web analytics

Georges Perec, Ellis Island. Verhalen over ontheemding en hoop (fragment)

[…]

wat ikzelf, Georges Perec, hier ben komen uitzoeken,
heeft te maken met ontheemding, verstrooiing, diaspora.
Ellis Island is voor mij bij uitstek de plaats van de ballingschap,
dat wil zeggen
de plaats van de afwezigheid van plaats, de niet-plaats, het
nergens.
juist in die zin word ik door deze beelden geraakt,
geboeid, aangesproken
alsof de zoektocht naar mijn identiteit
vereist dat ik me deze vergaarplaats eigen maak
deze dump waar overwerkte ambtenaren
Amerikanen doopten bij bootladingen tegelijk.
wat voor mij hier te vinden is
zijn geenszins bakens, wortels of sporen,
maar het tegendeel ervan: iets vormeloos,
wat amper onder woorden te brengen is,
iets wat ik afsluiting kan noemen, of afscheuring, of afgesneden zijn,
en wat voor mij op een heel innige, heel ondoorgrondelijke manier
verbonden is met het feit dat ik Joods ben

ik weet niet precies wat dat is, Joods zijn
wat het me doet dat ik Joods ben

het is iets vanzelfsprekends, als je wilt, maar dan wel een
weinigzeggende
vanzelfsprekendheid, die me nergens aan bindt;
het is geen teken dat ik ergens bij hoor,
het is niet verbonden met een geloof, een religie, een
leefwijze, een folklore, een taal;
misschien is het eerder een stilte, een afwezigheid, een vraag,
een in twijfel getrokken worden, een aarzeling, een onbehagen:
een onbehaaglijke zekerheid,
waarachter zich een andere zekerheid aftekent
die abstract, zwaar en onverdraaglijk is:
de zekerheid dat ik gelabeld ben als Jood,
als Jood en daardoor als slachtoffer,
en dat ik het leven uitsluitend aan het toeval en aan ballingschap dank

ik had, net als naaste of verre neven, geboren kunnen worden
in Haifa, Baltimore of Vancouver,
ik had Argentijns, Australisch, Engels of
Zweeds geweest kunnen zijn
maar in de schier onuitputtelijke waaier van
mogelijkheden
was één ding mij nadrukkelijk ontzegd:
geboren te worden in het land van mijn voorouders,
in Lubartów of Warschau,
en er op te groeien in het duurzame verband van een traditie,
een taal en een gemeenschap.… > Lees verder

Georges Perec, Ellis Island. De presentatie

‘(…) De gebraden duiven vlogen hun niet in de mond en de straten van New York waren niet met goud geplaveid. Sterker nog, ze hadden meestal helemaal geen plaveisel. En toen begrepen ze dat zij juist om die straten te plaveien daarheen waren gehaald. (…)

We moeten het ons proberen voor te stellen: ooit waren, voor miljoenen migranten, de Verenigde Staten van Amerika het Land van Belofte.

Récits d’Ellis Island. Histoires d’errance et d’espoir(1980) was het laatste boek dat Georges Perec (met Robert Bober) bij leven publiceerde. Op dinsdag 13 mei wordt de Nederlandse vertaling gepresenteerd in het Antwerpse Red Star Line Museum, in aanwezigheid van een paar mensen die namens Perec en Bober het woord voeren.… > Lees verder

Georges Perec, Ruimten rondom, kladtekst

DOCUMENT 1

15.5.73. Ruimten rondom (?)

Daarstraks, in de metro, had ik het gevoel dat ik, plotseling, niet meer wist wie, waar en wanneer ik was.
Je zou meteen allerlei dingen moeten preciseren: eigenlijk was het helemaal niet zo ‘plotseling’, eerder zou je moeten zeggen: na verloop van een onbepaalde tijd (die tamelijk kort moet hebben geduurd, als ik afga op de naderhand gereconstrueerde toedracht van dat moment van verdwazing) merkte ik dat ik geen touw meer vast kon knopen aan de woorden die ik boven mijn hoofd zag (eerder dan las): in casu, het lineaire schema van metrolijn Nation-Étoile (via Denfert-Rochereau): ik zag, ik herkende de letters, maar de woorden die door die letters werden gevormd, zeiden me niets.… > Lees verder

