web analytics

Hun? Hen!

Discussietje op LinkedIn over ‘hen’ en ‘hun’ in het Nederlands. Mijn stokpaardje, dus dat treft! Ooit behoorde ik waarschijnlijk tot het kamp dat zichzelf met amper verholen trots of arrogantie (het is maar van welke kant je het bekijkt) de ‘puristen’ noemt: mensen die heel precies weten wanneer je ‘hen’ of ‘hun’ moet gebruiken, en die anderen daar genadeloos op wijzen als het weer eens fout is gegaan. En laten we wel wezen, zo héél moeilijk is de middelbareschoolregel niet: het persoonlijk voornaamwoord ‘hun’ dient uitsluitend te worden gebruikt als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel (‘Ik geef hun het meel’), terwijl ‘hen’ dient te worden gebruikt als lijdend voorwerp of als meewerkend voorwerp mét voorzetsel (‘Ik geef het meel aan hen’). Ja, je moet er wel grammaticaal voor kunnen ontleden, dat is nog even een dingetje. Maar heb je het systeem eenmaal begrepen, dan gaat het nooit meer fout. Denk je.

Zo ver, zo goed. De eerste keer dat er een flinke barst in mijn purisme kwam, was toen ik – een jaar of dertig geleden – mijn promotor aan de Universiteit Leiden, prof. dr. E. van der Starre, er enigszins beschaamd op wees dat hij in een tekst van hem die ik had mogen proeflezen de hen/hun-regel niet goed toepaste: hij gebruikte ‘hen’ als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel. Met de hem kenmerkende ironie bedankte hij me voor mijn scherpe schoolmeestersoog, waarna hij uitlegde dat de regel in kwestie gewoon maar een verzinsel van een overijverige frik was: in de levende taal had het onderscheid nooit bestaan. En hijzelf vond het helderder om als meewerkend voorwerp altijd ‘hen’ te gebruiken.

Ik verdiende op dat moment mijn dunbelegde boterham als persklaarmaker en corrector voor literaire en wetenschappelijke uitgeverijen, en voelde als nieuwkomertje in het vak geen enkele opwelling om mijn opdrachtgevers te gaan wijzen op de onzinnigheid van hun huisregels (laat staan van de officiële Nederlandse grammatica). Bovendien, als iedereen zich in principe toch netjes aan de regel houdt, waarom zou je die dan willen veranderen? Dus ik bleef nog een paar decennia keurig in het puristische gelid lopen, braaf de vele, ongetwijfeld uit zuivere nonchalance geboren overtredingen van de regel corrigerend die ik op mijn tocht als redacteur en proeflezer tegenkwam.

Maar juist die vele overtredingen veroorzaakten heel geleidelijk de tweede, definitieve barst in mijn pragmatische purisme. In plaats van bij elk onjuist gebruik van ‘hen’ (in de krant vooral) uit te roepen dat het een schande was en dat de eindredacteur moest worden ontslagen, begon ik me af te vragen of de regel wel echt zo vanzelfsprekend was voor wie hem ooit heeft geleerd, en erger nog, of het uit je hoofd moeten leren van een regel niet een veeg teken is: sluit die wel echt aan bij de levende taal zoals ze niet alleen in onze tijd van verregaande taalverloedering (naar het oordeel van de puristen), maar al eeuwenlang wordt gesproken?

Sinds 2018 geef ik bij mij thuis in de Bourgogne vertaalworkshops. De (uiteraard bijna allemaal hooggeschoolde) deelnemers leveren hun vertaling van tevoren bij me in zodat ik alle varianten naast elkaar kan zetten in een handig overzichtsdocument, en na verloop van tijd begon me daarbij iets op te vallen: niemand (NIEMAND, ook de deelnemende neerlandici niet) houdt zich aan de hen/hun-regel. Vraag ik een groep wat er opvalt in een zin waarin de fout is gemaakt, dan ziet nog steeds niemand het. Krak, zei de barst.

