De mens is geboren in het water en stamt af van de kikker – een theorie die wordt bewezen door de analyse van de menselijke taal. Zo luidt, samengevat, de stelling die Jean-Pierre Brisset (1837-1919), Frans schrijver, denker en uitvinder, vanaf 1889 in een reeks profetische werken verdedigt: Le Mystère de Dieu est accompli (1890), La Science de Dieu ou La création de l’homme (1900), Les Prophéties accomplies (Daniel et l’Apocalypse) (1906) en Les Origines humaines (1913). In deze geleerde boeken geeft Brisset via omstandige analyse van woordspelingen en homofonieën in de Franse taal een volkomen nieuwe visie op de menswording, die in rechtstreekse concurrentie treedt met Darwin.… > Lees verder
Joris-Karl Huysmans, Aan de vrouw, nawoord
‘Ik zit erg in mijn maag met mijn vervloekte roman,’ schrijft Joris-Karl Huysmans in 1881, kort voor het verschijnen van En ménage, aan zijn vriend Théodore Hannon. ‘Hij is zo anders, zo vreemd, zo intimistisch, hij staat zo ver af van alle ideeën van Zola, dat ik niet weet of ik niet afsteven op een faliekant fiasco. Het is een vrij nieuw soort naturalisme, geloof ik. Maar het platvloerse van het leven en de weerzin tegen het menselijk bestaan, daar moet het vermaledijde publiek misschien maar weinig van hebben. Nu ja, het is behoorlijk pikant en het attaqueert alles wat respectabel is, dus ik heb troeven.… > Lees verder
Welluidende wartaal
Hoeveel schrijvers die begonnen als wereldbestormend avant-gardist eindigen als nationaal literair erflater? Het is het lot van de avant-garde: wat eens revolutionaire nieuwlichterij was, wordt mettertijd, al dan niet postuum, bijgezet bij de klassieken – of domweg vergeten.
Maar revolutionaire nieuwlichters krijgen soms een tweede leven in vertaling, en keren dan vaak, ironisch genoeg, terug naar de marge vanwaar ze ooit vertrokken. Nog ironischer is dat wat in een andere taal en tijd van hun teksten resteert, iets heel anders is dan wat hun eens voor ogen moet hebben gestaan: een bevrijde taal, waarin het woord een daad is, een taal waarin je de polsslag van het heden hoort.… > Lees verder
‘De roman vernieuwen, vernietigen met zijn eigen middelen’: Louis Aragon
Op 27 november 1926 besluiten de verzamelde surrealisten tot definitieve uitsluiting van Philippe Soupault, surrealist van het eerste uur. Soupault heeft een doodzonde begaan: hij heeft verschillende romans geschreven en is dus bezweken voor de ‘literaire verleiding’. Daarop dienen alle aanwezigen hun literair-politieke positie te bepalen. Is die positie vanuit revolutionair oogpunt verdedigbaar? Antonin Artaud weigert een verklaring af te leggen en tekent daarmee voor zijn eigen uitsluiting. Hij verlaat het vertrek. De beurt is aan Louis Aragon.
… > Lees verderBreton: “Mij is ter ore gekomen dat Aragon literaire activiteiten ontplooit: bijvoorbeeld de publicatie van een zesdelig werk bij Gallimard, getiteld La Défense de l’infini.