Om haar wat te verstrooien vertelde ik haar de legende van de heilige Rochus, die vroeger werd aangeroepen ter bescherming tegen de pest. Op weg naar Rome had die veertiende-eeuwse pelgrim op wonderbaarlijke wijze pestlijders genezen, totdat hij zelf besmet was geraakt en zich had teruggetrokken in een bos, waar een engel over zijn genezing waakte en een hond hem elke dag brood kwam brengen. Later, nadat hij zijn reis had hervat, werd hij opgepakt als spion. Hij stierf in de gevangenis. De jonge vrouw leek diep getroffen door het ellendige einde van die uitverkorene van God. Ze wilde de kerk bezichtigen die aan hem was gewijd.… > Lees verder