web analytics

C.F. Ramuz, Schoonheid op aarde, nawoord

‘We moeten zien hoe magistraal dit simpele verhaal ons wordt gepresenteerd, hoe groots in plastische en muzikale zin. Weidse landschappen – het meer, de bergen, de lucht – omhullen de personages; sterker nog, ze nemen aan hun handelen deel. Golven, zand, bos worden tot levende personen, ze lichten op in beelden die langsschieten als bliksemschichten.’

Deze quote is afkomstig uit een reclametekstje getiteld ‘Een nieuw meesterwerk bij Uitgeverij Grasset: La Beauté sur la terre, roman van C.F. Ramuz’, en is van de hand van… C.F. Ramuz. Het valt niet mee om te beoordelen wat zelfspot en wat ernst is in zinnetjes als ‘De auteur bereikt hier het volkomen meesterschap’; Ramuz lijkt zich in zijn op verzoek van Grassetdirecteur Pierre Tisné geschreven blurb vrolijk te maken over het kenmerkende, ronkende taalgebruik van flapteksten – ‘niet bombastisch genoeg’, voegt hij met de hand nog aan het kladje toe.… > Lees verder

Juryrapport Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 – Rokus Hofstede

Het vertaaloeuvre van Hofstede telt niet alleen gekende meesterwerken, maar ook relatief onbekende teksten die dat predicaat verdienen en nu dus door een groter publiek ontdekt kunnen worden. “Teksten vertalen waarvan ik zelf niet wist of ik ze wel aankon.” Dat was volgens Rokus Hofstede zijn drijfveer toen hij zich in de jaren negentig als relatief jonge vertaler waagde aan werk van notoir moeilijke en daardoor in Nederland relatief onbekende schrijvers als Georges Perec en Pierre Michon. Hij kreeg al snel de naam een “kieskeurige vertaler” te zijn, mede doordat hij “zelf de ambitie liet blijken om moeilijk werk te doen”.… > Lees verder

Bruno Latour, Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners (fragment)

‘Kafka heeft het ons verteld: de insect geworden Gregor was welgeteld twee uur te laat voor zijn trein of de ‘procuratiehouder’ van zijn pisnijdige baas, die verbolgen was over de luiheid van zijn employé, stond al bij de Samsa’s voor de deur. Mensen die vanwege de pandemie in lockdown zaten, maakten dezelfde situatie mee, maar op een gigantische schaal; in een tijdsbestek van een paar weken werd datgene wat tot dan toe de ‘Economie’ heette, met hoofdletter, en wat gewone mensen op één lijn stelden met wat ze ‘hun wereld’ noemden, abrupt stilgezet. Paniekstop, pauzeknop, pas op de plaats. De claim dat het handelen van alle mensen onherroepelijk door de Economie wordt bepaald begon barsten te vertonen, dat besefte iedereen door deze ‘wereldstop’, en ook besefte iedereen dat die Economie, het fabelachtige uitbreiden van bepaalde berekeningen, niet langer mocht worden verward met de wetenschappelijke deeldisciplines boekhouding en economie – met kleine letter – zoals die door vaak zeer respectabele rekenkundigen worden bedreven.… > Lees verder

C.-F. Ramuz, De grote angst in de bergen, nawoord van de vertaler

In onze contreien doet zijn naam naam eigenlijk alleen bij muziekliefhebbers een belletje rinkelen. Ramuz, was dat niet de librettist van Stravinsky? En inderdaad: in 1918 schreef Charles-Ferdinand Ramuz voor zijn beroemde vriend de tekst van het muzikale melodrama Histoire du soldat. ‘Entre Denges et Denezy / un soldat qui rentre au pays’, zo luiden daarvan de openingsregels. Ramuz situeerde zijn bewerking van een Russisch volkssprookje in een denkbeeldig kanton Vaud. ‘Op de straatweg van Sas naar Sluis / Een soldaat op weg naar zijn huis’, heet het in Martinus Nijhoffs veelgeprezen vertaling, Geschiedenis van de soldaat (1930), waarbij Nijhoff de handeling naar Zeeuws-Vlaanderen verplaatste.… > Lees verder

Bruno Latour, Waar kunnen we landen? (fragment)

[…] Om de sleetse metafoor van de Titanic van stal te halen: de leidende klassen begrijpen dat de schipbreuk onvermijdelijk is, ze maken zich meester van de reddingsboten, en ze vragen het orkest lang genoeg slaapliedjes te blijven spelen zodat ze er in het nachtelijk duister vandoor kunnen gaan voordat de andere klassen door de overmatige slagzij worden opgeschrikt.

Als we een veelzeggende illustratie willen, waar ditmaal niets metaforisch aan is: oliemaatschappij ExxonMobil besluit begin jaren negentig, in het volle besef van de situatie, na uitstekende wetenschappelijke artikelen te hebben gepubliceerd over de gevaren van klimaatverandering, zwaar te investeren in de verwoede winning van aardolie en tegelijk in een al even verwoede campagne die de stelling moet promoten dat er van dreigend gevaar geen sprake is.… > Lees verder

Bruno Latour, Oog in oog met Gaia (fragment)

[…] Zolang het modernisme zijn overwicht behield, waren de ‘mensen’ gelukkig dat ze leefden tussen aan de ene kant het ‘rijk van de noodzaak’ – de aaneenschakeling van oorzaken en gevolgen – en aan de andere kant het ‘rijk van de vrijheid’ – de uitvindingen van recht, moraliteit, vrijheid en kunst. Ze ruilden de dwingende noodzaak van de Natuur in voor een proliferatie van culturen. ‘Mono-naturalisme’ aan de ene kant, ‘multi-culturalisme’ aan de andere. Deze tweedeling lijkt volkomen overhoopgegooid door de geohistorische gebeurtenis die ik probeer te omschrijven. Het vermogen tot uitvinding en verrassing is verschoven van mensen naar niet-mensen, zoals wordt onderstreept door een beruchte boutade van Frederick Jameson: ‘Tegenwoordig lijkt het haast makkelijker om je het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme!’… > Lees verder