web analytics

Een zondvloed van vóór de zondvloed: Roorda vertalen

[De sedert 2009 bestaande vertaalrubriek op de site van Athenaeum Boekhandel is haast ongemerkt een fundgrube geworden van buitenlandse literatuur in Nederlandse vertaling, en daarmee van de Nederlandse vertaalcultuur als zodanig. Op 14 juni 2021 verscheen dit stukje over stukjesschrijver Roorda, over de paraplu en Mussolini, en over het compenseren van een werkwoordspelige voetnoot – naar aanleiding van de verschijning van Roorda’s Het vrolijke pessimisme en Mijn zelfmoord, twee van de Schwob-lentetitels]

Minuscule schokjes

Regen is antediluviaal.*

* De lezer vergeve mij deze zondvloed van vóór de zondvloed. (Noot auteur)

Wie Roorda wil vertalen, mag de woordspeling niet schuwen.

> Lees verder

De verbastering van Baudelaire

‘Er zijn Vlamingen en Walen in België, maar Sire, er zijn geen Belgen’. Die veelvuldig aangehaalde uitspraak, afkomstig uit de brief die Jules Destrée, een linkse Waalse volksvertegenwoordiger, in 1912 stuurde aan de jonge Koning Albert, blijkt met terugwerkende kracht profetisch. In de aanslepende Belgische kabinetsformatie – sommigen spreken van een regimecrisis – staan Vlaamse en Waalse politici als vrijwel gesloten blokken tegenover elkaar; op politiek vlak lijken Vlaanderen en Wallonië twee scherpomlijnde entiteiten waarin taal en territorium een onwrikbaar verbond hebben gesloten. Een summiere blik op de Belgische kranten aan weerszijden van de taalgrens volstaat om te zien dat ook zij in de ban zijn van de escalerende, simplificerende logica van het ‘communautaire opbod’: terwijl de Vlamingen in de onderhandelingen ‘hun poot stijf houden’ zijn de Franstaligen ‘halsstarrig’, en omgekeerd.… > Lees verder

Het standpunt van Mandelstam

Vrije beroepen kennen geen vrije tijd. Die stelling gaat misschien niet voor alle kleine zelfstandigen in gelijke mate op, maar voor vertalers zeker wel. Ik ken er voor wie zestien uur werken per dag geen uitzondering is, en zelf heb ik, toen ik nog vrijgezel was, ook monachale periodes gekend waarin het leven zich weken, maanden achtereen volledig verengde tot het smalle pad van de volgende zin. Vertalers zijn thuiswerkers die voorbeeldig tegemoetkomen aan de belangrijkste voorwaarde die in het huidige economische bestel aan de factor arbeid wordt gesteld: flexibiliteit. De vertaler, die zijn eigen productienormen en werkrooster vaststelt, delft in het onderhandelen met zichzelf steevast het onderspit.… > Lees verder

Het gebod van Bernlef

Kent u de heelgoedhollander?

Bij het horen van een onbekend woord grijpt een vertaler onmiddellijk naar zijn woordenboek, ook, of juist, wanneer het gaat om een woord uit zijn eigen taal. De ‘heelgoedhollander’, weet Van Dale, is ‘een hollander die dient ter bereiding van het heelgoed’. Uitstekend, maar ga door: ‘heelgoed’ is ‘de geheel bereide pap waarvan papier wordt gemaakt’ en een ‘hollander’ ‘een maal- of roerbak waarin lompen worden fijngemaakt’. Uit Kramers’ Dictionnaire Français-Hollandais (1859) vernemen we nog dat een hollandais ‘een roertrog van Hollandsche papierfabrikanten tot fijnmaking van lompen’ is, en uit de Winkler Prins dat een onbekend gebleven Nederlander aan het eind van de zeventiende eeuw de dubbele kuip uitvond waarin de textielgarens bij de papierbereiding worden vermalen, een werktuig dat nog steeds op grote schaal in gebruik is.… > Lees verder

De paradox van Denissen

‘Zij zijn groot en ik is klein, en dat is niet eerlijk.’

Vlaamse vertalers werden onlangs in de Standaard der Letteren (26/01/2007) door journalist Karel Verhoeven bestempeld als ‘literaire calimero’s’. Aan de hand van diverse recente onderzoekingen en op basis van interviews neemt Verhoeven de ontluisterende situatie van Vlaamse vertalers onder de loep. En inderdaad, het geweeklaag is niet van de lucht onder de vertalers die hij citeert. ‘Je wordt nooit gevraagd’, ‘iedereen is achterdochtig’, ‘je komt altijd op de tweede, derde of vierde plaats’. De betrokkenen spreken van ‘marginalisering’ en ‘achterstelling’. De term ‘neokolonialisme’ valt.

Terwijl in literatuurgeschiedenissen de verhouding tussen Vlamingen en Nederlanders doorgaans één op de drie is, blijkt amper één op de tien literaire vertalingen van Vlaamse makelij, en als je afziet van kinder- en jeugdliteratuur gaat het zelfs maar om een paar schamele procenten.… > Lees verder

Een slecht uitgeknepen citroen

Niets kleinmenselijks is de vertaler vreemd. Onlangs betrapte ik mezelf erop dat ik naarstig naar vertaalblunders zat te speuren in een oude vertaling van de tekst die ik op dit moment onder handen heb. Ik wilde mijn voornemen om die tekst opnieuw te vertalen voor mijzelf legitimeren door te kunnen wijzen op de aperte interpretatiefouten van mijn voorganger. Bij de eerste miskleun die ik aantrof, haalde ik opgelucht adem, en bij iedere miskleun die volgde verbeterde mijn humeur.

Tweemaal eerder heb ik me aan een dergelijke beschamende activiteit overgegeven. De eerste keer betrof het Georges Perecs Un homme qui dort uit 1967, in 1968 vertaald als Een slaper en verschenen in de beroemde witte-beertjesreeks.… > Lees verder