web analytics

Martin, Jed

Beeldend kunstenaar (Raincy, 1975 – Châtelus-le-Marcheix, ca. 2055), actief in Frankrijk vanaf circa 2000. Zoon van een succesvol aannemer gespecialiseerd in toeristenresorts, kleinzoon van een dorpsfotograaf. Uit Martins adolescentie is een waterverfschilderij bewaard gebleven, Hooitijd in Duitsland, dat wel is vergeleken met een Cézanne; het getuigt van een klassieke schilderkunstige visie, gebaseerd op het begrip figuratie, waartoe Martin in later jaren zou terugkeren en dat hem roem en rijkdom zou bezorgen.

Martin krijgt toegang tot de Parijse kunstacademie op basis van een reeks foto’s getiteld Driehonderd foto’s van ijzerwaren. Zijn afstudeerproject behelst 11.000 foto’s van gebruiksvoorwerpen, bedoeld als uitputtende catalogus van door de mens gefabriceerde objecten in het industriële tijdperk.… > Lees verder

Vladim

Belgisch-Russische beeldhouwer, actief omstreeks 1970. Vladim, een oorlogskind – zijn moeder ontmoette zijn vader tijdens de Arbeitseinsatz – kon in België niet aarden. Hij wilde slechts beeldhouwwerken maken uit oudroest en schroot en verder met rust worden gelaten. Over zijn materiaalkeuze was hij stellig: ‘Op onzinnige wijze verspilt men nieuw materiaal om er de afschuwelijkste dingen uit te vervaardigen. Waarom zou ik nieuw ijzer met veel moeite plooien en bewerken, als het oude reeds kant en klaar in de vorm ligt die ik nodig heb? Zij die na ons komen zullen weten dat we zelfs op afvalplaatsen en vuilnisbelten de moed hadden iets te maken wat mooi was.’… > Lees verder

Vere, Martin de

Frans schilder (actief in Parijs in de jaren ’50 van de 20ste eeuw). Tot halverwege de jaren ’50 waren zijn doeken, geheel in de lijn van de in Frankrijk dominante abstractie, louter op visuele verhoudingen gebaseerd. Vervolgens vertoonde zijn werk een opmerkelijke evolutie, ‘zoals een melodielijn zich welft rond een naakt ritme’, in de formule van criticus Maurice Gérard. De Vere introduceerde reeksen van tekens in zijn doeken: eerst letters, daarna lettergrepen, tenslotte hiërogliefen, menselijke figuren en gegroepeerde representaties van objecten. Zijn rationele manier van schilderen kreeg iets spookachtigs. Een goed voorbeeld van zijn werk uit deze periode is een ongetiteld doek, vrij groot van afmetingen, en op het eerste gezicht opmerkelijk evenwichtig van vlakverdeling.… > Lees verder

Staal, Duco van der

Nederlands schilder (geb. omstreeks 1870). Van hem is slechts bekend dat hij omstreeks de eeuwwisseling langdurig in Italië verbleef; dat hij in Rome archeologische studiën deed en een atelier bewoonde in de Via del Babuino, waar hij zich wijdde aan het verzamelen van kunstvoorwerpen en het aquarelleren; dat hij aanvankelijk in contact stond met de Nederlandse kunstenaarskolonie in Rome, waar hij zich een volgeling noemde van Giotto en Forain, maar later een steeds teruggetrokkener bestaan leidde; en dat hij na onmin met zijn familie, vanwege zijn schandaleuze verhouding met de Haagse barones en feministe Cornélie de Retz van Loo, nog slechts van de schaarse verkoop van zijn voor luttele bedragen van de hand gedane aquarellen leefde.… > Lees verder

Ulrich

Romantisch landschapschilder (1774–1840). Geboren in Greifswald, aan de Baltische Zee, in het toentertijd tot Zweden behorende Pommeren. Ulrich studeerde aan de kunstacademie in Kopenhagen en vestigde zich in 1795 in Dresden, waar hij zijn oeuvre schiep en trouwde, waar hij roem oogstte en stierf.

Ulrich was van kindsbeen af gezegend met een groot artistiek talent, een aangeboren vrijheidsgevoel en een natuurlijke liefde voor schoonheid. Alle lagere lusten waren hem vreemd. De enige tekortkoming van deze fijnbesnaarde ziel was de overdaad van zijn deugden. Al op jonge leeftijd beschouwde hij de tekenkunst als een uitstekend middel om de menselijke ziel tot uitdrukking te brengen.… > Lees verder

Tippetotje

Belgische schilderes, actief na de Tweede Wereldoorlog. Over het leven van Tippetotje is een schat aan documenten beschikbaar, onder meer brieven en transcripties van gesprekken met de dagbladschrijver Johan Janssens, en verslagen van excursies met Meneer Colson, ambtenaar.

Tippetotje was niet van zins nieuwe wegen te banen in de schilderkunst, en stond bepaald wantrouwig tegenover de avant-garde. Ze was de schilderes van de onbewaakte overweg, van de betonplaten naast de dekenfabriek, van de vuile huizen in de winter en van de zonovergoten voorstadskoer. ‘Ik ben geen surrealist, ik ben Tippetotje en ik moet een onderwerp nemen dat mij past: een root werkmanshuizen die realistisch zijn weergegeven, alhoewel ze daar als het ware in een droomsfeer staan, onder een lucht die donker en gesloten en een ietsje roodachtig is, maar verlicht door een klaarte die als het ware uit het schilderij zelf komt, die als het ware voortspruit uit die, overigens zeer realistisch geziene, root werkmanshuizen: en aan de straatdeur van het eerste werkmanshuis staat de godverdommelijke schone droom van een naakt meisje… zij is heel naakt maar draagt een rode pullover… zij is naakt tot aan het middel zodat ge de droom der benen en der dijen ziet, en de duivelsharen van haar geslacht, maar daarboven draagt zij een rode met de hand gebreide pullover…’, aldus Tippetotje in een brief.… > Lees verder