Nauwelijks heeft Michon gezegd dat een door Tiepolo geschilderde page het portret van de jonge François-Élie Corentin zou zijn of hij trekt die woorden alweer in twijfel:
Deze identificatie is maar al te verleidelijk, hoezeer misschien ook een verzinsel; die page is een type, geen portret. Tiepolo heeft hem bij Veronese weggehaald, niet bij zijn schildersknechtjes; het is een page, het is de page, het is niemand.
Eenzelfde onzekerheid geldt het tweede portret dat van Corentin zou zijn nagelaten:
Een nauwelijks minder twijfelachtig gebruik wil dat hij veertig jaar later opduikt, opnieuw in de hoogte neergezet in de grote doorwaaide vensternissen tussen de getuigen van De Eed op de Kaatsbaan, op de schets die David daarvan heeft gemaakt; hij is het leeftijdloze, van terzijde beziene, met een hoed getooide silhouet dat kleine kinderen wijst op de stormachtige vervoering van vijfhonderdzestig uitgestoken armen.… > Lees verder