In romans wil her en der nog wel eens een verdwaalde vertaler opduiken, doorgaans een bijfiguur die de ideeën van de auteur over literatuur vertolkt. Zouden er ook vertalende filmpersonages bestaan? Ik kon het me eigenlijk nauwelijks voorstellen, tot ik onlangs La Grande Illusion van Jean Renoir zag.
De film, uit 1937, is een archetypische ontsnappingsfilm en een beroemd pacifistisch pamflet. De plot draait om de lotgevallen van enkele Franse militairen in Duitse krijgsgevangenschap tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maréchal, een arbeider van het ruwe-bolster-blanke-pit-type (een jonge Jean Gabin) sluit vriendschap met Rosenthal, een couturier, zoon van welgestelde bankiers; ze slagen erin om uit handen van de Duitsers te ontsnappen dankzij de zelfopoffering van hun aristocratische officier, Boeldieu.
Een van Maréchals medegevangen, Demolder, zit voortdurend zwijgend met zijn neus in een dik, gehavend boekwerk, het complete werk van Pindarus. Maréchal vraagt: ‘Mais, au fait, c’est qui ton Pindare?’ Pindarus, antwoordt Demolder, is niemand minder dan de grootste dichter aller tijden. Elk vrij ogenblik wijdt hij dan ook aan het vertalen van diens oden.
De vertaler draagt een Nederlandstalige naam, maar de alerte kijker laat zich niet misleiden; als kalende, wereldvreemde kamergeleerde is Demolder (gespeeld door Sylvain Itkine) het prototype van de joodse intellectueel, en als zodanig een tegenhanger van de gefortuneerde pragmaticus Rosenthal.
Demolders dramatische functie lijkt vooral te zijn dat hij terloops het antisemitisme van de Duitse officieren illustreert. Wanneer de Duitse kommandant (Erich Von Stroheim) een kijkje komt nemen bij de Franse gevangenen, bladert hij even door Demolders haveloze Pindarus-exemplaar, monstert het profiel van de vertaler en verzucht: ‘Pauvre vieux Pindare’. Wat er met Demolder gebeurt, krijgen we niet te weten: hij doet niet mee aan de ontsnappingspogingen van zijn medegevangenen, hij verdwijnt geruisloos uit de film.
Ook in La Grande illusion is de vertaler een bijfiguur: een antiheld die lofliederen op antieke helden vertaalt, een boekenwurm die zo vol is van zijn vertaalroeping dat hij vergeet het vege lijf te redden, in één woord: een sjlemiel – maar dan wel een die leeft voor zijn droom, zijn eigen grote illusie, en er misschien juist daardoor in slaagt zich in leven te houden.