web analytics

Véronique Pittolo, ‘Het voorwerp: het letterlijke en het figuurlijke’ (fragment)

[…] Waarom zegt men in de schilderkunst nature morte, terwijl we de natuur nog zien leven, buiten, het bewegen van de Seine, telkens als we stilstaan voor de fruitschaal van Cézanne? In het Louvre, bij de vrouw met het kamerscherm, blijft mijn blik haken aan het onbeduidende witte kraagje dat de kunstenaar heeft bekoord. Een vrouw en een fruitmand, het is niet hetzelfde, maar ze krijgen dezelfde behandeling. De muze heeft het stadium van lustobject achter zich gelaten, we zien in plaats daarvan alleen een schilderij, zoals Picasso’s Jacqueline, die je niet zou hebben herkend als je haar op straat was tegengekomen.… > Lees verder

Vroeg naar bed: de beginzin van Combray

De beginzin van Prousts A la recherche du temps perdu is voor de Nederlandse vertaler een lastige, zoals trouwe lezers van het blog Hof/Haan weten. Het lijkt zo makkelijk:

Longtemps, je me suis couché de bonne heure.

Geen begripsproblemen, geen dubbele bodems, geen opvallende woorden, geen onvertaalbaar idioom, geen moeilijke zinsconstructie, geen gemarkeerd taalregister, geen lastige woordspelingen, geen klankeffecten, geen metrum, geen allusies naar andere teksten, geen culturele verwijzingen: voor een lezer die het zinnetje nog niet kent is dit gewoon een doodnormale, onnadrukkelijke mededeling van iemand die iets wil vertellen over een periode in het verleden die inmiddels voorbij is.… > Lees verder

Draaglijke zwaarte: Kundera 85

OndraaglijkeZijn werk heeft vaak heftige reacties opgeroepen, zowel positief als negatief. Een ‘typisch Oost-Europese drammer’ noemde Michaël Zeeman hem ooit, en hij mocht die kwalificatie dan liefkozend bedoelen, feit is dat een schrijver die over de hoofden van zijn personages heen voortdurend allerlei scherpzinnige meningen en analyses opdist, niet bij iedereen op zo’n welwillende ontvangst hoeft te rekenen.

Milan Kundera is een controlefreak. Niet alleen voorziet hij zijn boeken van een strenge muzikale compositie waarin geen enkel detail betekenisloos is, hij lijkt de lezer die betekenis ook nog eens te willen inpeperen door het doen en laten van de personages onophoudelijk van uitleg en commentaar te voorzien – wat op zijn zachtst gezegd nogal paradoxaal is voor een oeuvre waarvan de voornaamste thema’s nu juist het onbegrip tussen mensen en de onbeheersbaarheid van elk menselijk handelen zijn.… > Lees verder

Karakter: Franz Kafka

Achttien jaar lang heeft hij eraan gewerkt, waarvan hij een deel zelfs mede heeft gefinancierd door online te pokeren. Maar het boek ligt er dan toch maar: de driedelige Kafka-biografie van Reiner Stach, waarvan het afsluitende deel nu is verschenen, en die ongetwijfeld nog lange jaren als standaardwerk zal gelden.

Over Kafka zijn hele bibliotheken volgeschreven, maar vreemd genoeg bestond er nog geen goede biografie in zijn eigen taal, het Duits. Kafka’s jeugd was in de jaren ’50 uitgebreid beschreven door Klaus Wagenbach, die zelfs nog mensen had geïnterviewd die de schrijver persoonlijk hadden gekend. En er was een goede Engelstalige biografie van Ernst Pawel, The Nightmare of Reason uit 1984.… > Lees verder

De ondraaglijke lichtheid, maar waarvan?

De kwestie houdt me al veel langer bezig, maar door het herlezen van Milan Kundera’s bekendste boek moest ik er weer aan denken. Jana Beranová heeft de titel van dat boek in 1985 vertaald als De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, en zo is hij ook geworteld in ons collectieve onderbewustzijn. Maar de geautoriseerde Franse vertaling uit 1984 heet L’Insoutenable légèreté de l’être, de Engelse heet The Unbearable Lightness of Being, de Duitse Die unerträgliche Leichtigkeit des Seins: geen ‘bestaan’ maar ‘zijn’. Hoe zit dat precies?

In de verantwoording bij zijn vertaling van Kundera’s essaybundel L’Art du roman schrijft Ernst van Altena in 1987 het volgende:

In een artikel in Le Débat heeft Kundera zich in 1984 verzet tegen vertalingen waarin het door hem gebruikte begrip ‘het zijn’ vervangen was door ‘het bestaan’.

> Lees verder

Jean Echenoz, Flitsen, fragment

Flitsen_omslagMaar ja, de duif.

De duif, saai, dom, ijdel, leeg, laf, vaag, vals, vuil, vuig. De miezerige duif en zijn stompzinnige stemgeluid, nimmer roerend, door en door affectloos. Zijn klapperende vlucht. Zijn doffe oogopslag. Zijn absurde gepik. Zijn hersenloze schedel met die intrieste knikbeweging. Zijn gênante besluiteloosheid, zijn stuitende seksualiteit. Zijn parasitaire roeping, zijn gebrek aan ambitie, zijn grandioze nutteloosheid.

Niet te vergelijken met de mus, die iets innemends heeft, met de merel, die zijn stem weet te gebruiken, met de raaf, die niet van klasse gespeend is, met de ekster, die stijl heeft, erger dan de aasgier, die tenminste een doel heeft in het leven, even sensueel als een rat, even hoogstaand als een horzel, minder elegant dan een worm, nog stommer dan de catoblepas.… > Lees verder