web analytics

Was het Leonardo?

Vertalingen. De consumptieve lezer kijkt er dwars doorheen, de literatuursnob leest ze met stellige tegenzin, de recensent (voorzover hij niet in de eerste twee categorieën valt) vindt ze ‘soepel’, ‘vlot’ of ‘houterig’. Over één ding zijn al die mensen het wel eens: vertalingen tellen niet mee. Waarbij ze er gemakshalve maar even aan voorbijgaan dat het beeld dat ze van een buitenlandse auteur hebben, meestal volledig op diezelfde vertalingen gebaseerd is. Arnon Grunberg die Marcel Proust verwijt dat hij niet kan schrijven, is maar één schrijnend voorbeeld.

In de Franse Bibliotheek, de prachtige commerciële flop van Van Oorschot, is nu een vertaling verschenen van een boek dat in het Frans grote indruk op mij had gemaakt: La Demande van Michèle Desbordes.… > Lees verder

In de zachte armen van de kitsch

Een gedachte-experiment. Probeert u zich eens voor te stellen hoe u het zou vinden wanneer ik als recensent van het mannelijk geslacht in deze kolommen zou bekennen dat er maar één ding op de wereld is dat me interesseert: vrouwen. Weet u het niet? Laten we dan maar eens de proef op de som nemen. Net als alle andere mannen denk ik de hele dag maar aan één ding: seks. Het schone geslacht is het enige waar ik echt nieuwsgierig naar ben, alle vrouwen die ik heb gekend en bekend (in bijbelse zin) interesseren me niet als individu maar alleen als manifestatie van het Eeuwig Vrouwelijke, ik geloof niet in liefde en trouw maar alleen in de Vrouw, de ene en ondeelbare Ander die zij voor mij is en altijd zal blijven.… > Lees verder

Wit en rood: over Michons La Grande Beune

La Grande Beune (1996) is de enige tekst van Pierre Michon die ondubbelzinnig tot de verbeeldingsliteratuur behoort. Al zijn andere boeken, van Vies minuscules (1984) tot het onvoltooide Les Onze, gaan over bekende of onbekende mensen die echt hebben bestaan, en dat is geen toeval: ‘Nieuwe levens en nieuwe doden scheppen vind ik zinloos,’ zegt de schrijver in een interview, en hij associeert die oerhandeling van het romaneske genre met solfer en duivelskunsten. Bij de lezer van La Grande Beune zal dat weinig verbazing wekken, want de hele novelle is doortrokken van zwaveldampen en kwaadaardige wasems. Meteen al aan het begin van het eerste hoofdstuk vergelijkt de verteller, een naamloze jonge onderwijzer, zichzelf met de duivels die de kringen van de hel bevolken:

Tussen Les Martres en Saint-Amand-le-Petit ligt het dorp Castelnau, aan de Grande Beune.

> Lees verder

Pierre Michon, La Grande Beune, slot

Op een avond hing er precies zo’n dichte, onbeweeglijke en haast warme mist als op de avond van mijn aankomst. Ik zat net aan mijn charcuterie toen Jean de Visser binnenkwam met twee kornuiten; hun oliepakken waren dof alsof iemand ertegenaan had staan blazen. De magische buidels op hun buik zaten barstensvol. Al in de deuropening straalde Jean, hij grinnikte in zichzelf, hield zijn mimiek strak in bedwang en wendde iets van traagheid voor, maar daaronder danste zijn haast. De drinkers zeiden geen woord meer, ook zij grinnikten, ze bruisten van ongeduld terwijl ze traag hun glas neerzetten; ze speelden het spelletje mee.… > Lees verder

Een lichaam dat muziek geworden is

Wanneer de bladeren van de bomen vallen en de wind om het huis giert, weten we dat het seizoen van de literaire prijzenregen weer is aangebroken. We hadden al de Nobelprijs voor Gao Xingjian, de Anton Wachterprijs voor Marek van der Jagt en de AKO Literatuurprijs voor Arnon Grunberg, en afgelopen maandag zijn daar twee grote Franse prijzen bij gekomen, de Prix Goncourt voor Jean-Jacques Schuhl en de Prix Renaudot voor Ahmadou Kourouma. Geen land waar zoveel literaire prijzen te vergeven zijn als Frankrijk. Eerder werd al de Grand Prix du Roman de l’Académie Française toegekend aan Pascal Quignard, volgende week volgen nog de Prix Femina en de Prix Médicis, en het spektakel wordt op 14 november besloten met de Prix Interallié.… > Lees verder

Encyclopédie, artikel ‘Kaukasus’

Bergketen die begint boven Colchis en eindigt bij de Kaspische Zee. Dit was de plaats waar de lever van de geketende Prometheus werd verscheurd door een gier of een adelaar. Als we Philostratus mogen geloven, namen de bewoners van de streek die mythe letterlijk en voerden oorlog tegen adelaars, haalden de jongen uit de nesten en doorboorden ze met brandende pijlen. Of ze zagen er juist, zoals Strabo zegt, een zinnebeeld van de erbarmelijke toestand van de mens in en rouwden daarom wanneer er kinderen werden geboren en vierden feest als ze stierven. Geen enkele christen die werkelijk diep doordrongen is van de waarheden van zijn godsdienst, kan het voorbeeld van de bewoners van de Kaukasus negeren en niet blij zijn met de dood van zijn kinderen.… > Lees verder