[…]
We verlaten het gestaag veroverde terrein, het perspectief, het respect voor proporties, het haarscherpe oog voor details, de kundige omgang met kleuren. De figuren van Permeke lijken met een onbeholpen, kinderlijke hand te zijn getekend, uit onvermogen om de elementaire anatomische vormen waar te nemen – houterige, asymmetrische lichamen, grove handen, logge voeten, summiere trekken. De representatie van mannen in colbertkostuum wordt aangetast door wat wel iets wegheeft van de Art nègre die Derain, Apollinaire en Picasso niet veel veel later zullen ‘uitvinden’, hedendaagse Europeanen worden de belichaming van vroegere, primitieve, achterhaalde stadia van de beschaving. En dat is geen toeval, want op dat moment van de geschiedenis wankelen de verworvenheden en veroveringen van de westerse wereld.… > Lees verder