‘Iemand een wreeddadige bliksem baksen’. Wie die uitdrukking niet meteen kan thuisbrengen, zal vergeefs te rade gaan bij de Van Dale of het Woordenboek der Nederlandse Taal. Maar dat iemand erover struikelt, is niet erg waarschijnlijk. De context maakt alles duidelijk – ‘abrupt bam en duidelijk’.
Een oude negerslaaf kwijnt weg op een suikerplantage. Op een dag vlucht hij het Grote Bos in, op de hielen gezeten door een vervaarlijke bloedhond en door de Planter-Meester. Hij rent, hij huilt om het hervonden leven dat ‘zijn benen bedwelmt’. In een opwelling van levenswil maakt hij rechtsomkeert. Hij zal het monster bevechten. Zijn pas wordt licht, wordt ‘kokosolie en kankantriepluis’.… > Lees verder