Gelukkig bleek ik niet de enige met zo’n barst te zijn. Op de taaladvieswebsite van Onze Taal stond recentelijk nog te lezen:

Dat we verschil zouden moeten maken tussen hen en hun in ‘Ik zie hen’, ‘Ik vertel het hun’ en ‘Ik vertel het aan hen’ is te danken aan de zeventiende-eeuwse wetenschapper Christiaen van Heule. Deze regel heeft nooit echt geleefd in het dagelijks taalgebruik: hen en hun werden en worden door elkaar gebruikt in dit soort zinnen. Er ontstaat overigens wel een nieuwe regel. Deze regel is: gebruik altijd hen, óók in ‘Ik vertel het hen.’ De Algemene Nederlandse Spraakkunst geeft sinds 1997 al aan dat dit niet ‘fout’ is.

Die tekst is nu veranderd, waarschijnlijk door een purist? Maar de derde editie van de ANS (2021), die net als de vorige edities een descriptieve grammatica van het Nederlands wil zijn, laat over de werkelijke situatie weinig twijfel bestaan:

Bij hen en hun wordt in geschreven taal soms een syntactisch onderscheid gemaakt, dat overigens in de praktijk zelden consequent wordt toegepast. […] Meestal worden hen en hun zonder onderscheid gebruikt, met dien verstande dat hen stilistisch hoger gewaardeerd wordt. […] Over het algemeen heerst bij het gebruik van hen en hun bij veel taalgebruikers onzekerheid. Het hierboven geformuleerde syntactische onderscheid kan men toepassen als men naar een strikte norm streeft. We voegen hieraan echter toe dat ook het gebruik van hen in de boven gegeven voorbeeldzinnen bepaald niet als een fout mag worden gezien. Het gebruik bepaalt uiteindelijk de norm, maar dat gebruik is nog niet geconsolideerd, zodat naast elkaar voorkomen Het lukte hun en Het lukte hen, Ik beloofde hun en Ik beloofde hen, enzovoort.

De beste mij bekende uiteenzetting over de zin en onzin van de hen/hun-regel is van de hand van Ernie Ramaker, die mooi laat zien hoe de bedenker van de regel, Christiaen van Heule, in zijn werk De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst (1625) de taal niet wilde beschrijven, maar maken. We kunnen nu concluderen dat dat hem niet is gelukt, want de regel leeft nog steeds niet. Vandaar dat ik heb besloten me er in mijn eigen boeken niet meer aan te houden, na afweging van de volgende argumenten:

Vóór het aanhouden van de regel

  • Het naleven ervan geeft (aan een beperkte groep gelijkgestemden) een signaal af: ‘Ik beheers het Algemeen Beschaafd Nederlands.’
  • Niemand valt erover. (Dat is niet helemaal waar: ‘hun’ klinkt spreektalig en dus onverzorgd; pas in tweede instantie beseft de hoogopgeleide lezer dat er juist sprake is van een correct nageleefde regel.)
  • Het schept duidelijkheid. (Onjuist: de regel dient nergens toe, er wordt geen potentiële verwarring door weggenomen, integendeel: juist de dubbele functie van ‘hun’ als bezittelijk voornaamwoord en persoonlijk voornaamwoord kan tot begripsproblemen leiden, zoals in ‘Ik zeef hun meel’ versus ‘Ik geef hun meel’.)

    Tegen het aanhouden van de regel

  • Hij is kunstmatig bedacht en wordt nauwelijks nageleefd.
  • Hij is voor erg veel mensen lastig.
  • De alternatieve, beter bij de levende taal aansluitende regel (altijd ‘hen’ gebruiken als meewerkend voorwerp) is helderder, makkelijker en neemt potentiële verwarring weg.
  • De spreektalige bijklank van ‘hun’ (ongetwijfeld opgeroepen door het gebruik van ‘hun’ als onderwerp: ‘Hun hebben’) wordt met de alternatieve regel vermeden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.