U herinnert zich uw kindertijd. Uw hoogrode, vlasblonde moeder, die de godganse dag tegen u liep te schelden als een boer uit Paraguay tegen zijn ezel. En uw vader, uitgezakt voor het tv-toestel, onnozelheden mompelend tegen de personages die rondspartelden in de kijkdoos. Uw schoolresultaten waren matig, bedroevend, tenzij u deel uitmaakte van het ras der besten-van-de-klas, van wie de intelligentie was afgestemd op het laagvliegende brein van de onderwijzers die op de verhoging voor het bord heen en weer sprongen als bavianen.
Waar komt die boer uit Paraguay vandaan? Uit het licht krankzinnige brein van de Franse schrijver Régis Jauffret, auteur van het in 2003 gepubliceerde Univers, univers, dat bij de Arbeiderspers verschijnt onder de titel Wereld, wereld!, en waarvan u net de openingszinnen hebt gelezen. Desgevraagd verklaarde Jauffret in Libération dat hij nooit in Paraguay is geweest, dat hij integendeel nauwelijks de deur uitkomt. Wat hem niet belet om in zijn schrijven een soort pathologische reiswoede aan den dag te leggen, voortdurend verhaalwegen te verlaten die nog maar amper zijn ingeslagen, als iemand die op drift is geraakt in zijn eigen verbeelding. En een op drift geraakte verbeelding, dat is ook waar het hoofdpersonage van Wereld, wereld! mee behept is.
Een vrouw heeft een lamsbout in de oven gezet en wacht tot haar man thuiskomt. Die avond krijgen ze gasten. Morgen gaan ze eten bij de Pierrots. Zoals altijd zullen ze een duik in hun zwembad moeten nemen voordat ze aan tafel mogen.
Dat is het uiterst dunne stramien van de roman. Hoe slaagt Jauffret erin die vrouw zeshonderd bladzijden lang haar keuken niet uit te laten komen? Door haar een onbegrensde hoeveelheid levens toe te kennen. De vrouw verandert voortdurend van naam, van vader, van moeder, van echtgenoot, van kinderen, van geslacht, van vrienden, van beroep, van verleden, van heden, van toekomst – van leven. De vrouw verstikt tussen de al te nauwe muren van haar appartement, haar verbeelding gaat met haar aan de haal, maar die verbeelding is als een uitzaaiing; de vrijheid die ze zichzelf toekent verschaft haar geen geluk, aan het eind van vrijwel elk levensverhaal wacht de dood. Nauwelijks staat haar leven in de steigers of de auteur breekt die steigers alweer af. Toch schreef Jauffret geen roman over identiteitsverlies en waanzin bij een Parijse bourgeoise van middelbare leeftijd. Al snel wordt het de lezer duidelijk dat Jauffret het niet moet hebben van psychologisch realisme maar zijn personage misbruikt voor zijn eigen maniakale vertelbehoeften. Zolang zijn personage fabuleert kan Jauffret blijven schrijven, en in die literaire mallemolen worden alle betrokkenen meegesleurd, schrijver, personages en lezers.
En vertalers. Haan en ik hebben met tussenpozen zeven jaar aan Wereld, wereld! gewerkt, we zijn ontzettend blij dat de klus is geklaard. Intussen buigen we ons over de proeven, en de reactie van onze onvolprezen persklaarmaakster, Ellis van Midden, is hoopgevend: ‘een overrompelend boek, een opmerkelijk en veelzijdig boek, dat je voortdurend uitdaagt’. Van Midden is mild. Wereld, wereld! is overrompelend, ja, vaak grappig, soms grimmig, maar ook een ‘woestenij’:
Sla dit boek dicht, sla desnoods een ander open, zo’n boek waar u iets van opsteekt, dat u een techniek bijbrengt, dat u een exact beeld probeert te geven van de menselijke geschiedenis, het zonnestelsel, de voortplantingsorganen van de oester en de geit. Hier valt niets te leren, een woestenij is het, een sliert woorden als een spoor zonder eind, zonder doel, dat nergens naartoe gaat en hoogstwaarschijnlijk ophoudt zoals het is begonnen, in onbehouwenheid en gegrinnik.
Dat is nou literatuur, die weigering om het leven serieus te nemen, het te eren, je ervoor in het stof te wentelen om te laten zien hoe dankbaar je bent dat je bestaat.
In de romanwereld van Jauffret barst de werkelijkheid continu uit zijn voegen, wordt het pact met de lezer voortdurend opgeblazen. Kan die lezer zo veel vrijheid wel aan? Waren zijn schoolresultaten matig, bedroevend zelfs, of maakte hij deel uit van het ras der besten-van-de-klas? Als de lezer de delirische onzekerheid waarin hij door Régis Jauffret wordt ondergedompeld kan verdragen, en als hij kan genieten van diens vrolijke grimmigheid, dan is Wereld, wereld! misschien voor hem geschreven – en vertaald.