Op donderdag 25 maart j.l. overleed Walter van der Star, de dierbare collega die ik de afgelopen kwarteeuw steevast aanbeval als ik geen tijd had voor een opdracht. Patafysicus, boekverzamelaar, occasioneel boekverkoper, non-fictievertaler – Van der Star was van vele markten thuis. Hij draaide zijn hand niet om voor hondsmoeilijke filosofische teksten maar evenmin voor essays over film of beeldende kunst, geschiedschrijving of theologie. Ik kende hem als een eenpitter, al vertaalde hij dikwijls samen met anderen; hij zocht geen erkenning, hij kreeg geen werkbeurzen van het Letterenfonds, hij leefde bij de gratie van hemelse dauw en shag van Van Nelle.
Nu officieel aangekondigd: Ramkoers, roman
Het is nu officieel: mijn roman Ramkoers gaat 8 juni verschijnen bij De Arbeiderspers. De boekpresentatie vindt op 4 juni plaats bij galerie KochxBos in Amsterdam, in combinatie met de opening van een tentoonstelling van vier van mijn fotoreeksten. Meer nieuws volgt later, afhankelijk van de corona-omstandigheden.
De kunde van het verschil
Vertalen is de kunde van het verschil. Taalverschil, tijdsverschil, cultuurverschil, genderverschil, verschillen in kennis en ervaring… Elke vertaler moet zich rekenschap geven van die verschillen en zich ertoe verhouden – om ze glad te strijken of ze aan te zetten, naar believen. Juist de bewuste omgang met verschillen, het lucide besef van de problemen die ermee gepaard kunnen gaan, zijn voorwaarden voor een goede vertaling, en ook, in een bredere context, voor het samenleven in een superdiverse maatschappij. De kunde van het verschil: techniek en ethiek in één.
Een vrouwelijke collega, wier naam ik uit kiesheid verzwijg, trok enigszins smalend mijn vermogen om de Franse schrijfster Annie Ernaux te vertalen in twijfel.
Troost en betekenis
reeks het leven, een gebruiksaanwijzing
‘Waar ik er niet helemaal bij hoor, daar voel ik me thuis’
Rokus Hofstede is een auteur, al schrijft hij nooit onder eigen naam. Nu hij de prestigieuze Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 krijgt, wordt de vertaler tot zijn grote verrassing uit de schaduw gehaald. ‘Benieuwd wat ik te zeggen heb.’
Guinevere Claeys
DSL, zaterdag 19 december 2020
Had iemand het me dan ingefluisterd? Het kon niet anders of het was me al ter ore gekomen dat hij dit jaar de laureaat zou worden van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Waarom wou ik hem anders interviewen? Hij, Rokus Hofstede, een vertaler, thuis in volstrekte onzichtbaarheid.
Expositie: Autun – un fil infrarouge
Sinds afgelopen maandag hangen er op een tiental plaatsen in Autun infraroodfoto’s die ik sinds oktober in en om de stad heb gemaakt. Het is een geluk dat de tentoonstelling is doorgegaan, want door de tweede Franse lockdown zag het er somber uit. De beelden borduren in zekere zin voort op mijn fotoreeks over de eerste lockdown, die bestond uit namaak-infraroodbeelden.
Dit keer dus echte: ik heb een HR72-filter op mijn lens gezet om al het zichtbare licht (tot 720 nanometer) te blokkeren. Met sluitertijden van rond de twee seconden dringt er dan toch nog genoeg (infrarood) licht tot de sensor door om foto’s te kunnen maken, die na uitgebreide bewerking een feeëriek resultaat kunnen opleveren:
Vegetatie springt eruit, want bladeren weerkaatsen veel infrarood licht.
Wij vieren feest
Hof en Haan hebben vandaag iets te vieren. Alleen niet om dezelfde reden. Haan viert de opening van zijn tweede fototentoonstelling, waarover later meer. Hof viert iets nog veel feestelijkers, namelijk de ontvangst van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021. Hieronder het persbericht.
Het Prins Bernhard Cultuurfonds kent de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 toe aan Rokus Hofstede voor zijn vertalingen uit het Frans. De jury noemt zijn oeuvre ‘een indrukwekkende prestatie van zeer hoge klasse’. Aan de prijs is een bedrag van 35.000 euro verbonden. De uitreiking van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs vindt in de eerste helft van het komend jaar plaats.
Fotoreeks over de lockdown: Covid-1_
Tijdens de lockdown heb ik in mijn woonplaats Autun een reeks foto’s gemaakt, die in de plaatselijke Galerie du Passage recentelijk is geëxposeerd onder de titel Covid-1_. Het zijn beelden van een uitgestorven wereld, een andere planeet haast – vandaar ook de Martiaanse kleuren, tevens een hommage aan de oorlogsreportages van Richard Mosse. De foto’s zijn des te schrijnender omdat in de afgebeelde goedkope huurflats mensen opgesloten zaten: in Frankrijk mocht iedereen maar een uur per dag naar buiten, binnen een straal van een kilometer. Het project is dan ook een schoolvoorbeeld van de Baudelairiaanse ‘schoonheid uit lelijkheid’.
