‘De lyriek en het vulgaire’ willen ‘versmelten’ betekent het hoofd bieden aan de ondraaglijke en angstwekkende beproevingen van hen wier taak het is tegendelen met elkaar in botsing te brengen. De hele periode dat hij werkt aan Madame Bovary heeft Flaubert het onophoudelijk over zijn lijdensweg, die soms in regelrechte wanhoop verkeert. Hij vergelijkt zichzelf met een clown die een huzarenstukje aflevert en een ‘razende gymnastiek’ moet uitvoeren; hij verwijt de ‘smerige’, ‘vunzige’ materie hem het lyrische ‘brullen’ te beletten en hij wacht ongeduldig het moment af dat hij zich weer kan bezatten aan de schone stijl. Maar vooral zegt hij keer op keer dat hij eigenlijk niet weet wat hij doet, en ook niet wat het resultaat zal zijn van de tegennatuurlijke – in elk geval tegen zíjn natuur gerichte – inspanning die hij zichzelf oplegt.… > Lees verder
Lot en wil in Madame Bovary
‘Alles wat tot haar dagelijkse omgeving behoorde, eentonig platteland, domme kleine burgers, middelmatigheid van het bestaan, leek haar uitzondering in de wereld, een lot dat haar persoonlijk had getroffen, terwijl daarbuiten zover het oog reikte het onbegrensde land van gelukzaligheid en hartstocht zich uitstrekte.’
[p.73]
‘Het was alsof zij alle bitterheid van haar bestaan op haar bord voorgezet kreeg.’ [p.81]
Een roman is een plek waar drie soorten mensen elkaar ontmoeten: schrijvers, personages en lezers. Die ontmoeting vindt plaats zodra iemand een roman leest; dan ontstaat er een bijzondere driehoeksrelatie tussen schrijver, personages en lezer, waarbij elke partner met beide andere een band aangaat.… > Lees verder