web analytics

Fiftyfifty

‘Het is geen bitterheid en ook geen nijd, het gevoel dat mij de laatste jaren soms bekruipt: dat er in elk succes iets ordinairs zit dat onze kleingeestigheid streelt,’ zo staat vandaag te lezen op Maximen.nl. De uitspraak is van Jan Zabrana (1931-1984), een Tsjechische vertaler uit het Russisch en het Engels, van wiens dagboek Patrik Ourednik (de onvolprezen auteur van Europeana) in 2005 een selectie in het Frans vertaalde onder de titel Toute une vie. Zabrana’s wrede, grappige, vaak wanhopige observaties over de lijdensweg die hij als vertaler onder het communisme moest afleggen, doen me weer beseffen hoe bevoorrecht wij – Nederlanders, Nederlandse vertalers – ondanks alles nog altijd zijn.… > Lees verder

Vamos a la playa

247. Iets meer weten en iets minder leven. Anderen zijn een tegengestelde mening toegedaan. Aangename ontspanning is beter dan inspanning. Het enige wat wij bezitten is tijd, een bezit waarover zelfs de minst vermogenden beschikken. Het maakt een mens even ongelukkig zijn kostbare tijd aan werktuiglijke arbeid te verspillen als zich met te veel verheven werkzaamheden bezig te houden. Men dient zich niet te veel werk op de hals te halen en evenmin te veel afgunst. Dan vertrapt men zijn leven en verstikt zijn ziel. Bepaalde mensen willen dit ook voor het opdoen van kennis laten gelden, maar wie niet weet, weet ook niet te leven.… > Lees verder

Wilfred Oranje (1951-2011)

Nadat tot tweemaal toe een Italiaanse schrijver een jaar na door hem te zijn vertaald was overleden, had hij besloten zich nog uitsluitend op Duitstalige auteurs te richten – zo vertelde mij Wilfred Oranje afgelopen voorjaar, met de hem typerende mengeling van bravoure en zelfspot, toen ik hem enkele biografische weetjes probeerde te ontlokken voor een aan hem gewijd Wikipedia-lemma waarin bovenstaande opmerking het overigens niet heeft gehaald. Wel staat daar sinds vandaag zijn sterfjaar vermeld, en is de tegenwoordige tijd van het werkwoord ‘zijn’ door een verleden tijd vervangen.

Oranjes dood is een groot verlies, voor de Nederlandse literatuur, die hij heeft verrijkt met een dertigjarig vertaaloeuvre van verbluffende kwaliteit, maar ook en speciaal voor allen die het geluk hebben gehad hem van nabij te mogen meemaken, met zijn generositeit en bescheidenheid, zijn immer speelse geest, zijn jongensachtige branie, zijn licht archaïsche welbespraaktheid, de lach die vaak op het punt stond door te breken in zijn stem.… > Lees verder

De krakende kraak

Zaterdagavond 18 juni 2011. In de Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg vinden, in het kader van Poetry International 2011, drie ‘internationale poëzievoordrachten’ plaats door respectievelijk de Israëli Admiel Kosman, de Amerikaans-Oostenrijks-Duitse Ann Cotten en de Franstalige Belg Eugène Savitzkaya. Die laatste, van wie ik voor Poetry uiteenlopend werk heb vertaald, zit naast me op de voorste rij. Aan mijn andere zij zit Cotten.

Na Kosmans bezielde maar ook wat schoolmeesterachtig klinkende voordracht volgt de schuchtere, laconieke stem van Cotten. Ze draagt onder meer het gedicht ‘Solidus’ voor, een uit dactylen (—υυ / —υυ) opgebouwde, encyclopedische opsomming van disparate elementen.… > Lees verder

Clark Accord (1961-2011)

Juichende recensies zijn geen garantie voor hoge verkoopcijfers, en andersom; een daverend verkoopsucces kan heel goed samengaan met al dan niet gesuikerde terechtwijzingen van de kant van critici. Dat laatste gold voor het werk van de onlangs overleden Surinaamse schrijver Clark Accord, wiens De koningin van Paramaribo (1999) inmiddels dertig drukken en een oplage van 120.000 heeft gehaald. De stilistische kwaliteiten ervan oogstten bij de meeste critici niet veel lof.

Toegegeven, Accords schrijfstijl maakt in De koningin van Paramaribo regelmatig een onbeholpen indruk, effectbejag wordt niet geschuwd, het aantal overdrijvingen en clichés is legio. Voor Accords lezers vormde dat geen beletsel.… > Lees verder