Ik beschouw de zorgvuldig gerangschikte en aan rode nylondraden opgehangen beelden als één werk, hoewel de meeste ervan ook zelfstandig door het leven kunnen gaan.
Annie Ernaux, De jaren (booktrailer)
Trailer, teaser, appetizer, hoe noem je zoiets? Daar wil ik vanaf zijn – het is een filmpje. Waarom? Omdat de Singel Uitgeverijen geen boekpresentaties organiseren zolang corona rondwaart, omdat ‘makers’ desalniettemin wat steun in de rug kunnen krijgen van het Nederlands Letterenfonds om ‘de brug naar lezers te slaan’, en omdat een familievakantie ons toevallig begin september naar Normandië bracht, waar Annie Ernaux (auteur van De jaren, eerdaags te verschijnen bij De Arbeiderspers) geboren en getogen is. “Zie je wel, zelfs op vakantie gaat het weer om jouw werk.” Inderdaad, hoewel er zonder de goede ideeën en de koelbloedigheid van Ilse Joliet, Jan Hofstede en Victor Van Rossem niets van in huis was gekomen – ziet dat van hier.
Forme ou vent : TRAMUNTANA
Le noir : absence de lumière. Si photographier veut dire écrire avec la lumière, c’est donc sur la page noire que ça commence. S’y tracent alors – dans le temps, c’est-à-dire dans le mouvement, si infime qu’il soit – des formes et des tons.
C’est dans la nuit (qu’elle soit réelle ou « américaine ») et ses lisières que le désir de naître, la lutte entre forme et vent, sont palpables pour l’œil humain. On devine, on essaye de mieux voir, une image potentielle se dessine.
Cette série, réalisée sous l’aimable direction de Richard Dumas, est ma troisième avec Eyes In Progress qui porte bien son nom.
‘Hooggeachte Herman,’
Ronse, 7 mei 2020
Hooggeachte Herman,
U beschrijft mijn uitzicht.
In ‘Bij mijn venster’ maken op een heerlijke junimiddag omstreeks 1820 de Franse dichteres Marceline Desbordes-Valmore en de eveneens Franse schilder Jacques-Louis David een tochtje per rijtuig richting Alsemberg en Beersel, naar een belvédère boven de Zennevallei. Ze stijgen af ‘ter plaatse genoemd Jeruzalem op Kesterbeek’, een ‘steile heuvel vanwaar men het hele panorama kan bestrijken’. Waarna u de lezer onthaalt op een vier pagina’s lange, lyrische beschrijving van uw eigen Beerselse uitzicht. ‘Het geweldigste is de lucht, de ruimte die massaal op de bonte bodem staat, veel kleuriger dan hij, en die verschiet in bedwelmende verten…’ Voor het zover is, reist Desbordes-Valmore per postkoets van Parijs over Rijssel naar Brussel; u laat haar ‘dalen in de ruime Scheldevallei, en dan, Doornik voorbij, de Zuidoostvlaamse bergages langs’, landen ‘te Ronse, dat in een kom van koepels verborgen ligt.’
Nu als e-boek op Hof/Haan: Publieke vijanden van Michel Houellebecq & Bernard-Henri Lévy
Michel Houellebecq & Bernard-Henri Lévy
Publieke vijanden
Vert. Martin de Haan & Rokus Hofstede
E-boek (Epub2)
ISBN 978-94-92946-01-0
€7,45
Lees een fragment
Twee schrijvers, twee publieke figuren, twee geliefde koppen van Jut. Michel Houellebecq en Bernard-Henri Lévy hebben weinig gemeen, behalve dat ene gegeven: ze zijn allebei ‘tamelijk verachtelijke individuen’. Reden genoeg om elkaar per brief eens goed de maat te nemen.
De een heeft naam gemaakt als auteur van grimmige romans waarin de mens wordt neergezet als een wreed en egoïstisch dier. De ander is filosoof en reist de wereld rond als voorvechter van de mensenrechten. Alleen al het feit dat deze twee mannen elkaar hebben gevonden in een correspondentie, mag zeer bijzonder heten.
State of Translation 2020: de vertaler als auteur
De State of Translation is bedoeld om één keer per jaar te kijken hoe de zaken ervoor staan in wat in de volksmond Vertalië wordt genoemd. Welnu, something’s rotten in the State of Translation.
‘De vertaler als auteur’, dat klinkt radicaler dan het is. Volgens de Berner Conventie, het verdrag uit 1886 dat nog altijd de basis van het auteursrecht vormt, worden vertalingen beschermd als oorspronkelijke werken – niet alsof het oorspronkelijke werken waren, maar in de hoedanigheid van oorspronkelijke werken. Vertalers gelden als auteurs omdat zij bestaande werken omzetten in nieuwe werken, niet door het origineel gewoon even over te typen in een andere taal, maar door naast het origineel met heel andere materialen en technieken – de woorden en structuren van een andere taal – van de grond af iets nieuws op te bouwen wat zoveel mogelijk op dat origineel moet lijken.
De boekvertaler: mens én auteur
We lezen tegenwoordig veel over de sociaal-economische situatie van verschillende categorieën zelfstandigen. Met schrijvers en freelance journalisten is het niet al te best gesteld, maar hoe zit het met de vertalers van de buitenlandse boeken die we lezen? Martin de Haan, zelf vertaler, geeft een rondleiding door de catacomben van zijn beroep.
