web analytics

Pierre Michon, Roemloze levens, (fragment)

Het leven van Georges Bandy

[…] Luidruchtig namen we plaats; de kerkklok klepte nog een paar keer en zweeg. Alleen voor ons had de geestelijke zijn kalme dans met het touw uitgevoerd, en nadat hij die goddelijke stem bij wijze van groet had doen klinken, liet hij hem weer tot bedaren komen. Het was trouwens riskant om het danig gehavende schip aan dat zware gebengel te onderwerpen: het zeer eenvoudige gebinte lag boven het koor volledig bloot, en het licht van daarboven stroomde erop neer; een zwarte balk baadde in de argeloze hemelen; de deur naar de sacristie werd door een hoop kalkpuin versperd, en achter het altaar zag je door een gapende scheur uit op het aandoenlijke hemelblauw.… > Lees verder

‘Het masker was volmaakt’: over de bekkentrekkerij van de vertaler

Onder de vormen van plezier die lezen oplevert, onderscheidt Roland Barthes in zijn essay Sur la lecture, naast het fetisjistische plezier in de woorden en het erotische plezier van de suspense, het door de gelezen tekst opgewekte verlangen om zelf te schrijven: we verlangen, schrijft Barthes, naar het verlangen dat de auteur koestert om gelezen te worden, we verlangen naar het hou-van-mij dat in de tekst besloten ligt. Waarschijnlijk wordt geen enkele lezer door dat verlangen van een auteur om gelezen te worden zozeer aangegrepen als de lezer bij uitstek die de vertaler is. Hoe groter het hou-van-mij van de te vertalen tekst, hoe heviger zijn verlangen zelf een tekst af te scheiden waarvan gehouden kan worden, hoe veeleisender, hoe lastiger ook zijn verhouding tot het origineel.… > Lees verder

D’Angelo, Lorenzo (bijgenaamd: Lorentino)

Italiaans schilder (geb. in Arezzo, Italië, 15de eeuw), pupil van Piero della Francesca. Droeg samen met onder meer Melozzo da Forlì bij aan Piero’s fresco’s in de Bacci-kapel van de San Francesco-basiliek in Arezzo (Geschiedenis van het Heilige Kruis), die beschouwd worden als diens meesterwerk. Nam omstreeks 1460 deel aan een door de stad Siena uitgeschreven prijsvraag, gewonnen door Da Forlì, die later bekendheid verwierf met een monumentaal fresco van Paus Sixtus IV.

Van Lorentino is geen enkel werk overgeleverd. Zijn naam wordt terloops genoemd in de beroemde Vite (1550) van Vasari, in een klein terzijde bij ‘Het leven van Piero della Francesca’.… > Lees verder

Pierre Michon, Rimbaud de zoon, (fragment)

Ik kom terug op de gare de l’Est. Ik kom terug op die eerste Parijse dagen waarin misschien voor Rimbaud alles in drie korte bedrijven werd beslist: de ogenblikkelijke reputatie dat hij een zeer groot dichter was, het scherpe besef van de ijdelheid van een reputatie, en de opzettelijke verwoesting van die reputatie.

Er waren nog anderen dan Verlaine. Want we weten dat hij in september nog maar net aangekomen in Parijs door Verlaine werd meegetroond naar van die drankhuizen, van die drankholen, waar ’s avonds boven marmeren tafeltjes gloria’s en pijpen dampten, bierglazen schuimden, couranten werden opengeslagen, en achter bierglazen en couranten waren er in het karige blauwe gaslicht dichtersbaarden, dichtersposes, geveinsde onverschilligheidjes, geveinsde grapjes en dichtersogen die je zagen aankomen uit Charleville.… > Lees verder

De bodemloze put in de dichter

De Franse Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot heeft vanaf het begin de wind niet mee gehad. Het project kreeg niet veel aandacht in de pers, en van de weinige kritieken bleven vooral de negatieve geluiden naklinken, zoals: de succesformule van de Russische Bibliotheek laat zich niet zomaar transplanteren naar een ander taalgebied, de geselecteerde titels zijn te onbekend, de vertalingen zijn niet goed – kortom, zet de reeks maar stop, meneer Van Oorschot.

Zo’n ambitieus project is natuurlijk een gemakkelijk doelwit. Inderdaad valt er best wat aan te merken op de keuze van bepaalde titels of de kwaliteit van sommige vertalingen, maar laten we vooral niet vergeten dat bij andere uitgeverijen vaak veel beroerdere Franse boeken verschijnen.… > Lees verder

Pierre Michon, De hengelaars van Castelnau, (fragment)

Tussen Les Martres en Saint-Amand-le-Petit ligt het oude dorp Castelnau, aan de Grande Beune. In 1961 werd ik in Castelnau benoemd; ook duivels worden benoemd, neem ik aan, in de lagere Hellekringen; en al bokkesprongen makend vorderen ze naar het gat van de trechter zoals wij afglijden naar ons pensioen. Ik was nog niet helemaal op het laagste punt beland, het was mijn eerste standplaats, ik was twintig. Er stoppen geen treinen in Castelnau, het is ver van de wereld; autobussen die ’s ochtends uit Brive of Périgueux zijn vertrokken lossen je er laat op de dag, aan het eind van hun ronde.… > Lees verder