web analytics

La grande Pléiade de Milan Kundera

Lire Milan Kundera, c’est lire l’histoire du roman – c’est-à-dire l’histoire de l’art du roman, car lui-même ne se lasse pas de souligner que le roman n’est pas un simple genre littéraire parmi d’autres, mais un art autonome, indissolublement lié à la modernité occidentale et qui se distingue par l’attention particulière qu’il porte à l’existence concrète de l’homme dans le monde. Tout roman digne de ce nom est alors la découverte d’un pan d’existence jusque-là dissimulé, et l’histoire du roman, l’histoire de ces découvertes.

Kundera n’est pas un théoricien de la littérature. S’il a écrit quatre grands essais sur cet art qui lui est si cher, de L’Art du roman (1986) à Une rencontre (2009) en passant par Les Testaments trahis (1993) et Le Rideau (2005), c’est avant tout en praticien qui veut nous faire part de ses réflexions et de ses sources d’inspiration.… > Lees verder

Burchten van het vergetelijke

Op mijn bureau ligt één boek: Het doek van Milan Kundera. Het is een boek dat me om verschillende redenen dierbaar is, niet in de laatste plaats omdat ik er als vertaler een aantal maanden in heb gewoond. Maar het is niet mijn lievelingsboek, ik heb het alleen tevoorschijn gehaald omdat ik me niet goed meer herinnerde wat Kundera schrijft over het thema roman en vergetelheid. Dit vooral: ‘De roman verhoudt zich tot de vergetelheid als een slecht versterkte burcht […]; bij het omslaan van de bladzijde vergeet ik al wat ik net heb gelezen; het enige wat me bijblijft is een soort samenvatting die onmisbaar is voor het begrip van het vervolg, terwijl alle details, de kleine observaties en de mooie formuleringen, al zijn uitgewist.… > Lees verder

Schaduwkunstenaars

Ze zijn de waterdragers van het literaire peloton: de vertalers. Ver van alle media-aandacht sloven ze zich uit voor hún auteurs, en eigenlijk zijn ze niet eens zo ontevreden met die plaats in de schaduw: mooie dingen kunnen maken zonder de last van de roem te hoeven dragen, wie zou dat niet willen?

Ongeveer 30 procent van alle boeken die in het Nederlands verschijnen, zijn vertalingen, volgens de becijfering van socioloog Johan Heilbron. Dat is veel, zeker in vergelijking met ‘dominante’ talen zoals het Engels (minder dan 3 procent vertalingen op de totale productie), het Frans (iets meer dan 10 procent) en het Duits (idem).… > Lees verder

Weg van de mens, terug naar de mens

Op een omgevallen boom in het bos zit een man. Hij denkt na, schrijft af en toe iets op een velletje papier en trekt zich niets aan van de hond die blaffend zijn aandacht vraagt. Hij slaat ook geen acht op de drie mannen die achter hem staan en met microfoon en camera over zijn schouder heen proberen vast te leggen wat hij schrijft. Na een paar minuten knikt hij: het is zover, hij is er klaar voor.

De Franse sterschrijver Michel Houellebecq is geen wonder van welbespraaktheid. Niet alleen mompelt hij doorgaans onverstaanbaar, tijdens interviews neemt hij ook alle tijd om over de vragen na te denken, niet zelden tot wanhoop van de interviewer – die de stiltes dan maar begint op te vullen met nieuwe vragen en mogelijke antwoorden daarop, zodat de schrijver uiteindelijk alleen nog maar ja of nee hoeft te zeggen.… > Lees verder

Landschappen voor Wang Wei

Hoe vertaal je een landschap? Rare vraag. Een landschap is geen taal, dus je kunt het ook niet vertalen. En als het landschap wordt beschreven in een gedicht? Dan vertaal je het gedicht, niet het landschap, dus de vraag blijft onzinnig. En als het een Chinees gedicht is, over een Chinees landschap? Dat verandert niets aan de zaak, want ook al maakt het voor de benadering van het gedicht misschien verschil uit, het landschap zelf blijft gelijk.

Of toch niet? Die conclusie kun je trekken uit een aardig boekje van Eliot Weinberger en Octavia Paz, Nineteen Ways of Looking at Wang Wei.… > Lees verder

De dolle wanorde van de conversatie

Waarom Diderot? Omdat hij de levendigste, de grappigste, de ongrijpbaarste is. Neem zijn Contes et romans ter hand in de prachtige nieuwe Pléiade-uitgave, sla het voorwoord, de noten en alle andere onzin over, begin te lezen en je bent verkocht.

Wie was Diderot? Zelf zou hij waarschijnlijk hebben geantwoord: ‘Wat doet het ertoe, lees nu maar gewoon.’ Of: ‘Wat gaat u dat aan?’ Maar als hij in een goede bui was, en dat was hij vaak, zou hij zich gemakkelijk hebben laten verleiden tot een conversatie, want conversaties, daar was hij dol op, vooral als hij zelf het woord mocht voeren.… > Lees verder