Een artisjok
Mangogroot en blauwvlekgekleurd
Kan worden gepeld en blootgelegd
Laag voor laag
Wordt met verwondering bezien
Om zijn grootte
Zou Eden kunnen herbergen
Tussen de longen
Ging schuil achter de rib
Waaruit de appeleetster werd gesneden
Haast geen ophef meer
Over een ding – plantbaar, uitzaaibaar
Na jouw fatale val in mijn borstbed.
[‘Das Herz’, uit Klimaforschung (2008), vert. Martin de Haan. Verschenen als miniboekje voor de Literaturautomat Düsseldorf, 2012.]