Zomaar een informatiekraampje op zomaar een boekenbeurs, een jaar of tien geleden. Achter de tentoongestelde boeken, allemaal vertalingen, staan een paar vriendelijke vrijwilligers de bezoekers te woord. En dan valt die ene, oprecht verbaasde vraag, die diezelfde dag nog een paar keer zou langskomen: ‘Dus boeken worden nog altijd door mensen vertaald?’
‘Een goed boek overleeft de vertaling’
Het blijft fascinerend om te zien hoe de grootste dooddoeners over vertalen circuleren onder mensen van wie je zou denken dat ze beroepshalve goed geplaatst zijn om beter te weten.
Want wat is vertalen? Vertalen is schrijven.
Schrijven, die activiteit hebben vertalers gemeen met een andere categorie auteurs die de schrijfkunst beoefenen: schrijvers. Desalniettemin kom je veelvuldig, ook bij schrijvers, dat wil zeggen bij kenners van de literatuur, bij beroepslezers, de gemakzuchtigste gemeenplaatsen over het vertalen tegen – doorgaans weinig doeltreffende schaamlapjes voor wat niet anders dan structurele minachting kan heten.
Het is een overbekende discussie telkens als een leeservaring tegenviel: zou het aan de vertaling liggen?
Non est Bielefeld
Two bees went looking for Bielefeld. At the indicated spot they saw a lot of houses and buildings, but no Bielefeld.
Two rabbits went looking for Bielefeld. At the indicated spot they saw a lot of roads and streets, but no Bielefeld.
Two lions went looking for Bielefeld. At the indicated spot they saw a lot of people shouting and running, but no Bielefeld.
‘This “Bielefeld” is just a primitive belief, an idea without substance,’ the animals said to each other: ‘Non est Bielefeld.’ This conclusion still holds.
‘Frag’ nicht…’
In Übersetzerhaus Looren bracht ik dit jaar een nijvere junimaand door met werken aan vertalingen van Roorda en Johannin. Intussen verscheen mijn discrete debuut in de Duits-Zwitserse letteren: Nöis für öis, het sufferdje van Wernetshausen – het dorp in het Zürcher Oberland waar het vertalershuis is gevestigd – publiceerde bijgaand stukje – over het volkslied van een liefde en de dood van een tenor.
Zomerdromen
Het is weer eens erg rustig op Hof/Haan. Toch hebben we niet stilgezeten: binnenkort verschijnt bij Lebowski onze vertaling van J.-K. Huysmans’ En ménage, onder de mooie dubbelzinnige titel Aan de vrouw. En in de tussentijd heb ik zelf een masterclass portretfotografie bij Richard Dumas gedaan. Nieuw beroep erbij?
Filter-column: Vertalen in de toekomst
Ruim tien jaar na *Overigens schitterend vertaald is er weer een vertaalpleidooi. Het heet verTALEN voor de toekomst (hier te downloaden), en het vrolijke woordspel in de titel maakt al duidelijk waar de nadruk dit keer vooral ligt: niet op literatuur, maar op taal – om precies te zijn op 1) de afnemende belangstelling in Nederland en Vlaanderen (blijkens de instroom van talenstudenten) voor andere buitenlandse talen dan het Engels, 2) het daardoor verschralende aanbod aan talen in de vertaalopleidingen, 3) de beperkte middelen om studenten Nederlands in het buitenland goed te leren vertalen, en 4) een beetje los daarvan, de kwetsbare positie van literair vertalers, die het vak niet aantrekkelijk maakt.
Wegens succes geprolongeerd: zomercursus literair vertalen F-N in Autun
Na het succes van vorig jaar nu opnieuw in Autun (Bourgogne): zomercursus literair vertalen Frans-Nederlands o.l.v. onze medewerker Haan. Drie of vier dagen (afhankelijk van het aantal deelnemers) diepgaande bespreking van thuis voorbereide tekstfragmenten, waarbij alle onderdelen van het vak vanzelf aan bod komen: ‘technische’ dingen zoals ritme, klank, zinsbouw, realia, verwijzingen, humor, beeldspraak, maar ook zaken als vertaalstrategie, vertaalopvatting etc.
In augustus (week 34) vertalen we een aantal korte beschouwende teksten van Michel Houellebecq, in juli (week 28) waarschijnlijk liefdesbrieven van François Mitterrand. Voor de inwendige mens wordt gezorgd. Kosten: 395 euro. Toelatingseis: goede kennis van het Frans, goede schriftelijke beheersing van het Nederlands.
Boze witte man
Aan de rand van de wereld is herdrukt! En niet zomaar herdrukt: ik heb het hele boek aangepast naar de stand van zaken anno 2019 en er vier nieuwe stukken aan toegevoegd, waaronder ‘Doodgaan II’ van Houellebecq zelf (een commentaar op ‘Doodgaan I’) en een stuk over Serotonine. Voor de gelegenheid hier alvast een voorproefje. Deze tekst zal op 16 mei ook centraal staan tijdens een gesprek tussen psychiater Dirk De Wachter en mijzelf in het Brusselse debatcentrum deBuren.
‘Bent u communist, meneer Kundera?
Houellebecq in Amsterdam
Michel Houellebecq bracht afgelopen vrijdag een verrassingsbezoek aan Amsterdam, waar hij samen met zijn vrouw Lysis het Boekenbal en de presentatie van Serotonine bijwoonde.

