Mijn dochters van 16 en 18 hebben allebei een dubbele nationaliteit. Dat zit zo. In 2003 ben ik met mijn toenmalige (Nederlandse) vriendin in Frankrijk gaan wonen, we kregen daar kinderen en die mochten op hun dertiende het zogeheten droit du sol of jus soli in werking zetten, waardoor ze zonder naturalisatie van de ene dag op de andere behalve Nederlands ook Frans waren, puur op grond van het feit dat ze op Franse bodem zijn geboren.
In Nederland kennen we dat recht niet. Sterker nog, Nederland is een verklaard tegenstander van dubbele nationaliteiten, die (zegt men) conflicterende loyaliteiten in de hand zouden kunnen werken. Wie het Nederlanderschap wil aanvragen, moet in principe dan ook afstand doen van zijn eerdere nationaliteit(en); wie Nederlander wil blijven, mag in principe geen staatsburger van een ander land worden.
Mijn dochters hadden dus geluk, want hun verkrijging van de Franse nationaliteit was een automatisme waarvoor geen aanvraag, maar alleen een verklaring hoefde te worden ingediend. Geëmigreerde Nederlanders zoals ikzelf hebben pech: zou ik Frans willen worden, wat ik na 20 jaar wonen in Frankrijk inderdaad zou mogen, dan zou ik mijn Nederlanderschap verliezen. Ik zou het overigens meteen weer terug kunnen vragen, want ik ben met een Nederlandse hertrouwd en zou op grond daarvan (als uitzondering op het principe) de Nederlandse nationaliteit dan kunnen krijgen zonder de Franse weer te verliezen. Leuk plan voor als ik een keer zin heb in héél veel bureaucratie, waar beide landen ijzersterk in zijn.
Maar waarom zou je als Nederlander in Frankrijk eigenlijk Frans willen worden? De burgemeester van mijn provinciestad, die als huisvriend de twee nationaliteitsfeestjes kwam opluisteren met een komisch-plechtige redevoering inclusief officiële sjerp, vroeg het zich ook af en gaf zelf uiteraard het antwoord: je kunt worden verkozen tot burgemeester van een mooie Franse provinciestad! Of beter nog, onder bepaalde voorwaarden, tot president van Frankrijk! Voor het stokbrood, de kaas en de wijn hoef je het niet te doen.
De echte reden is natuurlijk heel anders. Mijn dochters zijn tweetalig en bicultureel opgegroeid: thuis Nederlands, op school en met vriendinnen Frans. Conflicterende loyaliteit? Nee: complexe, beweeglijke identiteit, en daardoor een verrijkte blik op de wereld, waarvan een dubbele nationaliteit niet alleen een symbolische bevestiging, maar ook een praktische ondersteuning vormt. Zouden ze betere Nederlanders of Françaises zijn als ze tussen de twee nationaliteiten moesten kiezen? Nee, natuurlijk niet. En gelukkig is er een van de twee landen waar men dat (voorlopig!) nog begrijpt. Toevallig of niet toevallig is dat het land waar filosofie een verplicht eindexamenvak is.