web analytics

Lof der ironie

Toen Milan Kundera in 1967 De grap publiceerde, was hij bijna veertig jaar oud. Alles wat aan die eerste roman voorafging beschouwt hij als onrijp jeugdwerk dat alleen interessant is voor literatuurwetenschappers, biografen en andere voyeurs die de ontstaansgeschiedenis belangrijker vinden dan het kunstwerk zelf, maar op die regel is één uitzondering: de verhalen van Lachwekkende liefdes, waarvan het merendeel eerder werd geschreven dan De grap, ook al verscheen de bundel een jaar later en is het dus strikt genomen Kundera’s tweede boek.

Met Lachwekkende liefdes vond Kundera zijn stijl. Natuurlijk kunnen er in zijn oeuvre zoals dat nu voor ons ligt verschillende fases en ontwikkelingen worden onderscheiden, maar de constanten zijn nog veel duidelijker.… > Lees verder

De lach van de duivel

Het boek van de lach en de vergetelheid, het eerste boek dat Milan Kundera schreef nadat hij zich in 1975 in Frankrijk had gevestigd, is zijn meest autobiografische roman. Openhartig vertelt hij erin over zijn relatie met zijn vader, de pianist Ludvík Kundera, over zijn eigen jeugdige enthousiasme voor het communisme, over zijn verstoting uit de partij en over de manier waarop hij na de Russische inval in 1968 zijn baan verloor – inclusief de vermakelijke anekdote van de horoscooprubriek die hij vervolgens een jaar lang verzorgde onder een andere naam. En Kundera schuwt zelfs een zeer intieme onthulling niet, getuige het verhaal over zijn ontmoeting met de journaliste R.… > Lees verder

Jean Echenoz, Bodembestemming, fragment

Omdat alles verbrand was – moeder, meubilair en foto’s van moeder – hadden Fabre en zoon Paul direct een hele rompslomp: al die as en die rouw, verhuizen, de meubelboulevards af voor een nieuwe start. Te snel vond Fabre iets minder ruims, twee multifunctionele kamers onder een gemetselde fabrieksschoorsteen waarvan de slagschaduw de tijd aangaf, en niet zo ver van de Quai de Valmy, wat praktisch was.

’s Avonds na het eten vertelde Fabre Paul over zijn moeder, Paul z’n moeder, soms al onder het eten. Omdat ze geen afbeelding van Sylvie Fabre meer hadden sloofde hij zich uit om haar steeds preciezer te beschrijven: hele hologrammen verrezen midden in de keuken, maar bij de minste onnauwkeurigheid liepen ze leeg.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘H.P. Lovecraft – Tegen de wereld, tegen het leven’, fragment

Het leven is pijnlijk en teleurstellend. Daarom is het onnodig om nieuwe realistische romans te schrijven. We weten in zijn algemeenheid waar we met de werkelijkheid aan toe zijn, en we hebben weinig zin om er meer over te horen. De mensheid als zodanig prikkelt onze nieuwsgierigheid nog maar matig. Al die enorm subtiele ‘observaties’, al die ‘situaties’ en anekdotes… Zodra het boek is dichtgeslagen, dragen ze enkel nog maar bij aan een licht gevoel van walging dat al voldoende wordt gevoed door om het even welke dag uit het ‘echte leven’. Maar dan Howard Phillips Lovecraft: ‘Ik ben de mensheid en de wereld zo stierlijk beu dat niets me meer kan boeien tenzij het minstens twee moorden per bladzijde bevat of handelt over onnoembare, onverklaarbare verschrikkingen die neerloeren vanuit buitenkosmische ruimten.’… > Lees verder

‘Mijn materiaal is niet echt de wereld’: gesprek met Michel Houellebecq

Michel Houellebecq is geen prater. Toen ik hem in november 2002 op verzoek van de Volkskrant in Spanje opzocht voor een eindejaarsinterview, had ik me dan ook voorbereid op een moeizaam, langdurig gesprek met veel stiltes en veel eh’s en hm’s. Het viel mee: langdurig was het zeker, de eh’s en hm’s waren niet van de lucht, maar wat overheerste was de grote bereidheid van de schrijver om na te denken over alle mogelijke onderwerpen zonder terug te vallen op kant-en-klare antwoorden. Gezien de traagheid waarmee het gesprek op die manier verliep leek het mij misplaatst om uit Houellebecqs woorden een vloeiend, doorlopend betoog te destilleren, zoals bij dit soort interviews gebruikelijk is: dat past niet bij hem en zou de werkelijkheid te veel geweld aandoen.> Lees verder

Michel Houellebecq, ‘De koude revolutie’, woord vooraf

Michel Houellebecq dankt zijn bekendheid voornamelijk aan twee romans, Elementaire deeltjes en Platform. Het zijn ambitieuze boeken, die veel stof hebben doen opwaaien door de grote thema’s die ze aan de orde stellen en de forse stellingen die ze verkondigen – of niet verkondigen, daarover verschillen de meningen. Gezien de rol die Houellebecq inmiddels ook bij ons in het literaire en intellectuele debat speelt, was de behoefte aan verdere ontsluiting van zijn werk in het Nederlands groot. De koude revolutie vult in één klap een groot deel van de lacune aan, door vrijwel alles te bundelen wat niet onder de kopjes ‘fictie’ of ‘poëzie’ valt.… > Lees verder