web analytics

Antwoord aan Rokus Hofstede

Cussy-en-Morvan, 24 augustus 2009

Beste Rokus Hofstede,

Ook ik ben inmiddels weer thuis. Bij de buren wachtte me een aangename verrassing: een pakketje met acht exemplaren van het ‘steekspel’, vers van de pers. Traditiegetrouw heb ik de eerste kleine correcties alweer genoteerd. Heel geruststellend vind ik dat: het plaatst een boek in de tijd, dat wil zeggen in het leven.

U vraagt of u mij mag vousvoyeren, net zoals wij onze auteurs elkaar laten doen. Ik heb daar tijdens het vertalen lang over nagedacht, zeker een paar minuten. In het Nederlands is de combinatie van de voornaam en het voornaamwoord ‘u’ op zijn minst merkwaardig (‘Jan, komt u aan tafel?’),… > Lees verder

Brief aan Martin de Haan

Gent, 15 augustus 2009

Ik ben terug in Gent, beste Martin de Haan, blij om te weten dat ons ‘steekspel in brieven’ op weg is naar de drukker. Vindt u het trouwens goed dat ik u vousvoyeer? ‘U’ klinkt in het Nederlands misschien wat gekunsteld, maar de auteurs die we hebben vertaald nemen onderling toch ook de nodige distantie in acht; de jij-vorm suggereert een kameraadschappelijkheid die de wezenlijke verschillen tussen Houellebecq en Lévy, tussen u en mij verhult.

Het was een geniale ingeving van u, moet ik bekennen, om mij te vragen als coauteur van deze vertaling. U bent de gedoodverfde Houellebecqvertaler, u deelt met hem een pessimistisch wereldbeeld, droge humor en een voorliefde voor de kleur kaki.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘Elementaire deeltjes’, fragment

Michel Houellebecq, Elementaire deeltjes‘De vormen van de natuur’, schrijft Djerzinski, ‘zijn menselijke vormen. Driehoeken, verstrengelingen en vertakkingen zijn vormen die in onze hersenen verschijnen. We herkennen ze, we waarderen ze; we worden erdoor omringd. Omringd door onze maaksels, menselijke maaksels, die aan de mens kunnen worden overgedragen, ontplooien we ons en sterven we. Omringd door de ruimte, de menselijke ruimte, verrichten we metingen; met die metingen maken we de ruimte, de ruimte tussen onze instrumenten.’

‘De onwetende’, vervolgt Djerzinski, ‘wordt beangstigd door het idee van de ruimte; hij stelt zich die voor als een onmetelijk, duister, gapend gat. Hij stelt zich de mensen voor in de elementaire vorm van een bol, helemaal alleen in de ruimte, ineengedoken in de ruimte, overweldigd door de eeuwige aanwezigheid van de drie dimensies.… > Lees verder

Verstrengelingen van Michel Houellebecq

‘De handeling van het denken en het voorwerp van het denken zijn één.’ Rond die uitspraak van de Griekse filosoof Parmenides bouwt Bedřich Hubčejak, de (fictieve) pleitbezorger van het werk van moleculair bioloog Michel Djerzinski in Elementaire deeltjes, zijn eerste artikel op, getiteld ‘Michel Djerzinski en de Kopenhaagse interpretatie’. De precieze inhoud van dat artikel kennen wij als lezers van het boek helaas niet, maar we bezitten genoeg contextuele informatie om een idee te hebben van de strekking. Ongetwijfeld legt Hubčejak een relatie tussen genoemde uitspraak van Parmenides, de Kopenhaagse interpretatie van de kwantummechanica (volgens welke op subatomair niveau een waargenomen feit niet los van de meting bestaat) en Michel Djerzinski’s opvatting van de ruimte als voortbrengsel van de geest: allemaal theorieën waarin subject en object onlosmakelijk met elkaar verstrengeld zijn.… > Lees verder

Een happy end voor Michel

‘Als de betekenis van een roman de rewriting ervan overleeft, bewijst dat indirect hoe middelmatig die roman is.’ Dat zegt Milan Kundera in het voorwoord bij zijn toneelstuk Jacques en zijn meester, en de boodschap is duidelijk: een roman moet doen wat alleen een roman kan doen, en een bewerking ervan heeft dus alleen zin als die niet probeert hetzelfde te bereiken, maar zich opwerpt als een ‘variatie’ met een eigen betekenis – zoals Kundera’s toneelstuk een variatie is op Diderots roman Jacques de fatalist.

Ik heb me altijd afgevraagd of die stelling wel klopt. Zou een bewerking niet met andere middelen hetzelfde doel kunnen bereiken?… > Lees verder

Tien praktische wenken voor de beginnende Houellebecqvertaler

  1. Spel zijn naam correct en spreek hem correct uit. Dus geen Houellebeck, geen Houellebeqc, geen Houellebecque, geen Hoellebeck, geen Huilebek, geen Welbeke. Weet dat hij in werkelijkheid Michel Thomas heet, dat hij als schrijver de naam van zijn grootmoeder heeft aangenomen en dat die naam Bretons is (dus geen gefantaseer over een verre Nederlandse voorzaat die zich dapper tegen de Napoleontische overheerser verzette door het opgeven van een ludieke achternaam). Over zijn leeftijd bestaat verwarring: volgens zijn moeder, zijn biograaf en zijn geboorteakte is hij in 1956 geboren, volgens hemzelf was het in 1958 en heeft zijn moeder de akte vervalst omdat ze wilde dat hij als vermeend wonderkind in een hogere klas kwam.
> Lees verder