige lucht waarin ze vibreren, de neerslachtigheid van de mist die ze dempt, de zachtheid en de vlagen van een stormige, zoele dag met lichte regen, die ze maar heel lichtjes bevochtigt en snel wordt weggevaagd door een zuchtje of gedroogd door een zonnestraal.… > Lees verder

Marcel Proust, Tegen Sainte-Beuve, nawoord

Van essay tot megaroman

Lange tijd werd aangenomen dat Marcel Proust tussen 1896, het jaar waarin hij debuteerde met de bundel Les Plaisirs et les jours, en 1910, het jaar waarin hij zou zijn begonnen aan À la recherche du temps perdu, het luie leventje van een saletjonker leidde. Weliswaar vertaalde hij met hulp van zijn moeder en een Engelse vriendin twee omvangrijke studies van John Ruskin (La Bible d’Amiens en Sésame et les lys, respectievelijk verschenen in 1904 en 1906) en publiceerde hij regelmatig artikelen in Le Figaro en diverse tijdschriften, maar voor de buitenwereld wees niets erop dat hier een van zijn roeping bezeten jonge kunstenaar driftig op zoek was naar de vorm die hem uiteindelijk tot de grootste Franse schrijver van de twintigste eeuw zou maken.… > Lees verder