web analytics

Corentin en Gamelin

Nauwelijks heeft Michon gezegd dat een door Tiepolo geschilderde page het portret van de jonge François-Élie Corentin zou zijn of hij trekt die woorden alweer in twijfel:

Deze identificatie is maar al te verleidelijk, hoezeer misschien ook een verzinsel; die page is een type, geen portret. Tiepolo heeft hem bij Veronese weggehaald, niet bij zijn schildersknechtjes; het is een page, het is de page, het is niemand.

Eenzelfde onzekerheid geldt het tweede portret dat van Corentin zou zijn nagelaten:

Een nauwelijks minder twijfelachtig gebruik wil dat hij veertig jaar later opduikt, opnieuw in de hoogte neergezet in de grote doorwaaide vensternissen tussen de getuigen van De Eed op de Kaatsbaan, op de schets die David daarvan heeft gemaakt; hij is het leeftijdloze, van terzijde beziene, met een hoed getooide silhouet dat kleine kinderen wijst op de stormachtige vervoering van vijfhonderdzestig uitgestoken armen.> Lees verder

Gamelin, Évariste

Frans schilder, actief omstreeks 1789. Aanvankelijk schilderde hij, geheel volgens de toenmalige mode, hoofse scènes in de trant van Watteau en Fragonard, maar nadat hij gewonnen was geraakt voor het revolutionaire gedachtengoed verwierp hij die als uitwassen van monarchistische verdorvenheid. Star en rechtlijnig van aard, had hij hoe dan ook maar weinig talent voor erotische afbeeldingen. In navolging van zijn meester David, de leider van de nieuwe school, liet hij zich vervolgens inspireren door de Etrusken en de Romeinen en schilderde antieke allegorieën. Zijn Hercules die de Hydra van de Tirannie vermorzelt en zijn Tiran door de Furiën achtervolgd tot in het Schimmenrijk, zijn niet van grootsheid gespeend, evenmin als zijn Electra aan het Ziekbed van Orestes, wellicht Gamelins beste doek.… > Lees verder