En daar ging hij dan, de Europese Literatuurprijs 2012, naar Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek. Pech voor het duo Houellebecq/De Haan, dat evenwel niet bij de pakken neer wenst te zitten en zijn zinnen heeft gezet op een revanche in het mooie jaar 2017.
Dat schreef ik in 2012, en eerder dan verwacht is het dan zover: het duo Houellebecq/De Haan is met Onderworpen opnieuw genomineerd voor de Europese Literatuurprijs, niet in 2017 maar in 2016.
De andere vier boeken van de shortlist heb ik niet gelezen, maar in de wandelgangen valt al te horen dat een vierde Franse winnaar in zes jaar Europese Literatuurprijs erg onwaarschijnlijk (of ronduit een schande) zou zijn. Dat is ook meteen de zwakte van een prijs die is ingesteld om de diversiteit van de Europese literatuur te laten zien: zolang men die diversiteit langs staatkundige lijnen blijft meten (met als impliciete aanname dat twee Franse boeken per definitie meer op elkaar lijken dan bijvoorbeeld een Frans en een Fins boek) is zo’n prijs niet veel meer dan oude romantisch-nationalistische wijn in nieuwe zakken. Niet de veelheid aan keurig van elkaar afgebakende Europese landen, talen en culturen zorgt voor de diversiteit van de Europese literatuur, maar de veelheid aan menselijke temperamenten, ervaringen, inzichten en talenten.
Houellebecq is beïnvloed door Balzac, maar meer nog door Clifford Simak (City, lees dat boek!). Zoals W.F. Hermans is beïnvloed door Kafka, en Kafka door Flaubert. Dát is Europese, nee, wereldliteratuur.
Ik wens de jury veel wijsheid toe. Moge de beste winnen. Die heet niet per se Houellebecq (Onderworpen is naar mijn smaak een minder goed boek dan De kaart en het gebied), maar áls hij dan toch wordt genomineerd, verdient hij een eerlijke kans. Niet als Franse schrijver, maar als schrijver.