web analytics

Een kooi ging eens een vogel zoeken: Franz Kafka 100 jaar dood

Komt een boer bij de Wet. Hij wil naar binnen, maar de deurwachter houdt hem tegen: misschien mag het later, maar nu in elk geval nog niet. Berustend gaat de man naast de deur zitten wachten, jarenlang. Vlak voor zijn dood vraagt hij waarom er eigenlijk nooit andere mensen om toegang hebben gevraagd. Omdat deze deur alleen voor jou bestemd was, antwoordt de wachter, en hij doet hem dicht.

Het is misschien wel de bekendste parabel uit de hele wereldliteratuur. De auteur ervan, Franz Kafka, was er zo tevreden over dat hij het tekstje losweekte uit zijn onvoltooide roman Der Proceß en opnam in zijn tweede verhalenbundel, Ein Landarzt (1919), na het op 25 januari 1915 al te hebben voorgelezen aan zijn verloofde Felice Bauer en op 27 februari van datzelfde jaar aan zijn vriend Max Brod.… > Lees verder

Alles van nut is betekenisloos: Walter Benjamin

Walter Benjamin (1892-1940) was een van de oorspronkelijkste Duitse denkers van de vroege twintigste eeuw. Met zijn taal- en geschiedfilosofie, die het aanzien heeft van een niet-religieuze theologie, kan hij als de Joodse tegenhanger van zijn tijdgenoot Martin Heidegger worden beschouwd. Benjamin stierf jong en onbekend door aan het begin van de Tweede Wereldoorlog een einde aan zijn leven te maken na een mislukte poging om naar Spanje te vluchten. Hij zou zelf verbaasd zijn geweest over de roem die hem na de oorlog ten deel viel.

Alles wat hierboven staat is waar, en toch zegt het weinig. Ook het toevoegen van extra informatie heeft niet erg veel zin.… > Lees verder

Het innerlijke boek: Marcel Proust

Doop een cakeje in de thee, laat de kruimels op je tong uiteenvallen en je vergeten jeugd herrijst in al zijn glorie.

De toverformule, door Marcel Proust uitgebreid beschreven in Combray, het eerste boek van het eerste deel (Swanns kant op) van de romancyclus die niet voor niets Op zoek naar de verloren tijd heet, zal niet bij iedereen even goed werken. Sterker nog, het is maar de vraag of ze bij Proust zelf ooit heeft gewerkt, want naar verluidt heeft hij de beroemde ervaring met de madeleine ontleend aan een brief van Richard Wagner – waarin het cakeje overigens nog een beschuitje was.… > Lees verder

Het leven als tekst: Jacques Derrida

Het horen van zijn naam was voor sommige keurig nette, intelligente mensen al voldoende om in woede uit te barsten. ‘Als ik uit het raam spring, is dat dan ook taal?’ Waarna, als zo’n krachtige reductio ad absurdum nog niet volstond, algauw het argument der argumenten volgde: ‘Auschwitz!’

Jacques Derrida. Hij is nu tien jaar dood, maar het vuur dat hij heeft doen ontbranden is nog lang niet gedoofd. Waarschijnlijk is er geen enkele uitspraak van een twintigste-eeuwse denker die zoveel inkt heeft doen vloeien, tot ver buiten de academische filosofie, als zijn fameuze ‘Il n’y a pas de hors-texte’ – er is niets buiten de tekst.… > Lees verder

De ontdekking van de ironie: Milan Kundera

‘Bent u communist, meneer Kundera?’ ‘Nee, ik ben romancier.’ ‘Bent u dissident?’ ‘Nee, ik ben romancier.’ ‘Bent u links of rechts?’ ‘Geen van beide. Ik ben romancier.’

Het citaat, afkomstig uit de essaybundel Verraden testamenten, laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Milan Kundera, deze maand 85 jaar geworden, is een man met een roeping. Meer dan enige andere hedendaagse schrijver heeft hij zich sterk gemaakt voor wat hij als de Europese kunstvorm bij uitstek beschouwt – de roman. Geen literair genre, geen aardig volksvermaak, maar een heuse kunstvorm met zijn eigen regels en zijn eigen bestaansreden, dat wil zeggen zijn eigen opdracht: ‘ontdekken wat alleen de roman kan ontdekken’.… > Lees verder

‘Mijn gedachten, dat zijn mijn hoertjes’: het bewegende denken van Denis Diderot

Een corpulente reus met een stentorstem, altijd aan het woord, druk gesticulerend: wie zich een idee wil vormen van de indruk die Denis Diderot op zijn tijdgenoten moet hebben gemaakt, doet er allereerst goed aan te beseffen dat deze bruisende Bourgondiër iemand was die je moeilijk over het hoofd kon zien. Met zijn 1 meter 80 stak hij zo’n vijftien centimeter boven de gemiddelde Franse man uit, en ook in de breedte en de diepte waren zijn proporties indrukwekkend; als zo iemand met veel overtuigingskracht op je in buldert wil je wel aannemen dat er belangwekkende dingen worden gezegd. Hoewel enige afstand soms geboden is: Catharina de Grote moest naar verluidt een tafeltje tussen hen in laten zetten omdat Diderot haar in het vuur van zijn betoog wat al te vaak op de keizerlijke dijen sloeg.… > Lees verder