De Franse literaire wereld lijkt al enige weken in de greep van een potentiële nieuwe cause célèbre. Met roerende eensgezindheid hebben nagenoeg alle hedendaagse schrijvers van naam zich dezer dagen achter romancier Régis Jauffret geschaard, wiens in maart 2010 verschenen roman Sévère op last van de rechter uit de rekken dreigt te worden gehaald. Tegen Jauffrets uitgever, Le Seuil, is begin oktober aangifte gedaan door de familie van Édouard Stern, een puissant rijke, in 2005 door zijn minnares Cécile Brossard vermoorde Franse bankier. Op die geruchtmakende moordzaak baseerde Jauffret zijn roman (zie voor meer details de papieren man).
De affaire sprak van meet af aan tot de verbeelding van het immer sensatiebeluste publiek. Het ging om een passiemoord, de minnaars gaven zich over aan sm-spelletjes, Stern werd met vier kogels in het lichaam gevonden, gehuld in een vleeskleurig latexpak. Over de zaak-Stern verschenen verschillende journalistiek bedoelde publicaties, maar niet alleen de media smulden van deze extreme dosering van de klassieke ingrediënten seks en geld, liefde en macht. In het Franse taalgebied zijn intussen al drie op de zaak geïnspireerde romans gepubliceerd, behalve die van Jauffret ook Latex van Laurent Sweizer en Comme une Sterne en plein vol van Julien Hommage. Filmmaker Olivier Assayas liet zich er naar eigen zeggen door inspireren bij het maken van zijn film Boarding Gate uit 2006.
Opmerkelijk in de zaak-Sévère is onder meer de chronologie. De nazaten van Stern reageerden pas zeven maanden na publicatie van Jauffrets roman; de aangifte werd bekendgemaakt op 10 oktober, vrijwel op hetzelfde moment dat Cécile Brossard, de moordenares van Stern, werd vrijgelaten, na een detentie van vijf jaar en acht maanden. Bovendien werd onlangs bekend dat er een nieuwe film op stapel staat, getiteld Sévère, door filmmaakster Hélène Fillières, met de vermaarde Benoît Poelvoorde in de rol van bankier Stern. De klacht die de familie Stern tegen Jauffret inbracht (‘aantasting van het privéleven’), kan dus ook zijn getriggerd door andere motieven dan principiële kritiek op zijn roman. Sowieso rijst de vraag waarom juist Jauffret het juridisch moet ontgelden.
Begin december verscheen in het tijdschrift Les Inrockuptibles een door tien Franse schrijvers opgestelde petitie. Onder de opstellers bevonden zich Michel Houellebecq en Bernard-Henri Lévy, bien étonnés de se retrouver ensemble, maar ook andere prominenten als Frédéric Beigbeder, Marie Darrieussecq, Virginie Despentes, Jonathan Littell en Philippe Sollers. De schrijvers verzoeken de verwanten van de vermoorde bankier hun aangifte in te trekken, omdat die een ‘navrant, verschrikkelijk precedent’ zou scheppen. ‘Door een verbod op de roman maakt men de misdaad niet ongedaan, maar begaat men er zelf een, ditmaal tegen de geest.’ Op de site van Les Inrocks kan de petitie sinds 14 december worden ondertekend. Iedereen die er in literair Frankrijk toe doet, of bijna, heeft inmiddels zijn of haar naam onder de petitie gezet: Pierre Guyotat, Jean-Philippe Toussaint, Catherine Millet, Olivier Rolin, Emmanuel Carrère, Pierre Michon enzovoort, en de lijst groeit dagelijks aan.
Geheel los van de ethische kwesties die door de roman en het dreigende verbod erop worden opgeroepen, lijkt de opeenvolging van de gebeurtenissen haast op een scenario dat vooraf is geschreven door de publiciteitsafdeling van Jauffrets uitgeverij, Le Seuil, die Sévère uitbracht nadat Jauffrets vaste uitgever, Gallimard, al op voorhand was gezwicht voor de potentiële juridische repercussies en had geweigerd de roman te publiceren. Opmerkelijk is bovendien dat de roman wordt voorafgegaan door een voorwoord van de auteur waarin deze zich lijkt te willen indekken tegen de beschuldiging die nu aan zijn adres is gemaakt en al anticipeert op de door zijn boek in de hand gewerkte verwarring van fictie en werkelijkheid. ‘Ik ben romancier, ik lieg als een moordenaar. Ik respecteer geen levenden, geen doden, geen reputaties, geen moraal. Vooral geen moraal…’
Wat niet wegneemt dat de werkelijkheid hier evident aan de verbeelding voorafgaat; Sévère is de fictionalisering van een fait divers. Jauffret heeft het proces tegen Cécile Brossard gevolgd voor Le Nouvel Observateur en alle in de media over de zaak gepubliceerde details stemmen nauwkeurig overeen met wat daarover in de roman te berde wordt gebracht, tot en met de uitspraak van Stern die de fatale afloop bewerkstelligde: ‘Een miljoen euro, da’s duur betaald voor een hoer.’ Een Franse lezer kan Sévère alleen lezen met in het achterhoofd het ophefmakende proces waarop de roman is gebaseerd. Maar is het ook een goed boek?
Régis Jauffret is te onzent niet helemaal onbekend; in 2008 vertaalden wij – Martin & ik – de hilarische, onvolprezen roman Asiles de fous (onder de titel Gekkenhuizen!), en in najaar 2011 verschijnt, Deo volente, onze vertaling van univers, univers (onder de titel wereldje, wereldje). Jauffrets grootste kwaliteit is zijn zwarte humor, zijn op hol slaande verbeelding, zijn ‘stijlvolle zwelgen in alledaagse waanzin’, zoals het op de flaptekst van Gekkenhuizen! heet. Jauffrets talent voor groteske overdrijvingen is ongeëvenaard, en juist dat talent heeft hij in Sévère beteugeld en ingesnoerd; hij heeft zijn taal willen versoberen om te kunnen inzoomen op de geestverwarring van zijn moordzuchtige heldin. Maar daarmee heeft hij zijn natuurlijke element verlaten, want hem ontbreekt het geduld en de deemoed van de echte masochist – een stelling die ten overvloede wordt bewezen door zijn in oktober jl. gepubliceerde nieuwste roman, Tibère et Marjorie. Een Jauffret in optima forma, dit portret van een huwelijkscrisis, waarin wederom hilarische hoogten worden bereikt en Jauffret zijn personages geselt met nietsontziende metaforen – Tibère et Marjorie is naar mijn bescheiden smaak een veel beter boek dan Sévère.
Intussen ben ik natuurlijk ook benieuwd hoe streng de rechter over Sévère zal oordelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.