web analytics

Michel Houellebecq, ‘Elementaire deeltjes’, fragment

Michel Houellebecq, Elementaire deeltjes‘De vormen van de natuur’, schrijft Djerzinski, ‘zijn menselijke vormen. Driehoeken, verstrengelingen en vertakkingen zijn vormen die in onze hersenen verschijnen. We herkennen ze, we waarderen ze; we worden erdoor omringd. Omringd door onze maaksels, menselijke maaksels, die aan de mens kunnen worden overgedragen, ontplooien we ons en sterven we. Omringd door de ruimte, de menselijke ruimte, verrichten we metingen; met die metingen maken we de ruimte, de ruimte tussen onze instrumenten.’

‘De onwetende’, vervolgt Djerzinski, ‘wordt beangstigd door het idee van de ruimte; hij stelt zich die voor als een onmetelijk, duister, gapend gat. Hij stelt zich de mensen voor in de elementaire vorm van een bol, helemaal alleen in de ruimte, ineengedoken in de ruimte, overweldigd door de eeuwige aanwezigheid van de drie dimensies.… > Lees verder

Verstrengelingen van Michel Houellebecq

‘De handeling van het denken en het voorwerp van het denken zijn één.’ Rond die uitspraak van de Griekse filosoof Parmenides bouwt Bedřich Hubčejak, de (fictieve) pleitbezorger van het werk van moleculair bioloog Michel Djerzinski in Elementaire deeltjes, zijn eerste artikel op, getiteld ‘Michel Djerzinski en de Kopenhaagse interpretatie’. De precieze inhoud van dat artikel kennen wij als lezers van het boek helaas niet, maar we bezitten genoeg contextuele informatie om een idee te hebben van de strekking. Ongetwijfeld legt Hubčejak een relatie tussen genoemde uitspraak van Parmenides, de Kopenhaagse interpretatie van de kwantummechanica (volgens welke op subatomair niveau een waargenomen feit niet los van de meting bestaat) en Michel Djerzinski’s opvatting van de ruimte als voortbrengsel van de geest: allemaal theorieën waarin subject en object onlosmakelijk met elkaar verstrengeld zijn.… > Lees verder

Een happy end voor Michel

‘Als de betekenis van een roman de rewriting ervan overleeft, bewijst dat indirect hoe middelmatig die roman is.’ Dat zegt Milan Kundera in het voorwoord bij zijn toneelstuk Jacques en zijn meester, en de boodschap is duidelijk: een roman moet doen wat alleen een roman kan doen, en een bewerking ervan heeft dus alleen zin als die niet probeert hetzelfde te bereiken, maar zich opwerpt als een ‘variatie’ met een eigen betekenis – zoals Kundera’s toneelstuk een variatie is op Diderots roman Jacques de fatalist.

Ik heb me altijd afgevraagd of die stelling wel klopt. Zou een bewerking niet met andere middelen hetzelfde doel kunnen bereiken?… > Lees verder

Tien praktische wenken voor de beginnende Houellebecqvertaler

  1. Spel zijn naam correct en spreek hem correct uit. Dus geen Houellebeck, geen Houellebeqc, geen Houellebecque, geen Hoellebeck, geen Huilebek, geen Welbeke. Weet dat hij in werkelijkheid Michel Thomas heet, dat hij als schrijver de naam van zijn grootmoeder heeft aangenomen en dat die naam Bretons is (dus geen gefantaseer over een verre Nederlandse voorzaat die zich dapper tegen de Napoleontische overheerser verzette door het opgeven van een ludieke achternaam). Over zijn leeftijd bestaat verwarring: volgens zijn moeder, zijn biograaf en zijn geboorteakte is hij in 1956 geboren, volgens hemzelf was het in 1958 en heeft zijn moeder de akte vervalst omdat ze wilde dat hij als vermeend wonderkind in een hogere klas kwam.
> Lees verder

Michel Houellebecq, ‘Mogelijkheid van een eiland’, fragment

Hoe helder staan ze me nog voor de geest, de eerste momenten van mijn clownsroeping! Ik was toen zeventien en bracht een nogal saaie augustusmaand door in een all inclusive club in Turkije – het was trouwens de laatste keer dat ik met mijn ouders op vakantie zou gaan. Die trut van een zus van me – ze was in die tijd dertien – begon alle kerels het hoofd op hol te brengen. Het gebeurde bij het ontbijt; zoals elke ochtend was er een rij ontstaan voor de roereieren, waar de zomergasten bijzonder dol op leken. Naast mij griste een oude Engelse (bits, vals, het type dat vossen aan flarden snijdt om er haar living mee te decoreren), die zich al rijkelijk van eieren had bediend, zonder aarzelen de drie laatste worstjes weg die als garnituur op de metalen schaal lagen.… > Lees verder

Weg van de mens, terug naar de mens

Op een omgevallen boom in het bos zit een man. Hij denkt na, schrijft af en toe iets op een velletje papier en trekt zich niets aan van de hond die blaffend zijn aandacht vraagt. Hij slaat ook geen acht op de drie mannen die achter hem staan en met microfoon en camera over zijn schouder heen proberen vast te leggen wat hij schrijft. Na een paar minuten knikt hij: het is zover, hij is er klaar voor.

De Franse sterschrijver Michel Houellebecq is geen wonder van welbespraaktheid. Niet alleen mompelt hij doorgaans onverstaanbaar, tijdens interviews neemt hij ook alle tijd om over de vragen na te denken, niet zelden tot wanhoop van de interviewer – die de stiltes dan maar begint op te vullen met nieuwe vragen en mogelijke antwoorden daarop, zodat de schrijver uiteindelijk alleen nog maar ja of nee hoeft te zeggen.… > Lees verder