Marcel Proust, wie kent hem niet. Zijn meesterwerk, de megaroman Op zoek naar de verloren tijd, wordt deze zomer herdrukt in een goedkope editie (7 delen in cassette, 3472 pagina’s, € 69,50) in de onvolprezen en zwaar bekritiseerde vertaling van het trio C.N. Lijsen, M.E. Veenis-Pieters en Thérèse Cornips, dus vanaf nu is zelfs de prijs geen excuus meer. Maar de Nederlandse Proust is de Franse niet, verzekeren de snobs ons, en ze hebben nog gelijk ook: een vertaling kán niet identiek zijn aan het origineel. Gelukkig maar, trouwens, want nu kunnen we tenminste nog hopen dat er ooit een tweede Proustvertaling zal komen, en een derde, en een vierde – die niet per se beter zullen zijn, maar in ieder geval een andere visie op de tekst zullen geven.… > Lees verder
Tovertaal 2: Trouwen doe je omdat je van elkaar houdt
Citaten in een literair werk zijn voor een vertaler altijd een reden om extra alert te zijn. De auteur laat een vreemde stem spreken in zijn eigen tekst, er vindt een stijlsprong plaats, de doorgaande beweging wordt onderbroken. Voor de gebruiker van Tovertaal vormen citaten dan ook een prachtige gelegenheid om zich uit te leven in de wat woestere stijlexperimenten. Ik werk nu ruim drie maanden met het programma, het ambachtelijke vertaalwerk kan ik inmiddels volledig aan Tovertaal overlaten, de snelheid overtreft mijn stoutste dromen, maar hele dagen achtereen alleen maar pagina’s scannen is ook niet alles, dus elk citaat dat ik tegenkom koester ik als een kleinood.… > Lees verder
Tovertaal 1: Laten we de dingen beter maken
Over de (on)mogelijkheid van een vertaalmachine is veel gezegd en geschreven. Zelf heb ik altijd tot de sceptici behoord. Ik herinner me nog heel goed hoe Philipstopman Cor Boonstra in een interview verklaarde dat we binnen enkele jaren een apparaat konden verwachten dat zelfstandig teksten in keurig Nederlands zou kunnen vertalen. Dat moet in 1996 of 1997 zijn geweest, en ik versnipperde de krant waarin die blaaskaak zijn beweringen deed met een schampere schaterlach in de kattenbak. ‘Philip, stop, man!’ riep ik nog. Inmiddels zijn we enkele jaren verder, en wat blijkt? Boonstra had gelijk, hij was geen blaaskaak maar een nuchtere frontrunner die met voorkennis van zaken sprak.… > Lees verder