Op last van de erven van Céline, is het nawoord in deze herdruk drastisch ingekort.
Een kort zinnetje in de tweede druk van Oorlog, die deze week verschijnt, onder aan het nawoord.
Een van de clausules van het contract afgesloten door de Nederlandse uitgeverij Athenaeum met de Franse uitgeverij Gallimard, behelst dat de erven Céline hun goedkeuring moeten verlenen aan de voor- en nawoorden bij nieuwe vertalingen. Het nawoord van de Nederlandse vertaler, terugvertaald in het Frans via Deep-L, vond geen genade in hun ogen. Maar de eerste druk van Oorlog lag al lang en breed in de winkel toen die bezwaren kenbaar werden gemaakt. De eis luidde dat de eerste paragraaf van het nawoord, ruim een kwart van de tekst, zou worden geschrapt. In die paragraaf wordt, na een korte karakterisering van de auteur (‘in Céline zijn de literator en de agitator niet te scheiden’), ingegaan op het spectaculaire opduiken van meer dan vijfduizend pagina’s manuscript in 2021, een vondst waarover verschillende hypotheses de ronde doen.
Mijn aanvankelijk reactie als vertaler was om op mijn principiële paard te springen en ‘censuur!’ te roepen. Maar is het sop de kool wel waard? Zo’n doorzichtige poging om de receptie van Célines werk in het buitenland te sturen lijkt bij nader inzien niet alleen pathetisch maar ook tot mislukken gedoemd. Pathetisch, omdat juist wie beweert dat er een hemelsbreed verschil is tussen mens en werk en dat je Céline louter esthetisch moet lezen, erop zou moeten vertrouwen dat dat werk op eigen, ‘zuiver literaire’ kracht kan overleven. Nu doet men paradoxaal genoeg precies het tegendeel: door het poneren van ideologisch onwelgevallige maar ruim gedocumenteerde stellingen te verbieden (Célines heulen met de nazi’s tijdens WO II, Célines moordzuchtige anti-joodse verklaringen, de ware toedracht van de manuscriptenvondst) bewijst men dat zijn werk kennelijk toch niet op zichzelf kan staan – en dat de literator en de agitator inderdaad niet te scheiden zijn. Tot mislukken gedoemd is deze vorm van intimidatie bovendien, omdat ze alleen maar meer aandacht wekt voor de onfrisse, om niet te zeggen abjecte kanten van een foute schrijver, die niettemin een groot literatuurvernieuwer en een meeslepend romancier was.
Een schrijver ook die in 2032 in het publieke domein zal vallen. Dan verschijnt ongetwijfeld een herdruk van de vertaling waarin het integrale nawoord wordt hersteld. Tot die tijd kunnen nieuwsgierige lezers dat nawoord, inclusief de gewraakte paragraaf, lezen op deze site.
‘Top’ van jou, Rokus!