Serotonine verschenen!

De zevende roman van Michel Houellebecq is vandaag in vertaling verschenen. De eerste foutjes worden al gesignaleerd op Twitter. Wie vindt de meeste?
‘In Mogelijkheid van een eiland […] had ik aanvankelijk geschreven dat Daniel uit zijn Bentley stapte. Een paar maanden later wees mijn Nederlandse vertaler […] me erop dat de Bentley vijftig bladzijden eerder was verkocht; normaal gesproken had Daniel uit zijn Mercedes moeten stappen. Niemand bij de Franse uitgeverij had iets gezien. Bij die parkeerplaats langs de snelweg zag ik de Bentley voor me; ik heb hem braaf door de Mercedes vervangen. Heb ik daar goed aan gedaan?
Over de eerste zin uit ‘De grote angst in de bergen’ van Charles-Ferdinand Ramuz
Het onnozelste eerste zinnetje kan de vertaler die zijn moed bijeen heeft geraapt meteen perplex doen staan.
De lezer van de openingspagina van Ramuz’ roman De grote angst in de bergen, oorspronkelijk gepubliceerd in 1926 als La Grande Peur dans la montagne, wordt geteleporteerd naar een klein bergdorp in het kanton Wallis, ergens eind 19e of begin 20e eeuw, midden in een zich voortslepende vergadering van de dorpsraad – het orgaan voor gemeentelijk zelfbestuur waarin alle volwassen mannelijke dorpsbewoners inspraak hebben, oftewel het hoogste lokale besluitvormingsorgaan, conform de lange basisdemocratische traditie die Zwitserland rijk is.
Onderworpen: de titel

