web analytics

Krenten in de pap: nieuwe Baudelairevertalingen van Paul Claes

‘Wij van Claes adviseren Claes’

Met dat motto typeerde Vincent Hunink, veelgeprezen vertaler van onder anderen Tacitus en Seneca, ooit de basishouding van zijn al even veelgeprezen collega Paul Claes. ‘Paul Claes kan er geen genoeg van krijgen. In artikel na artikel verdedigt hij zijn eigen vertalingen via kritiek op andermans werk’, schreef Hunink in het vertaaltijdschrift Filter, en er zijn inderdaad nauwelijks auteurs te bedenken die Claes heeft vertaald zónder zijn voorgangers (en opvolgers, denk aan de Joyce-vertalers Henkes en Bindervoet) te bekritiseren. De enige uitzondering is misschien Rimbaud: Claes vermeldt in de herziene editie van zijn vertalingen het bestaan van de prachtige versie van Hans van Pinxteren niet eens – ook een manier om afstand te nemen van een concurrent.… > Lees verder

Nobelprijs voor Patrick Modiano: een machtig fluisteraar bekroond

Niet Huraki Murakami, niet Ngũgĩ wa Thiong’o, niet Philip Roth of Milan Kundera. Met zijn verrassende keuze voor de Franse schrijver Patrick Modiano (1945) heeft het Nobelprijscomité gisteren opnieuw de grote favorieten voor ’s werelds grootste literatuurprijs gepasseerd – waarbij moet worden aangetekend dat de favorieten bijna nooit winnen en dat Modiano wel degelijk in sommige top-tiens van kanshebbers stond.… > Lees verder

‘Onze eeuwige tijdgenoot’: Roger Martin du Gard

De veertienjarige Jacques Thibault is van huis weggelopen samen met zijn boezemvriend, Daniel de Fontanin. Daniels jongere zusje Jenny ligt met hoge koorts op bed en de bezoekende artsen, onder wie Jacques’ negen jaar oudere broer Antoine Thibault, hebben haar opgegeven: meningitis. Dan verschijnt de huisvriend en gebedsgenezer James Gregory ten tonele, en na een absurd bezweringsritueel gebeurt het onmogelijke: het meisje valt rustig in slaap en is gered.

Het is een verbluffende scène. De schrijver ervan, de latere Nobelprijswinnaar Roger Martin du Gard (1881-1958), geeft er geen enkel commentaar op, je kunt alleen maar gissen of er ironie in het spel is.… > Lees verder

‘De bekoring van het antieke’: Willem Frederik Hermans bijgezet voor de eeuwigheid

[Pas na het schrijven van dit stuk heb ik vernomen dat het volledige ‘officiële’ oeuvre van Milan Kundera in het voorjaar van 2011 zal verschijnen in een tweedelige Pléiade-editie, bezorgd door François Ricard.]

Een paar jaar geleden ging ik samen met Raymond Benders op theevisite bij Milan Kundera. Dat zat zo. Na een tip van mijn kant had Kundera, wiens werk ik vertaal, in Le Monde een enthousiast artikel geschreven over De donkere kamer van Damokles, waarvan een paar maanden eerder een nieuwe Franse vertaling was verschenen (door Daniel Cunin). Benders, vriend van W.F. Hermans en een van de drijvende krachten achter diens Volledige werken, wilde de voormalige Tsjech graag eens wat meer vertellen over de auteur van de zo gewaardeerde roman.… > Lees verder

Verbazië voor volwassenen

Alice in Verbazië. Zo had Nicolaas Matsier zijn vertaling van Alice in Wonderland graag genoemd. Immers, zo schrijft hij in de essaybundel die nu die titel draagt, het accent in het Engelse ‘wonder’ ligt eerder op verbazing dan op ‘wonder’ in de zin van mirakel, en als ‘wonderland’ al geen door Lewis Carroll in omloop gebracht neologisme was (Alice verscheen in 1865), dan is het woord toch zeker door zijn toedoen tot het woordenboek (Webster’s) gepromoveerd.

Het aardige van dit soort uitspraken is dat ze controleerbaar en eventueel weerlegbaar zijn. Het aardige is bovendien dat ze een mooie nieuwe ingang bieden tot een van de meest gelezen en dus meest platgetreden boeken van de wereldliteratuur.… > Lees verder

Haar wangen waren roze

Madame of mevrouw, dat is de vraag.

Stel, je bent een niet onbevallig, romantisch aangelegd boerenmeisje uit Normandië. De (getrouwde) dorpsarts komt langs om je vaders gebroken been te behandelen, je vindt hem leuk en hij jou ook, zijn vrouw sterft en hij vraagt je ten huwelijk. Je zegt ja. Madame of mevrouw?

De titel van het boek dat Gustave Flaubert in 1857 publiceerde, luidde Madame Bovary. Flaubert schreef in het Frans, en in die taal heeft de titel zijn weg gevonden naar het collectieve bewustzijn. Ik heb het nog even gecontroleerd op Amazon: nergens een Frau Bovary of een Mrs Bovary te vinden, alle vertalingen nemen het Franse Madame over – wat ook meteen voor een groot deel verklaart waarom de door Jacques Roubaud gemunte neptitel Lady Bovary’s Lover zo op de lachspieren werkt.… > Lees verder