web analytics

L.-F. Céline, ‘Oorlog’, fragment

‘[…] Toegegeven, vanaf dat moment werd alles mirakels rustig en buitengewoon. Overal om ons heen stak een machtige wind van verbeelding op. Ik ben toch echt ontiegelijk dapper geweest, ik heb me laten meevoeren, zeg dat wel. Ik heb niet toegegeven aan de verrassing, wat erop neergekomen zou zijn dat ik even stom was gebleven als vroeger, alsmaar ellende en niks dan ellende vretend gewoon omdat ik niks anders gekend had sinds ik door mijn goeie ouders was grootgebracht, knap pijnlijke, knap taaie, knap zweterige ellende bovendien. Ik had er net zo goed niet aan kunnen geloven, de kermis van verbeelding waarin mij werd verzocht een strijdros te bestijgen dat helemaal van hout was, helemaal opgetuigd met leugens en fluweel.… > Lees verder

Annie Ernaux, ‘De jongeman’ (fragment)

‘[…] Hij zei ‘ho’ of ‘genoeg’ in plaats van ‘dank je wel’ als ik eten voor hem opschepte. Hij noemde me ‘mokkel’ of ‘moesje’. Hij verkneukelde zich als ik met veel misbaar reageerde op zijn bekentenis dat hij stuff had gerookt. Hij had nooit gestemd, stond niet ingeschreven op de kiezerslijsten. Hij dacht niet dat er wat dan ook aan de maatschappij te veranderen was, wilde enkel binnenglippen in de radertjes en zich aan werk onttrekken door te profiteren van de sociale uitkeringen waarop je aanspraak kon maken. Hij was een jongere van tegenwoordig, overtuigd van ‘ieder z’n shit’. Werk had voor hem geen andere betekenis dan die van een verplichting waaraan hij zich niet wilde onderwerpen zolang je ook op andere manieren kon leven.… > Lees verder

C.F. Ramuz, ‘Schoonheid op aarde’ (fragment)

‘[…] Ze kijkt op, draait haar hoofd naar links en naar rechts. Het kwam van rechts. De muur was hoger dan zij, maar dan beginnen we te zien wie ze is. Een ladderwagen stond tegen de muur geschoven; ze grijpt hem met beide handen vast, haar omslagdoek heeft ze om haar middel geknoopt, dan klimt ze de ladder op, in het maanlicht, want de maan was net achter de wolken verschenen, en de maan schijnt op haar haren, op haar schouders, dan op haar rok en rond haar benen. We beseffen hoe lenig ze is. Ze blijft een ogenblik ineengedoken boven op de muur zitten, steunend op haar handen, die ze plat voor zich heeft gelegd; het was de rand van een gecementeerd dakterras, gebruikt voor het uithangen van wasgoed, zoals bleek uit lijnen van staaldraad die tussen haken waren opgespannen.… > Lees verder

Nobellezing, Annie Ernaux

Waar te beginnen? Tientallen keren heb ik tegenover het onbeschreven blad mezelf die vraag gesteld. Alsof ik die ene zin moet vinden, de zin die me in staat stelt te beginnen met het schrijven van het boek, de zin die in één klap alle twijfels wegneemt. Een soort sleutel. Nu ik vandaag het hoofd moet bieden aan een gebeurtenis waar ik eerst alleen met verbijstering op kon reageren – ‘overkomt mij dit echt?’ – en die ik me intussen meer en meer als iets vreeswekkends voorstel, dringt zich eenzelfde noodzaak aan mij op. De zin vinden die me de vrijheid en de vastberadenheid zal geven om zonder horten of haperen te spreken, op deze plaats waar ik vanavond door u uitgenodigd ben.… > Lees verder

Bruno Latour, ‘Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners’ (fragment)

‘Kafka heeft het ons verteld: de insect geworden Gregor was welgeteld twee uur te laat voor zijn trein of de ‘procuratiehouder’ van zijn pisnijdige baas, die verbolgen was over de luiheid van zijn employé, stond al bij de Samsa’s voor de deur. Mensen die vanwege de pandemie in lockdown zaten, maakten dezelfde situatie mee, maar op een gigantische schaal; in een tijdsbestek van een paar weken werd datgene wat tot dan toe de ‘Economie’ heette, met hoofdletter, en wat gewone mensen op één lijn stelden met wat ze ‘hun wereld’ noemden, abrupt stilgezet. Paniekstop, pauzeknop, pas op de plaats. De claim dat het handelen van alle mensen onherroepelijk door de Economie wordt bepaald begon barsten te vertonen, dat besefte iedereen door deze ‘wereldstop’, en ook besefte iedereen dat die Economie, het fabelachtige uitbreiden van bepaalde berekeningen, niet langer mocht worden verward met de wetenschappelijke deeldisciplines boekhouding en economie – met kleine letter – zoals die door vaak zeer respectabele rekenkundigen worden bedreven.… > Lees verder

Henri Roorda, ‘Het vrolijke pessimisme’ (fragment)

Aan straatstenen denk ik niet vaak. Ik loop erop en denk aan andere dingen. Sinds een paar dagen echter geven straatstenen me stof tot nadenken.

Men is doende in mijn buurt nieuwe bestrating te leggen. Stevige vrachtwagens hebben her en der op het trottoir – want het wegdek mag niet worden geblokkeerd – straatstenen uitgestort. Ze vormen enorme hopen, waar de voetganger elk vijandig contact mee mijdt. Die straatstenen lopen in de tienduizenden. Binnenkort zullen er evenveel nodig zijn voor de andere stadsbuurten. En in alle steden van de wereld zijn er straten die om de zoveel tijd opnieuw moeten worden aangelegd.… > Lees verder