Hans Wansink neemt het in een redactioneel commentaar in de Volkskrant van 22 juli op voor de arme Nederlandse consument die boeken veel te duur vindt en er om die reden de laatste vijf jaar een kwart minder geld aan heeft besteed. Hij juicht het nieuwe Amazon-plan voor een streamingdienst toe (onbeperkt e-boeken lezen voor 10 dollar per maand) en is blij dat de rechter het verkopen van tweedehands e-boeken (nog) niet heeft verboden. De vaste boekenprijs vindt hij maar niks, de marges van de boekhandels veel te hoog.… > Lees verder
Onwaarschijnlijk monsterachtig
De eerste zin van Kafka’s Die Verwandlung blijft fascinerend, en erg lastig te vertalen vanwege het ‘ungeheuere Ungeziefer’ waarin de hoofdpersoon, Gregor Samsa, op een ochtend blijkt te zijn veranderd:
Als Gregor Samsa eines Morgens aus unruhigen Träumen erwachte, fand er sich in seinem Bett zu einem ungeheueren Ungeziefer verwandelt.
Door veel vertalers is van dat ‘Ungeziefer’ maar gewoon een kever gemaakt, want daar doet de beschrijving van het beest het meest aan denken, al betoogt Midas Dekkers dat het om een pissebed moet gaan.… > Lees verder
De ondraaglijke lichtheid, maar waarvan?
De kwestie houdt me al veel langer bezig, maar door het herlezen van Milan Kundera’s bekendste boek moest ik er weer aan denken. Jana Beranová heeft de titel van dat boek in 1985 vertaald als De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, en zo is hij ook geworteld in ons collectieve onderbewustzijn. Maar de geautoriseerde Franse vertaling uit 1984 heet L’Insoutenable légèreté de l’être, de Engelse heet The Unbearable Lightness of Being, de Duitse Die unerträgliche Leichtigkeit des Seins: geen ‘bestaan’ maar ‘zijn’. Hoe zit dat precies?
In de verantwoording bij zijn vertaling van Kundera’s essaybundel L’Art du roman schrijft Ernst van Altena in 1987 het volgende:
… > Lees verderIn een artikel in Le Débat heeft Kundera zich in 1984 verzet tegen vertalingen waarin het door hem gebruikte begrip ‘het zijn’ vervangen was door ‘het bestaan’.
Arm Nederlands!
Tijdens het vertalen van Proust valt me maar weer eens op over hoe weinig middelen het Nederlands (in vergelijking met de ons omringende talen) beschikt om de relaties tussen woorden in een zin duidelijk te maken. Ga maar na:
- In tegenstelling tot het Duits kent het Nederlands geen naamvallen (die behalve een grotere variatie in de zinsvolgorde ook relaties op grotere afstand mogelijk maken, zoals het Latijn laat zien).
- In tegenstelling tot het Duits en het Frans kent het dominante (Noord-)Nederlands afgezien van het onzijdig nauwelijks meer woordgeslacht: alles is mannelijk geworden (het befaamde ‘de’ zonder geslachtsaanduiding in Van Dale: in Vlaanderen vrouwelijk, in Nederland mannelijk).
Swanns kant: de stand van zaken
Het is stil op Hof/Haan en dat heeft een reden. Wij proberen namelijk uit alle macht de verloren tijd in te halen en onze Proustvertaling tot een goed einde te brengen. Onze uitgever, Athenaeum-Polak & Van Gennep, heeft inmiddels laten weten dat een verschijning van Swanns kant precies honderd jaar na het origineel (dat in 1913 uitkwam) niet meer tot de mogelijkheden behoort – jammer, maar in elk geval geeft dat ons wat meer lucht.
Veel tijd is gaan zitten in de beginzin: ‘Longtemps, je me suis couché de bonne heure.’ Een ogenschijnlijk eenvoudig zinnetje waar zelfs Google Translate wel raad mee zou moeten weten, maar dat valt tegen: ‘Lang, ging ik vroeg naar bed.’… > Lees verder
Vertalersgeluk zonder oesters
En daar ging hij dan, de Europese Literatuurprijs 2012, naar Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek. Pech voor het duo Houellebecq/De Haan, dat evenwel niet bij de pakken neer wenst te zitten en zijn zinnen heeft gezet op een revanche in het mooie jaar 2017.
De avond waarop de bekendmaking plaatsvond, tevens de afsluiting van de Vertalersgeluk-tournee, was een gedenkwaardige. Géén oesters tijdens het etentje vooraf, wel een bonte collectie wijnsoorten om het verliezersverdriet achteraf mee weg te spoelen, tot diep in de nacht. Van het officiële programma, waaraan ik zelf een bijdrage mocht leveren door mijn geluk te bezingen (met ter adstructie een even melancholieke als aangrijpende passage uit De kaart en het gebied), was vooral de afsluitende discussie met het publiek interessant.… > Lees verder