web analytics

Tirade 11: Het deadline-effect

Een verschijnsel waar ik me al vertalend dikwijls over heb verbaasd is de afstemming van de inspanning die ik lever op de tijd die ik heb.

Laat ik me nader verklaren. Waar ik op doel is de wonderbaarlijke dosering van geestelijke energie die door de deadline wordt afgedwongen – wonderbaarlijk, omdat die dosering zich grotendeels aan het bewustzijn onttrekt. Het gaat hier ongetwijfeld om een psychisch mechanisme dat zich niet tot het vertalen beperkt maar op algemeen menselijke activiteiten van toepassing is, om een soort modulatie of regulatie van het probleemoplossend vermogen, op zodanige wijze dat het werk precies op tijd af is – nou ja, in de meeste gevallen toch.… > Lees verder

Tirade 9: Ajuinlei

Op de zondagse boekenmarkt, aan de Ajuinlei in Gent, vond ik een curieus boekje, daterend van 1896 en getiteld Nieuwe Vlaamsche en Fransche Samenspraken. Het bevat eenvoudige dialoogjes over alledaagse onderwerpen, met, in twee kolommen, broederlijk naast elkaar, het Vlaams en het Frans.

Zo ontspint zich bijvoorbeeld rond het noenmaal een gesprekje: ‘ – Wat zal ik u dienen? Wilt gij wat sop? – Ik bedank u. Ik zal u wat ossenvleesch vragen. Het ziet er zoo goed uit. – Wat stuk eet gij het liefst? Wilt gij wel gaar of weinig gaar? – Ik heb het niet geêrne te gaar.… > Lees verder

Tirade 7: Het broeden

Het moet voor de Tirade-redactie geen geringe klus zijn geweest om de schriftelijke reacties van vierentwintig vertalers op tweeëndertig vragen te componeren tot een doorlopende tekst. Uiteraard hebben niet alle antwoorden het gehaald tot de gedrukte versie van het tijdschrift of tot het supplement op deze website (hier en hier, voor wie het is ontgaan).

Vandaar, exclusief voor de lezers van deze blog (of is het dit blog?), mijn apocriefe antwoord op de vraag: Op welk woord of op welke zin heeft u het langst moeten broeden?

De zinnen waar je het langs op broedt zijn niet noodzakelijkerwijs de moeilijkste, langste, ingewikkeldste.… > Lees verder

Tirade 5: Vertalersliefde

Een vertaler valt niet samen met zijn auteur, schreef ik eergisteren. Over die stelling is niemand gevallen. Interessanter is dan ook de vraag die erop volgt: moeten we houden van de auteur die we vertalen?

Ontegenzeglijk is houden-van de gelukkigste formule, hoewel die ook zijn voetangels en klemmen heeft. Als de liefde onderdanig wordt, zingt een vertaling zich moeilijker los van letterlijkheid en laat de hang naar mimicry zich lastiger tegengaan. Soms weigert een schrijver domweg zich te laten temmen en lijkt de taal zelf obstakels op te werpen voor de liefde – te retorisch, te duister of juist te kaal om zich soepel te onderwerpen aan de stilistische normen van het Nederlands – en dan kan vertalersliefde ook een tragi-komisch trekje krijgen.… > Lees verder

Tirade 3: De vertaalfout

Het ontdekken van een blunder in eigen vertaling sorteert ongeveer hetzelfde effect als het abusievelijke versturen van een compromitterend mailtje: groot alarm, adrenalinestoot, schaamrood op de kaken, behoefte om apensprongen door de kamer te maken. In een tekst van de socioloog Pierre Bourdieu heb ik ooit, lang voor het internettijdperk, Warhols Brillo boxes als ‘Brillo blikjes’ vertaald, met de vage gedachte aan soepblikken en misleid door de Franse term boîte, die zowel op dozen als op blikjes kan slaan – waarmee ik alsnog antwoord heb gegeven op de vraag van de Tirade-redactie naar mijn ‘grootste vertaalfout’.

Een soortgelijke ontdekking deed ik een paar dagen geleden, ditmaal algauw beseffend, met een zucht van opluchting, dat de zetproef pas half juli naar de drukker moet en er dus nog niets verloren was.… > Lees verder

Tirade 1: De vertaler als zeurpiet

Presentatie van Tirade’s ‘vertalersnummer’, donderdagmiddag in Rotterdam, tijdens Poetry, op een behoorlijk wereldse locatie: de tuin van café Floor, naast de Stadsschouwburg, een boomloos binnenhof omringd door vijf verdiepingen nieuwbouw. Toch is het er opmerkelijk gezellig, iets waaraan de hoge vertalersdichtheid en de royaal verstrekte consumptiebonnen niet vreemd zijn.

Tirade-redacteur Jeroen van Kan typeert het nummer, een brede schriftelijke enquête, als een ‘schuttersstuk’, een zelfportret van vertalend Nederland (inderdaad, maar één Vlaming onder de respondenten, de overigens zeer lezenswaardige Mysjkin). Waarbij opvalt dat de veelbesproken vergrijzing in de beroepsgroep door de medewerkers aan het nummer niet wordt gelogenstraft. Verrassend is dat nauwelijks, zelfselectie (wel of niet meewerken aan een vertalersnummer) en zelfreflectie (wel of niet nadenken over vertalen) gaan in zo’n context hand in hand, en alleen wie ervaring heeft voelt zich geautoriseerd om het woord te nemen.… > Lees verder