web analytics

Michaux, tijdgenoot van Teirlinck

Op 6 april 2025 las acteur Titus de Voogdt in het Huis van Herman Teirlinck (Beersel) voor uit het vertaalde werk van Henri Michaux, met een ruime keuze uit het onlangs verschenen Hoekpijlers. Daaraan voorafgaand sprak ik uitgebreid over leven en werk van de geëxpatrieerde Belgische dichter.

Op de site van het Huis van Herman Teirlinck is de voorstelling te beluisteren als podcast: https://lnkd.in/dMRccMWv

> Lees verder

Georges Perec, Ellis Island. De presentatie

‘(…) De gebraden duiven vlogen hun niet in de mond en de straten van New York waren niet met goud geplaveid. Sterker nog, ze hadden meestal helemaal geen plaveisel. En toen begrepen ze dat zij juist om die straten te plaveien daarheen waren gehaald. (…)

We moeten het ons proberen voor te stellen: ooit waren, voor miljoenen migranten, de Verenigde Staten van Amerika het Land van Belofte.

Récits d’Ellis Island. Histoires d’errance et d’espoir(1980) was het laatste boek dat Georges Perec (met Robert Bober) bij leven publiceerde. Op dinsdag 13 mei wordt de Nederlandse vertaling gepresenteerd in het Antwerpse Red Star Line Museum, in aanwezigheid van een paar mensen die namens Perec en Bober het woord voeren.… > Lees verder

Bruno Latour, De uitvinding van het ‘trumpisme’ (fragmenten)

In 2017, een jaar na de eerste inauguratie van Donald Trump als Amerikaans president, verscheen ‘Où atterrir? Comment s’orienter en politique’ van Bruno Latour (1947-2022), een klemmend essay waarin Latour betoogt dat de klimaatkwestie rechtstreeks is verbonden met ongelijkheid en onrechtvaardigheid en behoort tot de kern van de geopolitiek – zoals blijkt uit de terugtrekking van de Verenigde Staten uit het Parijse klimaatakkoord. Na Trumps tweede inauguratie, in 2025, is Latours stellingname relevanter dan ooit. Daarom, bij wijze van napublicatie, een paar passages over het trumpisme uit de bij Octavo verschenen vertaling ‘Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime’.… > Lees verder

Een genre apart

Publicatie voorzien bij Uitgeverij Koppernik op 13 februari 2025, presentatie gepland op 12 maart in Boekhandel Limerick te Gent, nu reeds, op 13 januari, getipt in De Standaard: Henri Michaux, Hoekpijlers.

Opvallend is hier vooral hoe aanstekelijk enthousiasme kan zijn. In augustus 2024 schreef ik, na voltooiing van de vertaling van Poteaux d’angle, tijdens een residentie in Seneffe, in een euforische bui een van enige hybris getuigend nawoordje, waarbij vooral de uitsmijter de mate van mijn euforie uitdrukte.

‘Hoekpijlers’: viaticum voor troebele tijden, trainingskamp voor onafhankelijken van geest, ontwenningskuur voor mediaverslaafden, antidotum tegen een door roddel, cliché en stemmingmakerij beheerste wereld.

> Lees verder

Die puriteinse Hollanders

Is het proza van Pierre Michon te zinnelijk en te weelderig voor die puriteinse Hollanders?

In 2024 verscheen Michons Het stroomdal van de Beune bij Uitgeverij Van Oorschot. De boeken van Michon zijn in ons taalgebied wat met een fraai eufemisme succès d’estime worden genoemd: goed ontvangen door de critici, weinig gelezen. Mijn uitgever vond desgevraagd dat de verkoop van Het stroomdal zes maanden na publicatie ‘niet overhield’; met ruim twaalfhonderd verkochte exemplaren is de roman geen kassakraker gebleken. Toch valt die verkoop nog mee, vergeleken bij sommige oudere Michontitels, waarvan niet meer dan een paar honderd stuks werden weggezet.

Het stroomdal van de Beune is de mise-en-scène van een begeerte, een roman over water en vuur, hengelaars en jagers, witte wanden en rode wonden, witte vissen en rode vossen, de reeks ‘prachtige minimale opposities’ die vriend Martin ooit heeft gespot.… > Lees verder

Wie is bang voor de vertaler?

In de ogen van veel mensen, uitgevers en critici incluis, is literair vertalen een vorm van dienstverlening, een inwisselbaar, anoniem en tot (terechte) nederigheid stemmend ambacht met een louter instrumenteel doel – een literaire tekst uit een vreemde taal ‘ontsluiten’ in de eigen taal. Tot voor kort vormden vertaalwetenschappers niet altijd een uitzondering op die laatdunkende grondhouding. Geen wonder, als je de sociologische realiteit in aanmerking neemt: de wetenschap is een prestigieuze activiteit, geschraagd door een prestigieuze institutie die aan haar beoefenaars glansrijke carrières biedt – het literaire vertalen is een roemloze freelance-activiteit, of om het nog gechargeerder te zeggen: een vorm van letterknechterij waarvoor je, zoals Hans van Pinxteren ooit zei, een gelofte van armoede moet afleggen.… > Lees verder