14 december 1930
Er zijn smartlappen die beginnen zoals uw brief: ‘U die ik zo heb liefgehad…’ Als het heden nog zo dichtbij naklinkt, is die verleden tijd droevig als het einde van een feest, wanneer je na het uitgaan van de lampen eenzaam achterblijft en de stellen ziet vertrekken, de donkere straten in. Het is afgelopen: je hebt niets meer te verwachten en toch blijf je daar eindeloos lang staan, wetend dat er niets meer zal komen. Ik hoor uw gitaar tokkelen, soms lijkt het wel een terugkerend refrein: ‘Ik had u niet gelukkig kunnen maken.’ Het is een oud liedje van vroeger, dat doet denken aan een droogbloem… Wordt het verleden zo snel iets ouds?… > Lees verder