Een corpulente reus met een stentorstem, altijd aan het woord, druk gesticulerend: wie zich een idee wil vormen van de indruk die Denis Diderot op zijn tijdgenoten moet hebben gemaakt, doet er allereerst goed aan te beseffen dat deze bruisende Bourgondiër iemand was die je moeilijk over het hoofd kon zien. Met zijn 1 meter 80 stak hij zo’n vijftien centimeter boven de gemiddelde Franse man uit, en ook in de breedte en de diepte waren zijn proporties indrukwekkend; als zo iemand met veel overtuigingskracht op je in buldert wil je wel aannemen dat er belangwekkende dingen worden gezegd. Hoewel enige afstand soms geboden is: Catharina de Grote moest naar verluidt een tafeltje tussen hen in laten zetten omdat Diderot haar in het vuur van zijn betoog wat al te vaak op de keizerlijke dijen sloeg.… > Lees verder
Honderd jaar verloren tijd: de modernistische kathedraal van Marcel Proust
In het Amsterdamse café Kapitein Zeppos kende niemand hem, die late avond in januari 2010 toen de twee jongens aan het buurtafeltje nog nooit bleken te hebben gehoord van de ‘Shakespeare van de twintigste-eeuwse Franse literatuur’ (zelfs dat autoriteitsargument mocht niet baten) en we dus maar besloten een spontane steekproef onder de aanwezigen te houden. ‘Proust, is dat geen restaurant op de Noordermarkt?’
Combray, Balbec. Swann, Odette, de Verdurins. Gilberte, Albertine. Voor de ingewijde zijn het namen met welhaast heilige klanken, waarvan het noemen al volstaat om een heel universum op te roepen. De madeleine, het drama van het slapengaan, de twee wandelingen.… > Lees verder
Verlost van de roos: Milan Kundera
31 oktober 1968. De jonge Tsjechische romancier Milan Kundera, wiens eerste roman net is verschenen in Franse vertaling, wordt op de Franse televisie geïnterviewd door Roger Grenier. Het interview (te vinden op YouTube) is om meerdere redenen opmerkelijk: het vindt plaats vlak na de Russische invasie in Tsjecho-Slowakije, de sprekers zitten op doorzichtige plastic ballen (de camera heeft grote moeite om de deinende Kundera in beeld te houden), en de geïnterviewde drukt zich uit in een Frans dat niet anders dan gebrekkig kan worden genoemd.
Ruim veertig jaar later, voorjaar 2011, verschijnt het volledige officiële oeuvre van dezelfde Kundera nog bij zijn leven (een grote zeldzaamheid) in de befaamde Bibliothèque de la Pléiade – in het Frans.… > Lees verder
La grande Pléiade de Milan Kundera
Lire Milan Kundera, c’est lire l’histoire du roman – c’est-à-dire l’histoire de l’art du roman, car lui-même ne se lasse pas de souligner que le roman n’est pas un simple genre littéraire parmi d’autres, mais un art autonome, indissolublement lié à la modernité occidentale et qui se distingue par l’attention particulière qu’il porte à l’existence concrète de l’homme dans le monde. Tout roman digne de ce nom est alors la découverte d’un pan d’existence jusque-là dissimulé, et l’histoire du roman, l’histoire de ces découvertes.
Kundera n’est pas un théoricien de la littérature. S’il a écrit quatre grands essais sur cet art qui lui est si cher, de L’Art du roman (1986) à Une rencontre (2009) en passant par Les Testaments trahis (1993) et Le Rideau (2005), c’est avant tout en praticien qui veut nous faire part de ses réflexions et de ses sources d’inspiration.… > Lees verder
Burchten van het vergetelijke
Op mijn bureau ligt één boek: Het doek van Milan Kundera. Het is een boek dat me om verschillende redenen dierbaar is, niet in de laatste plaats omdat ik er als vertaler een aantal maanden in heb gewoond. Maar het is niet mijn lievelingsboek, ik heb het alleen tevoorschijn gehaald omdat ik me niet goed meer herinnerde wat Kundera schrijft over het thema roman en vergetelheid. Dit vooral: ‘De roman verhoudt zich tot de vergetelheid als een slecht versterkte burcht […]; bij het omslaan van de bladzijde vergeet ik al wat ik net heb gelezen; het enige wat me bijblijft is een soort samenvatting die onmisbaar is voor het begrip van het vervolg, terwijl alle details, de kleine observaties en de mooie formuleringen, al zijn uitgewist.… > Lees verder
Schaduwkunstenaars
Ze zijn de waterdragers van het literaire peloton: de vertalers. Ver van alle media-aandacht sloven ze zich uit voor hún auteurs, en eigenlijk zijn ze niet eens zo ontevreden met die plaats in de schaduw: mooie dingen kunnen maken zonder de last van de roem te hoeven dragen, wie zou dat niet willen?
Ongeveer 30 procent van alle boeken die in het Nederlands verschijnen, zijn vertalingen, volgens de becijfering van socioloog Johan Heilbron. Dat is veel, zeker in vergelijking met ‘dominante’ talen zoals het Engels (minder dan 3 procent vertalingen op de totale productie), het Frans (iets meer dan 10 procent) en het Duits (idem).… > Lees verder