web analytics

Thérèse Cornips (1926-2016)

‘Als je ziet hoe ik met vertalen bezig ben – dat is verschrikkelijk, zoveel als je kunt variëren. Vertalen is zo moeilijk omdat de taal zo oneindig veel mogelijkheden heeft. Ik heb lang geleden Tom van Deel wel eens horen zeggen dat een echt goede vertaler altijd in één keer het juiste woord koos. Hij lijkt wel gek, dacht ik toen. Een vertaler is als een schaker, die moet juist altijd heel lang nadenken.’

De op 4 maart jl. overleden grande dame Thérèse Cornips (1926-2016) heeft haar lange leven grotendeels gewijd aan de oneindige mogelijkheden van de taal. In haar jonge jaren was ze ‘gemankeerd artiest’ en daarnaast vriendin en ‘tuttelares’ van de dichter Chris van Geel (haar eigen woorden, zoals ze die liet optekenen in het portret dat Guus Middag onlangs van haar publiceerde, In een bevroren jas met een geleend tientje – herinneringen van Thérèse Cornips, Van Oorschot, 2015), maar begin jaren 60 ontdekte Cornips het literair vertalen.… > Lees verder

Een onmogelijk voorstelbare nieuwe vorm

Op 12 mei 2015 is het zover: Swanns kant op, het openingsdeel van Prousts beroemde roman, verschijnt in de Perpetuareeks van Athenaeum-Polak & Van Gennep. Met slechts twee jaar vertraging. In een prachtige, gebonden, lila-turkooizen uitvoering. Inclusief nawoord, exclusief noten. In de quatre-mainsvertaling van Martin de Haan en Rokus Hofstede. En dat alles geheel conform Prousts definitie van schoonheid: ‘… niet een soort volmaakte versie van wat we ons voorstellen, een soort abstracte vorm die we voor ogen hebben, maar integendeel een onmogelijk voorstelbare nieuwe vorm die de werkelijkheid ons aanreikt.’

Madeleine

Drie evenementen naar aanleiding van deze feestelijke gebeurtenis:

  • een podiumgesprek-annex-presentatie met Kenneth van Zijl en de vertalers op City2Cities (Utrecht, Postkantoor Neude, zaterdagavond 16 mei 22:30)
  • een televisie-interview door Kenneth van Zijl met de vertalers in Letteren &cetera (Amsterdam, Bibliotheek Letterenfonds, donderdag 21 mei, 19:30)
  • een boekpresentatie met de vertalers, auteurs Eric de Kuyper en Charlotte Mutsaers en Proustspecialist Pierre Schoentjes (Ugent), gemodereerd door journaliste Gudrun De Geyter in Passa Porta (Brussel, Passa Porta Bookshop, 10 juni, 20:00)
> Lees verder

Possessing one’s reflection

A celebration of ambiguity: that could be a definition, amongst many others, of what poetry is. Poetic ambiguity may stem from a desire to exploit the plurality of meanings of individual words or phrases, or from a desire to stage the encounter – or the collision – of different idioms, language levels and registers within one poetic frame, but it always derives from a desire to divert language away from its ordinary uses and usefulness. Whereas clarity of expression may be helpful or even necessary in the social, economic and political spheres, or in the sphere of science and philosophy, within poetry it is often fatal.… > Lees verder

Agenda: Baudelaire zonder vangnet

baudelairenadarWEB_fcef9132b01381e954fcd84aa5a7c9a6baefe56dExact 150 jaar geleden, op 24 april 1864, arriveerde Charles Baudelaire in Brussel. Over Belgische en andere ergernissen schreef hij fascinerende notities, vertaald door Rokus Hofstede in Mijn hart blootgelegd (uitg. Voetnoot). Op dinsdag 29 april organiseert het Brusselse literatuurhuis Passa Porta een avond rond Baudelaires nagelaten proza. De poète maudit staat ook in het nieuwe nummer van DW B over schrijven zonder vangnet, gepresenteerd door Christophe Van Gerrewey en Daniël Rovers. Acteur François Beukelaers leest voor, tweetalig. Gastvrouw is Gudrun De Geyter.… > Lees verder

Proust in Padua

Van 14 tot 16 november, op de kop af honderd jaar na de verschijning van het origineel, vond in het Italiaanse Padua een congres plaats over het vertalen van Du côté de chez Swann. Mijn geluk was dat ik dat congres kon bijwonen: vijftien lezingen gewijd aan het vertalen van de tekst die collega Haan en ik aan het vertalen zijn. Braziliaanse, Bulgaarse, Duitse, Italiaanse, Kroatische en Koreaanse Proustvertalingen passeerden de revue, en zelf mocht ik iets komen vertellen over de dilemma’s van de Nederlandse hervertaling. Ontbraken niet op het programma: een bezoek aan het oudste anatomisch theater van Europa, waar de zestiende-eeuwse Brusselse anatoom Andreas Vesalius lange tijd werkzaam was, een wandeling over de herfstmarkt van het overweldigende Prato delle Valle, en een rondleiding in het Museo del Precinema, gevestigd in een 15e eeuws palazzo aan datzelfde plein, waar onder meer een toverlantaarn te bezichtigen viel met plaatjes van de arme Genoveva van Brabant en de afschuwelijke Golo, namen die de lezer van de openingsbladzijden van ‘Combray’ vertrouwd in de oren klinken.… > Lees verder

Paul Huigsloot (1952-2013)

‘Thomas trachtte zich los te maken uit de kleurloze vloed die hem overweldigde. Een felle kou verlamde zijn armen. Het water draaide kolkend rond. Was dit werkelijk water? Nu eens dwarrelde het schuim als wittige vlokken voor zijn ogen, dan weer greep de afwezigheid van water zijn lichaam beet en sleurde het heftig mee. Hij ademde trager, een moment lang hield hij de vloeistof binnen die de windvlagen hem tegen het hoofd joegen: een lauwe zachtheid, een vreemd brouwsel in een van smaak beroofde mond. Vervolgens gaven zijn ledematen, van vermoeidheid of om een onbekende reden, hem dezelfde gewaarwording van vreemdheid als het water waarin ze rondbewogen.… > Lees verder