Vaak wordt me gevraagd waarom de Nederlandse titel van Houellebecqs Soumission niet Onderwerping luidt, in plaats van Onderworpen. Ik ben daarin niet over één nacht ijs gegaan. Het Franse soumission is de letterlijke vertaling van islam, wat zoiets als ‘overgave’ betekent: de overgave van de mens aan God. Het Franse woord is dominant passief. Het Nederlandse woord ‘onderwerping’, daarentegen, is dominant actief en zou als titel onmiddellijk worden gelezen als ‘bedwinging, beteugeling, onderdrukking’. Dat wilde ik voorkomen. Toch zou de eenduidig passieve titel Overgave (bij De Arbeiderspers al ingepikt door Arthur Japin, en dus sowieso geen optie) ook niet echt goed zijn geweest, want ‘soumission’ kán een actieve betekenis hebben, zoals ‘onderwerping’ trouwens ook een passieve betekenis kan hebben (beide worden overschaduwd door de dominante betekenis, tenzij de context anders bepaalt).
De nieuwe Houellebecq: provocerend en profetisch?
De nieuwe Houellebecq is er! De pers heeft de stoplappen maar weer eens afgestoft: het is boek is uiteraard ‘provocerend’ en ‘profetisch’.

Mijn eigen leesindruk: Sérotonine is een verrassend intimistische roman zonder al te grootse vergezichten, de eerste sinds De wereld als markt en strijd (1994) die niet langzaam de toekomst in glijdt.
Later meer, eerst maar eens de vertaling zien af te krijgen.
Kundera weer Tsjechisch?
Mijn eerste reactie: dit moet een politieke publiciteitsstunt van de populist Babiš zijn. Kundera weigert al sinds de jaren 1980 als een Tsjechische schrijver te worden behandeld, niet alleen omdat hij als schrijver zijn moedertaal allang heeft verruild voor het Frans (de definitieve, gezaghebbende editie van zijn hele Oeuvre is verschenen in de Bibliothèque de la Pléiade), maar vooral ook omdat wat hem interesseert niet zozeer de taalkunst, als wel de romankunst is (waarover hij ook tal van essays heeft geschreven).
De klaagzang van de vertaler
Bij toeval stuit ik bij Bol.com op een klantenrecensie van Maarten Steenmeijers boek over het vertalen van literatuur, Schrijven als een ander (Wereldbibliotheek, 2015). De klant in kwestie, Hettie Marzak, die onder andere ook recenseert voor Literair Nederland, besluit haar betoogje met de volgende constatering:
Steenmeijer geeft interessante feiten en meningen weer en het boek leest heerlijk. Vooral ook alle ‘even’ verhalen over bekende schrijvers weet hij boeiend te brengen. Maar gaandeweg begin ik me te ergeren aan zijn voortdurende gebedel om erkenning van literaire vertalers en de klaagzang over het gebrek daaraan, die volgens mij niet terecht zijn. Steenmeijer wil het liefst zijn naam gedrukt zien als co-auteur, omdat je volgens hem als vertaler het boek helemaal opnieuw schrijft.
Dr. Elly Jaffé Prijs 2018 naar Martin de Haan
Filter Vertaalprijs 2018 voor Riskante relaties
Alliteratie?
Riskante relaties: de voetnoten

Naaijkens herinnert me eraan dat ik nog iets wilde schrijven over de vertalersnoten in het boek. Die voetnoten zijn volgens hem ‘weliswaar in de geest van de oorspronkelijke auteur, maar behoorlijk zelfbewust en ongebruikelijk of zelfs not done bij ons.’ Dat klopt, maar het ligt iets subtieler…
De oorspronkelijke auteur, Pierre Choderlos de Laclos, voert zichzelf ten tonele als samensteller en tekstbezorger van de brieven (‘verzameld in bepaalde kring en tot lering van enkele andere openbaar gemaakt door monsieur C*** de L***’) en voegt in die hoedanigheid een groot aantal voetnoten toe: soms informatief, soms oordelend – bijvoorbeeld, p.
Riskante relaties dubbel genomineerd!