Juryrapport Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 – Rokus Hofstede

Het vertaaloeuvre van Hofstede telt niet alleen gekende meesterwerken, maar ook relatief onbekende teksten die dat predicaat verdienen en nu dus door een groter publiek ontdekt kunnen worden. “Teksten vertalen waarvan ik zelf niet wist of ik ze wel aankon.” Dat was volgens Rokus Hofstede zijn drijfveer toen hij zich in de jaren negentig als relatief jonge vertaler waagde aan werk van notoir moeilijke en daardoor in Nederland relatief onbekende schrijvers als Georges Perec en Pierre Michon. Hij kreeg al snel de naam een “kieskeurige vertaler” te zijn, mede doordat hij “zelf de ambitie liet blijken om moeilijk werk te doen”.… > Lees verder

Georges Perec, Een man die slaapt (fragment)

[…] Je kamer is het middelpunt van de wereld. Dit hol, dit rommelhok onder de vliering waar voor immer jouw geur hangt, dit eenzame bed waar je in schuift, dit rekje, dit linoleum, dit plafond waarvan je de scheuren, de schilfers, de vlekken en oneffenheden honderdduizend maal hebt geteld, dit wastafeltje dat zo klein is dat het op een poppenmeubel lijkt, dit teiltje, dit raam, dit behang waarvan je elke bloem, elke stengel, elk vlechtwerk kent en waarvan jij als enige kunt bevestigen dat ze ondanks de haast feilloze perfectie der druktechnieken nooit helemaal op elkaar lijken, deze kranten die je hebt gelezen en herlezen, die je nog eens zult lezen en herlezen, deze gebarsten spiegel die nooit iets anders heeft weerspiegeld dan jouw gezicht, verbrokkeld in drie delen van ongelijke grootte die elkaar gedeeltelijk overlappen, iets waaraan je zo gewend bent geraakt dat je het haast kunt negeren, je vergeet de vage omtrek van een oog in je voorhoofd, van een gespleten neus, van een permanent verwrongen mond, je neemt alleen nog notitie van een y-vormige striem, het haast vergeten, haast vervaagde litteken van een oude wond, sabelhouw of zweepslag, die weggezette boeken, die ventilatorkachel, die met donkerrood pegamoid beklede koffergrammofoon: zo begint en eindigt jouw koninkrijk, dat in concentrische cirkels wordt omgeven door goedaardige of kwaadaardige, altijd aanwezige geluiden, het enige wat je met de wereld verbindt: het druppelen van de kraan van het fonteintje op de overloop, de geluiden van je buurman, zijn keel die hij schraapt, de laden die hij open‑ en dichtschuift, zijn hoestbuien, het fluiten van zijn ketel, de geluiden van de rue Saint-Honoré, het onafgebroken geruis van de stad.… > Lees verder

Georges Perec, ‘Bijzondere kenmerken: geen’

Gebruiksaanwijzing

 

01 Een gemaskerd bal

02 Een chirurgische ingreep

03 Een speelhol met een laaghangende lamp die de gezichten aan het oog onttrekt

04 Een bar die blauw staat van de rook

05 Een buitenscène in zeer dichte mist

06 Een personage dat telefoneert, op de rug gezien

07 Diepzeeduikers

08 Een commando-eenheid bij nacht met gecamoufleerde gezichten

09 Overvallers met maskers, of nylonkousen, of sjaals

10 In de medina

11 Vrouwen met voiles aan hun hoed

12 Scène bij nacht

13 Scène gezien van grote afstand

14 Close-up van een detail van het gezicht (bijv. de mond)

15 Personages in de schaduw

16 Gemaskerde motorrijder

17 Close-ups van handen

18 Lege straten

19 Shots zonder personages (kaartenbakken, klokken, wolken enz.)… > Lees verder