Een gezin rond een lamp die op tafel staat: ‘Jongen, geef de schaar eens aan, daar op die stoel.’
‘Hij ligt er niet, moeder.’
‘Ga hem dan uit de andere kamer halen. Weet je nog, lieve baas, dat we ons ooit een kind toewensten waarin we opnieuw geboren zouden worden, een kind dat ons op onze oude dag tot steun zou zijn?’
‘Ik weet het nog en God heeft ons verhoord. We hoeven ons lot op deze aarde niet te beklagen. Elke dag loven we de Voorzienigheid voor de weldaden die ze ons bewijst. Onze Édouard is in alles even bevallig als zijn moeder.’… > Lees verder