Veroverende Franstaligheid
De eerste keer dat ik van die nieuwe ambitie hoorde, was toen Macron er op 8 januari zelf over twitterde, vanuit China nota bene, waar hij in de miljoenenstad Xi’an een publiek van Chinese (Chinese!) studenten voorhield: ‘Maak het Frans samen met ons wereldtaal nummer 1 door ook te besluiten Frans te spreken.’ En natuurlijk moest ik meteen denken aan Donald Trump met zijn America first, en aan de reactie van Arjen Lubach daarop.
Dorre zielen, droomfilm met Michel Houellebecq
Een burleske thriller van Soren Bakayoko. Met Oxmo Puccino, Colin Farrell, Isabelle Huppert en Léa Seydoux, en een gulle gastrol van Michel Houellebecq.
Proust en Diderot weer leverbaar!
Marcel Proust
Swanns kant op
Vert. Martin de Haan en Rokus Hofstede
Athenaeum-Polak & Van Gennep
ISBN 9789025308933
€ 27,50 (gebonden)
Ook Diderots Jacques de fatalist en zijn meester is weer leverbaar, zelf uitgegeven als e-boek:
Denis Diderot
Jacques de fatalist en zijn meester
Vert. Martin de Haan
ISBN 978-94-92946-00-3
€9,99 (Epub2)
Riskante relaties: de illustraties van George Barbier

Barbier (1882–1932) was een van de belangrijkste Franse illustratoren van zijn tijd. Ik had nog nooit van hem gehoord, maar die lacune heb ik nu gelukkig hersteld.
Je zou haast hopen dat de (rechtenvrije) illustraties van Barbier ooit nog eens worden gebruikt voor een jubileumuitgave van de vertaling, bijvoorbeeld ter gelegenheid van het driehonderdste geboortejaar van Laclos in 2041, dan kan ik het zelf hopelijk nog meemaken.
Riskante relaties: een paar correcties
-
- p. 4: de naam van de vormgever van het prachtige binnenwerk ontbreekt: Steven van der Gauw
- idem: Georges Barbier > George Barbier
- idem: www.hofhaan.nl > www.hofhaan.nl/laclos/
- p. 53: wat ik kon doen > wat ik doen kon
- p. 204: medelij > meelij [dit was bij de zetter fout gegaan door automatisch zoeken en vervangen, oei!]
Riskante relaties: de treffende titel

Riskante relaties: #MeToo

Riskante relaties verschenen

Vandaag is Riskante relaties officieel verschenen. Zelf lig ik al dagen ziek op bed, maar dat mag de pret niet drukken!
Later weer meer, onder andere over de prachtige omslagillustratie van George Barbier (afkomstig uit een editie van de Liaisons die in 1934 is verschenen bij Le Vasseur).
Riskante relaties: u of jij? (vervolg)

Verder waar ik was gebleven (zie mijn vorige post). In plaats van in mijn vertaling de Franse verdeling tussen vous en tu op de voet te volgen, zoals ik aanvankelijk had gedaan om het historische decor te benadrukken, heb ik omwille van de variatie besloten de mogelijkheden van het hedendaags Nederlands optimaal te benutten: goede vrienden tutoyeren elkaar, geliefden in principe ook, terwijl de beleefdheidsvorm ‘u’ juist een zekere afstand (om redenen van respect, hiërarchie of anderszins) aanduidt.
De belangrijkste verandering, waar achtenzeventig van de honderdvijfenzeventig brieven mee gemoeid waren, gold natuurlijk de manier waarop de voormalige geliefden en huidige samenzweerders Valmont en Merteuil elkaar aanspreken: zodra die van vousvoyeren wordt omgezet in tutoyeren, dient ook de algehele toon van hun wederzijdse brieven te worden aangepast – wat precies de extra los(bandig)heid oplevert die ik nodig had voor mijn ‘spagatische’ aanpak.
Riskante relaties: u of jij?

