hier dan ik wals tot ik val
ik kus mijn zwarte dromen
ik bid heimelijk tot de vogels
en allerhande einders
regenen voor mijn ogen neer
en schoonheid veroorzaakt aanzienlijke schade
en het enige dat van mijn verwoestingen getuigt
is het overeind staande gedicht
hier dan ik spreek jullie toe vanuit mijn afgronden
mijn pijn vaart onder dezelfde vlag
mijn razernij blijft niet bij de pakken neerzitten
nog steeds dezelfde schreeuw die aan mijn lippen hangt
dezelfde koorts die mijn vlees verteert
een dolle vuurzee die feestviert diep in mij
het is honderd graden in mijn aders
volle maan verwonding
het regent rood in mijn stilte
hier dan ik heb de nacht doorwaad op een kling
mijn verscheurde lichaam spuit nog blauw
een bloedgebed dat is herrezen uit mijn stofhemels
van zwarte dromen een meer
om mijn herinneringen in te dompelen
de stilte gaat op mijn takken liggen
ik vertel haar over mijn lange tranenweg
de nacht doorstoken met messen het regent
en ik hoor die stem die zegt
sta op stap op je vuur af je verwonding
stap op je stilte af je apathie
stap op je dood af en geef hem een opdonder
[…]
in mijn binnenste knagen demonen aan mij
kortstondige vlam in mijn schimmen
ik zet spuiten in de dageraad
mijn horizon zwarte rook
bitter sap
het verwelken in mijn bloem
sta op zegt de stem
stap op je vuur af je verwonding
stap op je stilte af je apathie
stap op je dood af en geef hem een opdonder
[…]
- Jean D’Amérique [Haïti], Poetry International 2025, ‘Marche vers ta mort’ (fragment), vertaling Rokus Hofstede