web analytics

De wereld als personage

Nog niet zo heel lang geleden stond Honoré de Balzac (1799-1850) in literair Frankrijk model voor alles wat fout was. Het personage en het verhaal, twee belangrijke pijlers van zijn gigantische oeuvre, werden afgedaan als achterhaalde begrippen, zijn beschrijvingen overtollig en langdradig gevonden, zijn alwetende vertellers ongeloofwaardig geacht (want God was dood). En over zijn stijl kon je het beter ook niet hebben: dat was een allegaartje waar zelfs zijn tijdgenoten hun wenkbrauwen al bij optrokken.

Maar hij kwam terug. De toch niet weinig experimentele essayist Roland Barthes liet zien dat een verhaal van Balzac heus wel interessant kon zijn, hyperintelligente wetenschappers betoogden dat zijn lange beschrijvingen helemaal niet saai waren, en zodoende veranderde het pispaaltje van de Nouveau Roman weer in een keurig nette Grote Schrijver.… > Lees verder

Zeven portretten van Denis Diderot

1. Zittend aan zijn werktafel (Louis-Michel van Loo, olieverf, Louvre)

De filosoof, zoals hij zichzelf graag noemde, draagt een glimmende kamerjas en ziet eruit als iemand die weet wat weelde is. Met zijn rechterhand schrijft hij, zijn linkerhand heeft hij op borsthoogte geheven alsof hij in zijn bezigheid is gestoord door de binnenkomst van een onbekende, naar wie hij met grote ogen opkijkt. Zeer vakkundig geschilderd, het pruikloze hoofd met het korte grijze haar doet zeer realistisch aan – maar nee, dit is hem niet: te goed gekleed, te wuft, te steriel. Zelf noemt de geportretteerde het schilderij ‘vrij goed getroffen’, om even later los te barsten: ‘Maar wat zullen mijn kleinkinderen wel niet zeggen als ze mijn sombere boeken ooit vergelijken met die lachende, snoezige, verwijfde oude ijdeltuit?… > Lees verder

Denis Diderot, ‘Dit is geen grap’, fragment

– Het is een feit dat er zeer goede mannen en zeer slechte vrouwen bestaan.
– Dat zien we elke dag en soms zelfs zonder ons eigen huis te verlaten. En verder?
– Verder? Ik heb een mooie vrouw uit de Elzas gekend, maar dan ook zo mooi dat de oude mannen voor haar te hoop liepen en de jongelui met een ruk bleven stilstaan.
– Ik heb haar ook gekend, ze heette madame Reymer.
– Inderdaad. Een man uit Nancy die pas in Parijs was aangekomen, Tanié genaamd, werd smoorverliefd op haar. Hij was arm. Het was een van die ongelukskinderen uit een groot gezin die van huis weglopen om te ontkomen aan hun harteloze ouders, en die zich in de wereld storten zonder te weten wat er van ze zal worden, maar in de vaste overtuiging dat ze het nooit slechter kunnen krijgen dan in het leven dat ze zijn ontvlucht.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘Leven, lijden, schrijven – methode’, flaptekst

Poëzie groeit op het massagraf der bedrogen verwachtingen; haar ware wortels bevinden zich echter in de hemel. Het valt dan ook te begrijpen dat ze niet bij machte is de mens met het leven te verzoenen. Wel kan ze een zwak maar duidelijk signaal afgeven aan hen die op het punt staan het bijltje erbij neer te gooien.

In een permanente, algehele oorlogssfeer bevindt de dichter zich in de frontlinie van alle levenden. Door zijn dagelijkse aanraking met het ondraaglijke zal hij worden blootgesteld aan de verleiding van de desertie, de euthanasie. Hij moet zich verzetten, de waardigheid verachten, bestaan tot hij erbij neervalt.… > Lees verder

De zichtbare vertaler 3: Weerspiegelde lust is dubbele lust

Sinds gisteren hangt er in onze woonkamer, keurig recht boven de schouw, een prachtige gravure. Het is een portret van een man in een zwart pak met daarover een zwarte mantel, tegen een zwarte achtergrond. Vrolijke boel daar, zult u denken, maar gelukkig zijn er nog een paar lichtpuntjes in het duister: het raam, het gezicht en de kraag van de man, en zijn beide handen. Ongetwijfeld is de compositie ontleend aan een of ander beroemd schilderij dat me nu net even niet te binnen wil schieten, een Italiaanse of Hollandse meester van het chiaroscuro, maar dat neemt niet weg dat dit zelfportret – want dat is het – in mijn beleving een zeer rake typering geeft van de geportretteerde, die niemand anders is dan baron d’Empire Dominique Vivant Denon (1747-1825).… > Lees verder

De schrijver komt altijd te laat

Het had zo interessant kunnen zijn. Of misschien is interessant niet het juiste woord: van een roman over ‘Nine Eleven’ zou je meer mogen verwachten dan een paar uurtjes boeiende maar vrijblijvende lectuur. En dat is precies wat er schort aan Windows on the World van de hippe Franse schrijver Frédéric Beigbeder, een van de voornaamste kanshebbers voor de grote literaire prijzen die traditiegetrouw eind oktober, begin november over schrijvend Frankrijk neerdalen.

Beigbeder brak in 2000 definitief door met de roman 99 francs (een nieuw concept: de verkoopprijs is tevens de titel), in Nederlandse vertaling voorzien van de ronkende ondertitel ‘Keiharde afrekening met de reclamewereld’, die al aangeeft dat ook het boek zelf niet vies is van enig publicitair machtsvertoon.… > Lees verder