Verwekt in de negentiende eeuw, geboren in de twintigste, gestorven op de rand van de eenentwintigste: Nathalie Sarraute kwam en ging met de eeuw die nog altijd de onze is, op 18 juli 2000 zou ze 100 jaar oud zijn geworden. Haar vrij onverwachte dood (tot voor kort verkeerde ze in blakende gezondheid) roept naast verdriet om het verlies van een van de grootste Franse schrijvers van onze tijd ook een glimlach van bewondering op: ook deze vorm van conventionele symboliek heeft ze aan zich voorbij laten gaan, om van de komende millenniumgekte nog maar te zwijgen.
Nathalie Sarraute werd als Natasja Tsjerniak geboren in het Russische plaatsje Ivanovo-Voznesensk. Over haar kindertijd, die gekenmerkt werd door een eindeloos gependel tussen Rusland en Frankrijk, schreef ze een van haar bekendste boeken, Enfance (in het Nederlands vertaald als Kindertijd). Of eigenlijk gaat het boek daar juist níet over, maar over de onmogelijkheid en de onwenselijkheid van het vastleggen van het verleden. Herinneringen zijn levende, voortdurend veranderende indrukken, ze worden niet gestuurd door objectieve feiten maar sturen zelf, bepalen samen met andere, al even veranderlijke indrukken wie je bent, hier en nu.
Om die ongrijpbare, voortdurend wisselende indrukken was het Sarraute te doen. ‘Tropismen’ noemde ze zelf, met een biologische metafoor die niet alleen de titel van haar eerste boek vormde (Tropismes, 1938), maar die ook in grote letters boven haar gehele oeuvre zou kunnen prijken (dat overigens al tijdens haar leven in de prestigieuze Pléiade-reeks verscheen). Tropismen zijn bewegingen die een plantaardig of dierlijk organisme uitvoert onder invloed van een uitwendige prikkel (zonnebloemen die naar het licht toe groeien), en Sarraute projecteert dat beeld op de soms nauwelijks waarneembare fluctuaties die aan de basis liggen van alles wat we doen, zeggen, voelen en vinden.
Wie die fluctuaties probeert vast te leggen maakt ze dood: het individu verstart tot een roerloze foto, een momentopname, die niet eens waarheidsgetrouw kan zijn, want in werkelijkheid worden we beheerst door allerlei tegenstrijdige neigingen. Sarrautes literaire project was dan ook een even ambitieuze als subtiele poging om de taal en de literatuur, de vastleggende werktuigen bij uitstek, zodanig uit te hollen dat de onophoudelijke stroom van gewaarwordingen en gevoelsindrukken er niet door zou worden geremd. Personages, plot, chronologie, alles moest wijken voor de beweging en de suggestiviteit.
[de Volkskrant, 21 oktober 1999, © Martin de Haan]