Het kartelrandje doet herkomst uit een Belgisch familiealbum vermoeden, de locatie van de afbeelding is naar alle waarschijnlijkheid Congo, of liever de Congo, zoals het in Vlaanderen gallicistisch heette, en de tijden zijn koloniaal, het tafereel speelt zich vóór 1960 af. Wat opvalt op de zwart-witfoto is het contrast – niet zozeer tussen de zwarte man en de witte auto; dát contrast stemt overeen met wat bekend is over de sociale verhoudingen in Congo voorafgaand aan de onafhankelijkheid; hier wordt rijkdom uitgestald, of althans vereeuwigd, zowel de rijkdom vertegenwoordigd door het toenmalige bezit van zo’n auto in Leopoldville en omstreken als de rijkdom belichaamd door een privé-chauffeur.… > Lees verder
Caroline Lamarche, ‘Cédric Gerbehaye. Tussen de mensen’
België fotograferen is thuiskomen. Het is misschien ook werken aan je eigen overlevingskansen, ver van alle extremen. Met deze vraag: de intensiteit die zich, in eerder werk, meet met het geweld in den vreemde, verzwakt die niet zodra het gaat om je eigen land?
Wie moet je namelijk in beeld brengen, op dit grondgebied waarvan de regio’s zonder bloedvergieten met elkaar botsen, in dit piepkleine landje dat vijfhonderdveertig regeringsloze dagen lang gewoon bleef functioneren? Hoe ziet die naar verluidt gemoedelijke compromis-samenleving eruit? Welke ongelijkheden zwellen er stilletjes aan? Hoeveel mannen, hoeveel vrouwen slijten er heimelijk hun vergeten leven? Wat blijft er van de menselijkheid over als een landschap onmerkbaar uitdooft, als de fakkels van de hoogovens verdwijnen, als er nog maar twee boerderijen over zijn in een streek die er dertig telde, als dorpen worden opgeofferd aan een haventerminal, als de gevangenis of het gesticht levenslang is, als de slaap lijkt op de dood?… > Lees verder
Wat heet een stad! Wat heet wroeging! Henri Michaux in Antwerpen
… > Lees verder‘Reis waar geen eind aan kwam, die steeds op afstand bleef. Het was een van de benauwdste dagen van een drukkende zomer. Afgemat was ik vertrokken uit de hoofdstad, in de hoop noordwaarts wat verkoeling te vinden, en met het plan mijn reis te onderbreken voor een bezoek aan een oude kameraad die door een ernstige ziekte gedwongen was zijn kamer te houden.
Lang duren de uren in een benauwde treincoupé. Met vertraging aangekomen, in een even grote hitte als ’s ochtends bij mijn vertrek, stap ik ’s avonds uit, niet op het hoofd- maar op een bijstation, waar ik eerst moet overstappen op een stampvolle, lawaaiige en haast kokendhete boemeltrein voor ik eindelijk aankom in de stad zelf, die onherkenbaar is veranderd – het middeleeuwse aanzicht verdrongen door monotoon-moderne bouwsels.
De verbastering van Baudelaire
‘Er zijn Vlamingen en Walen in België, maar Sire, er zijn geen Belgen’. Die veelvuldig aangehaalde uitspraak, afkomstig uit de brief die Jules Destrée, een linkse Waalse volksvertegenwoordiger, in 1912 stuurde aan de jonge Koning Albert, blijkt met terugwerkende kracht profetisch. In de aanslepende Belgische kabinetsformatie – sommigen spreken van een regimecrisis – staan Vlaamse en Waalse politici als vrijwel gesloten blokken tegenover elkaar; op politiek vlak lijken Vlaanderen en Wallonië twee scherpomlijnde entiteiten waarin taal en territorium een onwrikbaar verbond hebben gesloten. Een summiere blik op de Belgische kranten aan weerszijden van de taalgrens volstaat om te zien dat ook zij in de ban zijn van de escalerende, simplificerende logica van het ‘communautaire opbod’: terwijl de Vlamingen in de onderhandelingen ‘hun poot stijf houden’ zijn de Franstaligen ‘halsstarrig’, en omgekeerd.… > Lees verder
Een toekomst – ja of shit? Belgisch-Franstalige poëzie in vertaling.
‘Deze zin heeft een lang verleden, een cultuur, goed bijgehouden registers, een praktijk, een woordschikking, een vloek, een achtergrond, een toekomst – ja of shit?’ Of die zin een toekomst heeft, is inderdaad nog maar de vraag. Als ik de zoekmachine mag geloven, is de gebruiksfrequentie van de uitdrukking ‘ja of shit’ nihil. Ter vergelijking: ‘Cette phrase a un long passé, une culture, des registres bien tenus, une pratique, une syntaxe, un gros mot, des arrière-plans, un avenir oui ou merde?’ Dat klinkt meteen al een stuk geloofwaardiger, al was het maar vanwege de 23.600 hits voor ‘oui ou merde’.… > Lees verder
Het innerlijke België afschudden
De Belgisch-Franse dichter-schilder Henri Michaux (1899-1984) weigerde halsstarrig tijdens zijn leven te worden bijgezet in de Pléiade-reeks, het mausoleum van de Franse literatuur. Onlangs verscheen, twintig jaar na zijn dood, in diezelfde Pléiade-reeks het derde deel van het complete werk – een overrompelend overzicht van zestig jaar intense creatieve activiteit, in woord en beeld.
Evenmin was Michaux scheutig met biografische informatie. Maar ook de biografie kon niet uitblijven: Michaux vond een voorbeeldig biograaf in Jean-Pierre Martin, die in zijn lijvige Henri Michaux kundig de dwaalsporen vermijdt die de dichter voor hem uitzette. Martin gelooft Michaux lang niet altijd op zijn woord.… > Lees verder