Florentijns schilder (Firenze, 16de eeuw) uit de school van Rafaël, van wie hij mogelijk een leerling was. Naast Rafaël was zijn grote voorbeeld de ‘goddelijke Buonarroti’, beter bekend als Michelangelo. Tebaldeo achtte zichzelf een onbelangrijk kunstenaar wiens liefde voor de schone kunsten beter tot uiting kwam in de passieve contemplatie van andermans werk dan in de actieve uitoefening van zijn vak. Het is bekend dat hij vanaf zijn vroege jeugd vaak uren achtereen de meesterwerken in de kerken van zijn geboorteplaats Firenze zat te bekijken, wegdromend bij de klanken van het orgel. Ze verschaften hem toegang tot de gedachtewereld van de grote meesters. Voor Tebaldeo betekende kijken naar dergelijke kunst een bijna religieuze ervaring: ‘Ik kijk naar de personages op de schilderijen, zo vroom nedergeknield, en ik luister, alsof de liederen van het koor uit hun halfopen monden opklinken. Vlagen geurige wierook komen tussen hen en mij voorbij in een lichte damp. Ik meen er de roem van de kunstenaar in te zien; maar het is ook een treurige, milde walm, die niet meer dan een ijdele geur zou zijn als hij niet naar God zou opstijgen.’
Kunst betekende volgens Tebaldeo het verwezenlijken van dromen. Een groot kunstenaar brengt zijn eigen dromen in al hun kracht tot uitdrukking zonder er ook maar iets aan te veranderen: zijn verbeelding is ‘een boom vol levenssappen’. De dromen van een middelmatige kunstenaar daarentegen zijn ‘planten die moeilijk te onderhouden zijn, en die men met bittere tranen besproeit zonder dat ze er ook maar enigszins door gedijen’. Zelf rangschikte hij zich onder die laatste categorie, wat niet wegneemt dat hij enige bekendheid genoot in hogere kringen tijdens het bewind van hertog Alessandro de Medici. Zowel kardinaal Baccio Valori als de jonge Lorenzo de Medici vroegen hem om een portret, en ook de hertog zelf gaf de jonge kunstenaar daartoe een opdracht. Het portret in antieke stijl dat Tebaldeo van Alessandro maakte, in pronkgewaad maar zonder maliënkolder, met de hals ontbloot, was nog niet voltooid op het moment dat de hertog vermoord werd door zijn neef Lorenzo, die korte tijd later zelf door een onbekende om het leven werd gebracht. Van Tebaldeo is sindsdien niets meer vernomen.
- Alfred de Musset, Lorenzaccio, 1834
[Lemma uit Koen Brams, Encyclopedie van fictieve kunstenaars (Nijgh & Van Ditmar, 2000), © Martin de Haan]