web analytics

’t Is ’m ’n doorn in ’t oog

Aardige opdracht voor een cursus creative writing: schrijf een tekst waarin de letter e niet voorkomt. Een e-lipogram heet zoiets, en wie met het verschijnsel bekend is (bijvoorbeeld uit het werk van Battus) weet waarschijnlijk ook dat er zelfs een hele roman zonder e bestaat: La Disparition van de Franse schrijver Georges Perec. Sterker nog: die roman bestaat nu ook in het Nederlands, onder de titel ’t Manco.

Knutselen met taal is altijd leuk, en Perec was er een meester in. La Disparition is zijn bekendste huzarenstukje, maar hij schreef ter compensatie ook een roman met alleen maar e’s (Les Revenentes), plus tal van kortere teksten waarin hij zichzelf allerlei strenge vormbeperkingen oplegde, overeenkomstig de ludieke uitgangpunten van de schrijverswerkplaats Oulipo.… > Lees verder

Een koninkrijk voor een krukje

In een ranglijst van meest geciteerde schrijvers zou hij fier bovenaan staan. Toch beslaat zijn gepubliceerde oeuvre nog geen 100 bladzijden. François VI hertog van La Rochefoucauld vond het schrijven een aardig tijdverdrijf, en dat hebben we geweten. Met zijn vlijmscherpe maximen ontmaskerde hij de mens als een irrationeel, egoïstisch roofdier. Wat natuurlijk onmiddellijk de vraag oproept hoe hij zelf was, als mens. Een portret in tien maximen.

1. Oude mensen geven graag goede raad omdat ze niet meer in staat zijn het slechte voorbeeld te geven.
De zelfspot is onmiskenbaar. De ‘oude’ La Rochefoucauld, die zich onledig houdt met het noteren van wijze levenslessen, denkt terug aan wat hij vroeger heeft uitgespookt.… > Lees verder

Eén vrouw is haar geliefde trouw

Een spons. Misschien is dat wel het beste beeld om Denis Diderot mee te typeren. Een wandelende spons die alles om zich heen in zich opzuigt en het weer uitspuwt zodra er pen en papier in de buurt zijn.

Het beeld is grotesk, maar dat is Diderot zelf ook. Tussen het opzuigen en het uitspuwen zit namelijk nog een derde fase, het verwerken, en juist die derde fase bepaalt hoe de opgeslorpte wereld uit de pen van de schrijver vloeit: in grillige, onvoorspelbare stromen, die elkaar raken op punten die voorheen ver uit elkaar leken te liggen. De wereld wordt herschikt: binnen wordt buiten, onder wordt boven, en zoals altijd gaat die bevrijdende herschikking gepaard met een heldere schaterlach.… > Lees verder

De literatuur is dood, leve de literatuur

Voor wie het nog niet wist: er is iets vreemds aan de hand met de literatuur. Elk jaar verschijnen er meer boeken, het aanbod is groter en gevarieerder dan ooit, en toch speelt literatuur inmiddels een vrij marginale rol in het publieke debat, na eeuwen van hoog maatschappelijk aanzien. Rara, hoe kan dat.

William Marx, literatuurwetenschapper te Orléans, weet het antwoord. ‘De dood van de literatuur belet niet dat er literatuur wordt bedreven,’ zegt hij in Het afscheid van de literatuur, het boek waarmee hij literair Frankrijk op stelten zette, en dat nu in vertaling is verschenen. Zijn stelling doet een beetje denken aan die van een cultuurpessimist als Milan Kundera (‘de geschiedenis van de kunst is vergankelijk, het gebabbel van de kunst is eeuwig’), met als belangrijk verschil dat Marx geen waardeoordeel velt: hij analyseert de door hem geconstateerde teloorgang in alle objectiviteit, zonder heimwee naar de niet eens zo lang vervlogen tijd dat literatuur een schier onaantastbare status genoot.… > Lees verder

Lachen om een rotte wereld

‘Rotting wint en schrijft de wet voor.’ Dat zegt Croll, en Croll kan het weten want hij is de enige in het dorp die de rotting bestrijdt, bijvoorbeeld door een aangetaste voet te laten schoonkluiven door een ezel en de wond te bepleisteren met een pasta van gesmolten rat. Dat lucht op.

De seizoenen van de Franse schrijver Maurice Pons is een raar boek. Vrouwen stoppen kikkers in hun vagina, een herbergierster met elefantiasis verwijdert mee-eters bij haar klanten bij wijze van tijdverdrijf, dorpsbewoners binden levende dieren op hun blote buik om zich te beschermen tegen de bittere kou van de jarenlange winter.… > Lees verder

Zeshoekige literatuurgeschiedenis

Franc Schuerewegen en Marc Smeets zijn respectievelijk hoogleraar en universitair docent aan de universiteit van Nijmegen. Samen hebben zij nu hun beider passie, de Franse literatuur, voor uitgeverij Bert Bakker in een notendop geperst. Ze hebben daarbij ‘bewust geopteerd voor een hexagonale literatuurgeschiedenis’, waarmee ze waarschijnlijk bedoelen dat alleen échte Franse schrijvers mogen meedoen. Immers, Frankrijk heeft een vorm die in de verte aan een zeshoek doet denken, zoals geoefende kaartlezers weten.

Overigens worden er in het boekje wel degelijk twee Belgen behandeld, Amélie Nothomb en Jean-Philippe Toussaint, maar die zijn ook in Frankrijk bekend, zozeer zelfs dat er best een aantal echt belangrijke, echt Franse schrijvers (La Bruyère, La Rochefoucauld, Gide, Valéry, Queneau, Artaud, Perec) en een belangrijke beweging (het surrealisme) voor mochten sneuvelen.… > Lees verder