Riskante relaties: Cécile Volanges

Riskante relaties: de spagaat

Riskante relaties: Adriaan Morriën
Over Adriaan Morriën (1912–2002) niets dan goeds. Voorvechter van vertalersrechten, mede-oprichter van het Fonds voor de Letteren, docent/goeroe aan het roemruchte Instituut voor Vertaalkunde aan de Universiteit van Amsterdam, medeontdekker van schrijvers als W.F. Hermans, Gerard Reve en Harry Mulisch, auteur van een dertigtal boeken, en natuurlijk vertaler van met name drie klinkende titels: Het verhaal van O van Pauline Réage, De vreemdeling van Albert Camus en Gevaarlijk spel met de liefde van Pierre Choderlos de Laclos. Hij ontving in 1962 de Martinus Nijhoffprijs.
Na de versie van Morriën uit 1954 zijn er nog twee andere vertalingen van Les Liaisons dangereuses verschenen, respectievelijk van de hand van Renée de Jong-Belinfante (Gevaarlijke liefde, 1966) en Frans van Oldenburg Ermke (Gevaarlijke hartstochten, 1972), maar de tekst van Morriën is altijd als de standaardvertaling blijven gelden, misschien wel gewoon omdat zijn uitgever(s) een actiever herdrukbeleid voerde(n).
Riskante relaties: de titel
Riskante relaties: Visconde de Valmor
Een paar weken geleden verbleef ik met mijn geliefde in een gerieflijk appartement in Lissabon om even bij te komen van een lange, loodzware vertaalklus die ik eindelijk had volbracht – of althans bijna volbracht, want op de dag voor vertrek werd me duidelijk dat er nog altijd zo’n 3000 woordjes zouden blijven liggen tot na mijn thuiskomst, om nog maar te zwijgen van het nawoord, de correcties en de drukproeven. Niet getreurd: het was een heerlijke week, het weer deed zijn best (30 graden) en het grootste deel van de tijd lukte me het vrij goed om mijn werk uit mijn hoofd te zetten.
Een piramide van verloren tijd
Door Wannes Gyselinck
Geen kunstenaars die meer over tijd en tijden moeten reflecteren dan vertalers van literaire klassiekers. Zeker vertalers van Proust. Rokus Hofstede haalde – taalde – diens verloren tijd terug naar vandaag. ‘We zijn maar twee jaar over tijd gegaan.’
Tijd is het alfa en omega van Prousts Op zoek naar de verloren tijd. De zevendelige roman begint met tijdsverlies – le temps perdu – en eindigt, glorieus en na meer dan drieduizend bladzijden, met tijdswinst: le temps retrouvé.
Wilfred Oranje redivivus
Vijf jaar later kwam ik eindelijk aan de vervulling van dat verlangen toe, in hetzelfde Galicische kustdorp. Ik las er deze zomer Job: roman over een eenvoudige man van Joseph Roth, in Oranjes vertaling uit 2007 (die hij verrichte onder Elly Schippers’ eindredactie).
Nieuw vertalersgeluk
En daar ging hij dan, de Europese Literatuurprijs 2012, naar Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek. Pech voor het duo Houellebecq/De Haan, dat evenwel niet bij de pakken neer wenst te zitten en zijn zinnen heeft gezet op een revanche in het mooie jaar 2017.
Dat schreef ik in 2012, en eerder dan verwacht is het dan zover: het duo Houellebecq/De Haan is met Onderworpen opnieuw genomineerd voor de Europese Literatuurprijs, niet in 2017 maar in 2016.
De andere vier boeken van de shortlist heb ik niet gelezen, maar in de wandelgangen valt al te horen dat een vierde Franse winnaar in zes jaar Europese Literatuurprijs erg onwaarschijnlijk (of ronduit een schande) zou zijn.
Bloeiende meisjes
De beslissing om verder te gaan is al een tijdje genomen. De uitgever is enthousiast, wij zien het wel zitten om tot ver na de pensioengerechtige leeftijd onmogelijke zinnen te vertalen, het enige probleem is de financiering. Proust vertalen is véél tijdrovender dan een doorsnee literaire roman, en het Nederlands Letterenfonds heeft in de vereenvoudigde nieuwe werkbeursregeling geen aparte plaats meer ingeruimd voor extreem moeilijke projecten. Het komt erop neer dat we nog ongeveer een half boek moeten zien te ‘dekken’. (NB Uitgevers zijn geen werkgevers die hun vertalers keurige salarissen betalen.
De witte geur van roet (bis)
Geuren hebben geen kleur. Heel strikt genomen is er dus niet eens sprake van een oxymoron (een schijnbaar onmogelijke verbinding van twee tegengestelde begrippen, zoals ‘een bejaard kind’ of ‘zwarte sneeuw’). Toch heeft het beeld een sterk schrikeffect, want het overgrote deel van de lezers zal in een eerste opwelling dezelfde reactie als Kamphuis hebben: de geur van roet is niet wit, maar zwart.